Roeping. Jaargang 23(1946)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 379] [p. 379] Harry Vencken w.p. Frans van Oldenburg Ermke voor L.S.v.B. Kleine roman van een verregend leven, O Bruno Clasius, o Joachim Ontdaen. De Pius Paereltjes zij hebben het gedaan en elke trieste week telt er weer zeven. Zie hem daar stappen door dit aardse Eden met een paar linkse spijkerschoenen aan, de solitarius met Kruis of Munt belaân en een confectiepakje om zijn smalle leden. Wie zo de smalle straten door moet waden in het gezelschap van een uitgebluste maan, mijn Bruno Clasius, mijn Joachim Ontdaen, zal uit beginsel nooit in werelds weelde baden. En door zijn dik omrande brilleglazen, ziet hij de aarde wrang haar cirkel slaan, hoort hij vóór alles toch de wijze mensen aan en schudt droefgeestig 't hoofd om zoveel holle phrasen. Maar die zijn rij van rijke scripta lazen hoorden in dit Toccata toch een blij geluid, ze zijn voor allen die 't verstonden harp en fluit... De Laatste Herberg zal zijn laatste wensen vragen! Vorige Volgende