Roeping. Jaargang 23(1946)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Harrie Kapteijns dronken vigilie Ben ik onvruchtbaar zand? Glijd ik God en de Dood, Glijd ik het leven door de hand, die zich om mij niet sloot? Ben ik vermetel of is God een gril, Is mijn hart vergeefs voor den storm stil? Na zooveel water, wind en zon komt er geen oogst van vruchten? om zooveel lippen geen nieuw lied? aan zooveel luchten geen nieuw verschiet? Het licht viel in de dalen, het graan viel in de voor, ben ik alleen maar oog en oor en ademhalen, die het vragen niet verhoor? Is er geen woord, geen daad, geen kind, dat mij aan U verbindt? Is er geen wonde, waaraan ik mag verbloeden? geen zonde en geen woede, waaraan ik mij verloor? Na zooveel nachten dronken feest: komt er geen uur, dat mij geneest, geen uur geboorte? groeit er geen doorn in mijn vleesch? geen pijn, die als een roos uit mij verrees? ben ik alleen de schoot, waarin Gij slapen komt, en is Uw slapen sterven aan mijn mond? Ben ik de boog niet in Uw handen, zijt gij de pees niet, die mij spande, ben ik de pijl niet, Gij de Roos? Vorige Volgende