Roeping. Jaargang 23
(1946)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Albert KuyleAschwoensdagGa naar voetnoot1)Des avonds op de buik, des morgens op de knieën:
de zomers in het bed zijn winters in de ziel.
Bij de uitvaart vlagt de boot, bij de aankomst stoot de kiel.
De walg komt in de kring. Dan dansen zij gedrieën.
Geen rimpels in 't gelaat, maar kreukels in de ziel:
met in den mond de smaak van schimmelige nachten
worden gebeden laffe jammerklachten.
Het bleeke, dunne graan, dat in de dorens viel.
Des avonds op de buik. Des morgens gansch ontzet:
het spieglend glas verdoemend aan de wanden.
Het hard skelet wordt zichtbaar in de handen.
De bloemen zijn verdord. De asch is klaar gezet.
| |
[pagina 203]
| |
Albert Kuyle
|
|