M. Molenaar M.S.C.
God zegt
Ik ben het Geheim: en de schaduwen van mijn Geheim liggen over al mijn werkzaamheden en gesprekken, totdat gij de grens van tijd en ruimte zult zijn overgegaan en Mij aanschouwen zult boven beeld en begrip.
Verhef u tot blijdschap in deze duisternissen, want beter dan de geleerde schrifturen verkondigen zij de oneindigheid en de onpeilbaarheid van mijn Wijsheid.
Kon Ik, die ben, en die alles wat wezen is, hef boven het niets: kon Ik, die alle ruimten en gevuldheden omgeef met de grenzenloze cirkel mijner Wezenheid: kon Ik uw God nog zijn, als gij Mij zoudt begrijpen?
Schend mijn omsluierdheid niet. Wanneer gij ootmoedig in deze duisternissen waart opgenomen, zoudt gij verstaan, hoe vermetel dat is. Want het Geheim is mijn luister, het is het wezen van mijn lichtend Wezen, waar Ik alleen ben met Mij zelf in volkomen klaarheid.
Weet wel: dit is het hoogste der wijsheid, als een mens van Mij getuigt: ‘ik ken U, omdat ik U niet ken’. Dit is het het hoogste der wijsheid, als hij Mij den naamloze noemt en als zijn zwijgen over Mij bedoelt mijn hoogste lof te zingen.