Roeping. Jaargang 10(1931-1932)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 705] [p. 705] [Franz von Oldenburg Ermke] Nightthoughts Waarom is het leven zoo grijs; en waarom de dood steeds een straf? Waarom is veel schooner de droom, dan 't wetend waken achteraf? Maar eens wordt het bed ons een graf; en de slaap wordt een snelle reis naar 't weten van oordeel en straf. Wordt 't waken een Eeuwige Droom? FRANZ VON OLDENBURG ERMKE [pagina 706] [p. 706] Kalenderblaadje Wat is onvruchtbaarder dan zaad, op gladde rots gezaaid? - Het domme zaadpluis, dat door 't raam mijn kosthuis binnen waait. FRANZ VON OLDENBURG ERMKE Zelftroost Gelukkig heeft een week maar zeven dagen. Maar zeven! 't Is niet veel. Waarom dus klagen, al heb je nooit een enk'len Zondag vrij. - De naaste week heeft óók maar zeven dagen. FRANZ VON OLDENBURG ERMKE [pagina 707] [p. 707] Klacht De eed'le staatsmanskunst, die wijze wetten wrocht, men heeft haar aan de politiek verkocht, die luie zoontjes aan een baantje helpt en, in een wervelstorm, benauwd is voor wat tocht. FRANZ VON OLDENBURG ERMKE Kregel kwatrijn Waar werd ooit Roomscher zaak ver-zaakt? - Ik weet het! Waar wordt zoo stikum winst gemaakt? - Ik weet het! En elken dag verschijnt er weer een krant, die 't al', maar niet zichzelve laakt. - Ik wéét het. FRANZ VON OLDENBURG ERMKE Vorige Volgende