Roeping. Jaargang 10(1931-1932)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 579] [p. 579] Vers Gij die mij in den wind en het water met de liederen sust uit een voorbijen tijd, talm nog een wijle, want vroeger of later vindt gij mij tot de terugreis bereid. Dan gaat de tocht door de scheemrige wolken, hoog boven het water en den wind, de droomen die onzen geest bevolken zijn dof geworden en blind. Maar het eeuwig lied blijve ik hooren hoog boven de wolken en den wind, tot ik u onvergeten, onverloren in uw eeuwigen luister hervind. LUC INDESTEGE Vorige Volgende