Roeping. Jaargang 10
(1931-1932)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 444]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De historische plaats, die Bergen-op-Zoom heroveren wilIIIHOE, intusschen, stond het met de verbinding naar het Noorden, eveneens van zoo'n groot belang voor Bergen? Tot begin 1500 had de scheepvaart gebruik kunnen maken van Eendracht (Heenetrecht) en Striene (thans geheeten Vertrinzenvaart en Couveringsche vaart) welke laatste uitliep in de monding van de Vliet. Met den stroom dezer laatste vaart bereikten de meeste schepen de Grevelingen, van waaruit de weg naar Noord-Nederland openlag.Ga naar voetnoot*) De vele inpolderingen van slikken, gorzen en schorren, zoowel aan Zeeuwsche als Brabantsche zijde, benaderden echter in dien tijd zéér dicht het bestaande vaarwater, dat nog steeds de grensscheiding tusschen Zeeland en Brabant vormde. Er dreigde groot gevaar, dat de vraag door welke wateren de grens zou loopen, tot een grensconflict zou leiden, aangezien er geen officieele scheiding tusschen beide gewesten bestond. Het was in het belang van den eigenaar van den polder van Nieuw Vosmeer, wiens bezit nergens aansluiting had op het vasteland van Brabant, waar zijn andere bezittingen gelegen waren, dat voor dit dreigend conflict overeenstemming werd bereikt, aangezien hij de oude Striene wenschte af te dammen, en niet het westwaarts om zijn polder loopende noordelijkste stuk van de Eendracht, die de scheiding van zijn gebiedsdeel zou bestendigen. Inderdaad werd in 1515 de gewenschte overeenstemming bereikt en spoedig zou een dam geworpen worden om den polder van N. Vosmeer te verbinden met het land van Bergen op Zoom. Maar daardoor werd aan de scheepvaart een groot ongerief veroorzaakt, juist in de dagen, dat Bergen zich door de concurrentie van Antwerpen toch al zooveel ontnomen zag. Immers: de opgeworpen dam sloot de vaart | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 445]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wel niet geheel af, doch deze moest nu geheel door de Eendracht plaats hebben. De vaart door het hoogere deel der Eendracht was echter aan menig bezwaar onderhevig, want eveneens door verschillende inpolderingen, bestond deze vaargeul slechts uit onbeduidende schorkreken, die bij elk getij droogvielen.Ga naar eindnoot36) Een en ander is te besluiten uit een in 1555 overgelegd rechterlijk advies, waaruit verder blijkt, hoe men de vaart door de Eendracht kunstmatig heeft willen verbeteren, en vervolgens dat de enorme watervloed van 1530, hier goed werk heeft gedaan. De passage, waar het op aan komt, luidt als volgt: ‘Nochte ook ten tijde der verkrijginge der Heerlijckheid van Vosmaer hadde dit water (= Eendracht) eenen bijzonderen naem, nochte zelve dit water of ten minsten de vaert en was aldaer ten dien tijde niet. Maer, zoo de maere is, naer dat de Heer van Berghen eerst op twee plaetsen geslooten heeft den vloed Vertryenvaert (= Ver-Trizenvaart) genoemd, die alsdan scheyde het Hertogdom van Brabant van het Graefschap van Zeeland, ende eenen vloedt met naeme Eendrecht, ende daer naer den Graeve van Nassauw geslooten heeft den vloedt geseyd Vertrysenvaert op de derde plaetse, ende den vloedt tusschen Brabant en Zeelandt, die geseyt wordt Couweringsche Vaert; alsdan heeft zekeren Rentmeester van de Heeren van Vosmeer, met schuppen en arbeyt der handen, dit water doen graeven, hetgeen alsdan nauwelycks op het hoogste water, dat is, de zee vol sijnde, water hadde, ende oock om de gecromde drayinghen onvaerbaer was, zoodat de zee vol seynde, nauwelycks de booten en kleyne effene schepen konden overgevoert worden; dat nochtans allengskens vergroot is. Maer naer dat het groot Eylant, genoemt Zuytbevelandt in het jaer 1530 door het water overstroomt is, door den geweldigen val der wateren, dewelcke uyt het geseyde Eylant Zuytbevelant nederdaelden, van dien tijd af tot nu toe, is het zoo diep geworden, datter nu dagelijcks veel schepen overvaeren: dit is de geheughenisse van veele menschen......’. In dit stuk zit echter een zekere mate van overdrijving. Want twee, zeker zoo betrouwbare schriftelijke verklaringen, te Tholen en te Gorinchem opgemaakt, laten een heel ander geluid hooren. Enkele tachtigjarigenGa naar voetnoot*) uit Tholen geven daarin n.l. te kennen: de Eendracht altijd als een bevaarbaar water te hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 446]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gekend. Een hunner getuigt zelfs van zijn vader en grootvader vernomen te hebben, dat wel 26 gewone vrachtschepen vanuit Tholen regelmatig op Holland voeren en daarbij gebruik maakten van de Eendracht. Sterker nog is de getuigenis van een ouden kanunnik, die ons vertelt, dat de geestelijkheid ‘dagelicks heur wandelinge neffens de voerss. rivieyre maeckte, om de schepen, die daer deur quamen te sieyn passeeren’. De eenzijdigheid van de belanghebbende Tholenaren wordt ruimschoots opgeheven, door het getuigenis der oude Gorcummers, die het boven beweerde niet alleen bevestigen, maar bovendien de Eendracht voor de 16e eeuw de doorvaart van Holland op Brabant noemen en tegelijk de reden aangeven waarom: die was het kortste en veiligste. En dat is de algemeene meening. In het Antwerpsche stadsarchief, berust bij het z.g. Tresory-arschief een register getiteld ‘Zuid-Beveland van 1530-1537’. Daarin vinden we een met de hand geteekende kaart van Zeeland uit het tweede kwartaal der 16e eeuw, die den schippers van Holland aanbeveelt als de meest veilige scheepvaartweg: ‘deur Eendrecht lancx de Schelde naer Antwerpen’.
* * *
Voor de bruikbaarheid van de vaargeul door het Kreekrak, hebben we jammer genoeg niet zulke directe getuigenissen, maar de indirecte zijn o.i. niet minder waardevol. Oorlogsgebeurtenissen stellen die bruikbaarheid in het volle daglicht: In 1574 immers werd op het water tusschen Bergen op Zoom en Reimerswaal een complete zeeslag geleverd, tusschen Geuzen en Spanjaarden. De schepen der laatsten waren uitgerust in de havens van Bergen op Zoom en Antwerpen. Dank zij het Kreekrak hadden de Spaansche oorlogsbodems zich vóór Bergen kunnen vereenigen.Ga naar eindnoot37) Hoezeer Bergen op Zoom in die jaren nog zeehaven was, blijkt uit het feit, dat aartshertogin Anna van Oostenrijk, die 23 Aug. 1570 te Bergen op Zoom arriveerde, daar op- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 447]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gewacht werd door een vloot, die haar naar Spanje zou overvoeren.Ga naar eindnoot38) Uit den jare 1631 hebben we een teekenend bewijs voor de goede vaargeul door het Kreekrak. In genoemd jaar werd n.l. onder leiding van Johan van Nassau door de Spanjaarden een aanslag beraamd op Ooltgensplaat.Ga naar eindnoot39) Om tijd te winnen werden door hen schepen gebruikt, die weinig diepgang hadden. De opzet was n.l. met die schuiten langs de ondiepe kreken, door het verdronken land van Saaftingen en Zuid-Beveland te varen, dan zouden de Zeeuwen, die op de Schelde lagen hen niet anders kunnen volgen als langs het Kreekrak, waar de diepgaande Zeeuwsche oorlogsschepen alleen konden varen. De Spanjaarden hadden dan echter een voorsprong, die hen in de gelegenheid zou stellen te landen, vóór de Zeeuwen kwamen. Ook in de haven van Bergen op Zoom lagen een zevental schepen, die de Zeeuwen bij de achtervolging van de Spanjaarden te hulp kwamen. 't Waren z.g. ‘Smalschepen’, zij hadden ieder ruim 200 man aan boord en waren dus waarlijk niet zoo klein.Ga naar voetnoot*) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV.Deze laatste gebeurtenissen spelen zich reeds af in de jaren van den opstand tegen Spanje, een tijd, die weinig bevorderlijk geweest is voor den bloei der Brabantsche zeestad! Bergen werd vesting, waardoor zij automatisch ongeschikt werd opnieuw als handelsstad op te treden.Ga naar voetnoot**) Dank | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 448]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zij een bepaling in de Satisfactie van 1579, kreeg Bergen het vroeger-aan-Reimerswaal-verleende octrooi voor de visscherij op het verdronken land van Zuid-Beveland, etc. Meerdere malen zijn, met name door Tholen, pogingen aangewend, Bergen ook dát voorrecht te ontnemen, maar de paragraaf van genoemd stuk, waarbij ook Prins Willem van Oranje betrokken was, bleek hier nu eens geen looze formule. Zoo bleef het water van Lillo tot Tholen voor de Bergsche visschers althans behouden. Was de handel verloopen, het sluiten van de Schelde voor Antwerpen door de Republiek der Zeven Vereenigde Nederlanden, met het doel die stad als concurrent uit te schakelen, was tevens dé definitieve slag voor Bergen op Zoom. Dat zulks een ruïne beteekende, springt nog meer in het oog, nadat we hier bewezen hebben, dat naar het Noorden de Eendracht, en naar het Zuiden de Scheldewateren toch nog héél wat mogelijkheden schiepen. En dan: had Bergen de reputatie een onneembare vesting te zijn, dan was zulks alleen te danken aan de wateren in zijn nabijheid, waarlangs niet alleen proviand, maar ook soldaten, munitie en kanonnen etc. steeds konden worden aangevoerd. De sterke forten, welke de ingang der haven beveiligden, bewijzen tevens, dat voor de verdediging juist op die punten, wat op het spel stond.
* * *
Het spreekt na het voorafgaande vanzelf, dat over scheepvaartbeweging door de Schelde in de nu-volgende eeuwen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 449]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet kan gesproken worden. 't Wordt voor de Bergsche haven een tijd van gedwongen nietsdoen. Gedurende dien tijd is de Bergsche haven dienstbaar geworden aan het regelmatig-rustige gedoe van het 17e en 18e eeuwsche verkeer. Men weet het: de Nederlanden stonden bij de vreemde reizigers dier dagen bekend om hun gemakkelijk en vlug verkeer en dat juist, omdat het over water geschiedde. Lezen we de bronnen na, dan maakt Bergen op ons den indruk, een uitgangspunt te zijn geweest van verkeer en verzending, vanuit den Westhoek van Noord-Brabant naar en van de overige Nederlanden: Vanuit de Bergsche haven zeilden beurtschippers met goederen zoowel als personen naar Gouda, Zierikzee, Rotterdam, Hulst, 's-Gravenhage, Middelburg, Amsterdam, Veere, Goes en Schiedam.Ga naar eindnoot40) Enkele routes werden zelfs bevaren door meerdere schippers. Zoo bewees tot in den nieuwen tijd, de Schelde, door het beste verkeersmiddel, aan Bergen de toen-éénig mogelijke diensten. Zoodra in den Franschen tijd de Schelde dan ook vrij werd, bloeide in Bergen op Zoom de expeditiehandel op. Een zéér bekende familie, die zich met dit bedrijf bezig hield waren de Van der Schriecks (vader en zonen). Die zaak strekte haar bemoeiingen zóóver uit, dat Napoleon zélf het noodig oordeelde - zelfs met voorbijgaan van zijn broer koning Lodewijk - tegen genoemde firma hardhandig op te treden. Natuurlijk wijl hij meende, dat de ondernemers geweldige smokkelaars waren. O.i. was die meening gemotiveerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 450]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Laatste schets van het Eendrachtskanaal volgens Ir. E. van Konijnenburg, waarop tevens aangegeven de vaarweg van voor 1866 (het jaar van het graven van het kanaal Wemeldinge - Hansweert); daarna liep de weg uiteraard door dit kanaal.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 451]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit de papieren van v.d. Schrieck bleek echter ook, dat juist op de Westerschelde nog al behoorlijk gesmokkeld werd. Door allerlei ‘handige’ manoeuvres wisten schepen met Engelsche waren tot in de omgeving van Bath te komen, waar de smokkelaars door het Kreekrak den steven in de richting van Bergen op Zoom wendden. Onschuldig doende visschers wisten er dan wel verder raad mee! Als men nu weet, dat men toen evenals thans, met het steeds-wisselend getij rekening moest houden, waardoor slechts gedurende een beperkten tijd van het vaarwater gebruik gemaakt kon worden en tevens, dat op de jaarlijksche audiëntie bij Koning Lodewijk, de Bergsche Burgemeester zelfs van dezen, de ernstigste vermaningen kreeg over het ontstellend smokkelen, dan moet - vooral omdat dit ‘bedrijf’ enkel en alleen per schip gebeurde - het vaarwater den smokkelaars toch nog héél nuttige diensten hebben bewezen.Ga naar eindnoot41)
* * *
Nuttige, in patriottisch opzicht zéér nuttige diensten hebben Bergen op Zoom en het Kreekrak bewezen, in het laatste halfjaar van 1830 en de eerste helft van 1831, tijdens den Belgischen opstand. De erg-officiëele en dood-nuchtere ‘Bredasche Courant’ uit dien tijd, geeft aanhoudend berichten over troepen, munitie en levensmiddelen-vervoer van uit Antwerpen naar Bergen op Zoom en omgekeerd. In deze pacifistische tijden is het misschien goed, daarvan geen nadere voorbeelden aan te halen, uitgenomen een bericht, dat aardig den toestand weergeeft: ‘20 Februari 1831 is te Bergen op Zoom een postboot van de citadel van Antwerpen aangekomen, gekommandeerd door den luitenant ter zee Blok met het lijk van den roemrijk gesneuvelden held van Speijk. Troepen van het Bergsche garnizoen hebben er de eerewacht bij betrokken. Vroeg vertrok het schip den anderen morgen naar Rotterdam’. * * * | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 452]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit de vijftiger jaren hebben we gegevens van heel anderen aard. Zooals boven gezegd, onderhielden plaatsen aan bevaarbare wateren gelegen beurt veren, met soortgelijke steden van belang, voor het vervoer van personen en goederen. Reeds spoedig werd ook op deze veren stoomkracht aangewend, wat ongetwijfeld de snelheid van bedoeld vervoer ten goede kwam, terwijl door de oorlogsomstandigheden in den regelmatigen veerdienst op Antwerpen een langdurige storing gekomen was.Ga naar eindnoot42) Op de gebruikelijke wijze vroegen Joh. Ooms Gz. en Co. cargadoors te Rotterdam, Fop Smit te Nieuw-Lekkerland, L. v. Holst te Delftshaven, H. Veder en J.F. Schuure, in 1847 verlof tot het exploiteeren van een stoombootdienst tusschen Rotterdam en de uiterste grenzen der Schelde in de richting van Antwerpen en de tusschen gelegen plaatsen’. De officiëele aanlegplaatsen hunner boot ‘Amicitia’ genaamd, waren: Dordrecht, 's Gravendeel, Willemsdorp, Willemstad, Ooltgensplaat, Zijpe, Stavenisse of Tholen, Iersekendam of Gorishoek, St. Maartensdijk en Bath. Deze opsomming geeft meteen de route aan. Bergen op Zoom vinden we er niet bij vermeld. Toch legde deze boot, om geen tijd te verliezen, bij het havenhoofd aldaar aan om passagiers en goederen op te nemen en af te zetten. Dat blijkt overduidelijk uit het feit, dat Bergens gemeentebestuur, op aansporing der aldaar gevestigde Kamer van Koophandel, nog in hetzelfde jaar '47 protesteerde tegen dit aanleggen aan het hoofd, als zijnde een overtreding der concessie en van de rechten der Bergsche beurtschippers. Gedeputeerde Staten van Noordbrabant vonden dit Bergsche request niet in het belang der stad en wezen het af. Zoo moesten de Bergenaren van boven af, tegen hun eigen, al te conservatief bestuur beschermd worden! 't Schijnt, dat een dergelijke stoombeurtvaart geen windeieren legde. Althans, in Juli 1855 vroegen de heeren Smit, n.l. Pieter Jan, Leendert en Fop Jr. vergunning, voor 'n | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 453]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zelfden dienst als ‘Amicitia’ onderhield, voor hun boot ‘De Telegraaf’. Spoedig verzochten ze verlof Bergen op Zoom als pleisterplaats te mogen schrappen om in plaats daarvan Bath en Tholen aan te doen. 't Bergsche stadsbestuur, thans wijzer geworden, verzocht den Minister echter ‘dat concessionarissen worden verplicht Bergen op Zoom aan te doen, of dat zij de vaart door de rivier de Eendragt verlaten en niet heen en terug het eiland Tholen omvaren, vermits de aanlegplaats Tholen volstrekt geen nut voor Bergen op Zoom opleverde’. Dat de concessionarissen de gewraakte route alleen wilden volgen uit louter zakelijke concurrentieredenen blijkt duidelijk uit een schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 10 Aug. 1858 aan de heeren Smit, waarin deze o.a. zegt: ‘Mij wordt bericht, dat de waterstand in de vallei naar Bergen op Zoom tot nog toe de geregelde vaart uwer booten niet heeft belemmerd, te minder, daar Bergen op Zoom slechts bij hoog water kan worden aangedaan. Tholen, waar de dienst volgens uw verlangen zoude aanleggen, verkeert dus in dezelfde omstandigheden als Bergen op Zoom dewijl ook die plaats niet dan bij hoog water te benaderen is.’ Toch kreeg de ‘Telegraaf’-onderneming 17 Febr. 1859 de ontheffing. Een derde onderneming opgezet door den geboren Bergenaar C.L.H. Cuypers, toen grondeigenaar te Woensdrecht, was ondertusschen in 1855 in werking gekomen. Aanvankelijk alleen bedoeld voor de verbinding Bergen op Zoom - Rotterdam, groeide zij hetzelfde jaar nog uit, tot een dienst Antwerpen, Bergen op Zoom, Rotterdam. Deze booten voeren langs Noord, Kil, Hollandsch Diep. Het Volkerak, Krammer. Het Mastgat, Slaak of Mosselkreek, Eendracht etc. Tegen de machtigere Rotterdamsche collega's kon deze dienst de concurrentie echter niet volhouden, ook al, om dat de boot ‘Aymon Louise’, niet voldeed, de stuurlui slechte schippers waren, etc...... Cuypers vroeg en verkreeg daarom weer wijziging zijner route. Daarvoor moest de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 454]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
concessie veranderd worden. Een passage uit dit nieuwe stuk is van belang, n.l. deze: ‘dat de stoomboot(en) “Amicitia I en II” (Ooms, Fop Smit etc.) bij winterweer en lagen waterstand steeds over “het land” bij Bath hebben kunnen varen, zoodat, gelijk er alle reden bestaat om te vermoeden, de Aymon Louise die toch niet veel dieper zal liggen er evenzeer ten allen tijde over kan stoomen, ten ware het gerucht gegrond mocht zijn, dat door een gebrek aan de werktuigen, des adressants boot niet met de noodige snelheid vaart, om bij tijds en met voldoenden waterstand de ondiepe plaatsen bij Bath en Philipsland te bereiken, Uit alles blijkt duidelijk: dat bij hoog water Bergen op Zoom langs alle kanten bereikbaar was en bij laag water de vaargeulen langs Bergen op Zoom bruikbaar waren voor de scheepvaart, dat er in 1855 wel ondiepe en gevaarlijke plaatsen waren bij Bath en Philipsland, maar niet in de vaargeulen bij Bergen op Zoom. België voelde zich dan ook later tekort gedaan door de afdamming van het Kreekrak en in de rapporten der buitenlandsche ingenieurs, wordt gezegd dat de nieuwe waterweg (het kanaal Hansweert - Wemeldinge) evengoed was als het Kreekrak. Die constateering is tamelijk dubbelzinnig, maar er volgt toch o. i, wel uit, dat het Kreekrak alleszins bruikbaar was. Het moet daarom zeer jammer genoemd worden, dat geen enkel middel is aangegrepen, om de aanslibbing welke toch in de laatste eeuwen moet hebben plaats gehad behoorlijk weg te baggeren. Dat is een verzuim van de Nederlandsche regeering, ten nadeele van de haven van Bergen op Zoom geweest. Enorm is het verkeer in de 19e eeuw, dank zij de zéér | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 455]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
patriarchale verhoudingen niet geweest. Wie erg modern was aangelegd, hield de aandacht gericht op het nieuwe voertuig: de spoorweg. De uitvoering van art. 9 § 8 van het Nederl. - Belgisch Tractaat van Londen van 22 Juli 1839, werd de genadeslag voor Bergen op Zoom. Toen bij die uitvoering de regeering in 1849 zich verplicht zag een nieuw kanaal door Zuid-Beveland te gravenGa naar eindnoot43), maakte zij gebruik van het aanbod van Dirk Dronkers te Middelburg, die dat kanaal zou tot stand brengen in ruil voor uitgifte in erfpacht van gronden ten Zuiden van Bergen op Zoom in het Kreekrak gelegen, welke drooggelegd mochten worden en tegelijk tot afdamming van het Kreekrak, over welke dam een eventueele spoorweg makkelijk kon aangelegd worden. Het Koninklijk Besluit van 6 October 1849 No. 36, waarbij dit alles geregeld werd, wekte groote verontwaardiging te Bergen op Zoom. Men zag zijn belangen eenvoudig miskend door dit besluit: Immers de regeering had niet eens de moeite genomen zich vooraf te vergewissen, of Brabants en Bergens belangen niet op een ergerlijke manier zouden kunnen geschaad worden. 't Spreekt, dat de stedelijke raad van Bergen op Zoom daartegen heeft geprotesteerd. Hij heeft dat gedaan meerdere malen, uitvoerig en wél-omschreven, lang niet malsch ook, maar jammer genoeg niet op voldoende technische wijze. Dat kunnen we dat stedelijk bestuur niet kwalijk nemen, vermits tijdens de uitvoering van het werk, de technici zelf meerdere malen van plan veranderden. Al de Bergsche actie hielp evenwel niets. Het vooruitzicht van een landaanwinning van 14000 bunders grond met een gratis dam tusschen Brabant en Zuid-Beveland als contra-prestatie voor het graven van een kanaal tusschen Hansweert en Wemeldinge, was zóó mooi, dat men alie andere dingen er voor op zij zette. Hier gold zuiver eenzijdig winstbejag! | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 456]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Regeering beantwoordde de naar voren gebrachte grieven, door er op te wijzen, dat wel degelijk rekening gehouden was met Bergen op Zoom, doordat men in bedoelde erfpachtacte opgenomen had de bepalingen: ‘dat bij eventueele bedijking en bepoldering der in erfpacht uitgegeven gronden, de bestaande geul of het (Bergsche) diep, loopende langs den Noord-Brabantschen kant, ten Noorden van de afdamming naar Bergen op Zoom, niet zal mogen afgesneden, of dwars over bedijkt worden, zoolang die geul of het diep niet tot het volle peil van hoogwater zal zijn opgeslijkt, zoodanig dat de oostelijke dijk der in te dijken polders steeds in min of meer evenwijdige richting, langs den hoogen oeverrand van Noord-Brabant, moet gelegd worden en wel op een nader afstand van 1500 ellen van dien oever, om daardoor het bestaande vaarwater langs de haven van Bergen zoolang mogelijk open te houden. (Artikel 15). Artikel 16 beloofde, dat voor dijkverzwaring zou gezorgd worden. Nogmaals werd geprotesteerd en Bergen had daarmee dit succes, dat art. 15 aangevuld en Dirk Dronkers uitdrukkelijk verboden werd, om eenigen dijk te leggen in de communicatie te water tusschen Bergen op Zoom en de sluis van Wemeldingen. Zelfs werd hem de verplichting opgelegd de aan te leggen dijken een richting te geven tot behoud of verkrijgen van een dergelijke verbinding, tusschen de haven en Wemeldinge. Zelfs mocht hij dat kanaliseeren als hij dat wilde. Wat is er nu van dat alles terecht gekomen? Vrijwel niets. De dam is gelegd en enkele schorren die al vóór de afdamming rijp waren, zijn later nog ingedijkt, maar ook anders géén. Droevig resultaat voor de beide partijen! Was het nu hierbij gebleven, men zou de Regeering erop kunnen wijzen, dat zij voor de vaststelling der schuld de hand maar in eigen boezem moest steken, maar er zijn nog twee veel ernstiger zaken: Vastgesteld is toch kunnen worden, dat de aanslibbing | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 457]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de Ooster-Schelde met rivierslib, afgesloten als zij is, zoowel van Rijn-, Maas- en Scheldewater, heeft opgehouden. Er zal dus nóóit meer eenige inpoldering van beteekenis kunnen plaats hebben. Dat is een schade van gemis. Maar groot nadeel brengt het volgende feit: De platen der Ooster-Schelde zijn grootendeels van zuiver zand opgebouwd. Het opkomend tij schuurt het zand van de platen en dit komt in de vaargeulen terecht. Ten Noorden van den dam bij Woensdrecht is dan ook een verzanding begonnen die zich al maar onheilspellend in de richting van Bergen op Zoom beweegt. In een menschenleven tijd is de bodem drie Meter opgekomen. Bergsche schippers, die jaren varen weten bovendien te vertellen, dat de Bergsche Kreek, die de haven met het Thoolsche gat verbindt, aan het verzanden is. Van dezen toestand worden de dupe Brabant en Bergen op Zoom. En dat is des te erger, wijl wanneer de crisis voorbij is, het èn voor de industrie van Bergen en Brabant en voor de bloeiende land- en tuinbouw aldaar een levensbelang moet genoemd worden, dat Bergen op Zoom weer komt te liggen aan een vaarwater, dat een directe verbinding schept, zóówel met de groote scheepvaartweg van thans, de Honte, als met de Ooster-Schelde. Het zal daarom niemand verwonderen dat West-Brabant en Bergen op Zoom een uitkomst zien in het Eendrachtskanaal van Ir. van KonijnenburgGa naar voetnoot*) en de plannen van Ir. M.C. Bongaerts, wijl deze Bergen op Zoom weer gelegenheid geven, de historische plaats te hernemen, welke de stad ontegenzeggelijk heeft gehad. maar wier belangen in den tijd der republiek werden voorbij gezien, omdat het Noorden oordeelde, dat Bergen een vesting moest worden om het te helpen verdedigen.
B. op. Zoom, 5 Dec. 1931. C. SLOOTMANS. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 458]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage III.THOLEN - 6 SEPT. - 1555Ga naar eindnoot44)
‘Wij Burgemeesters, Schepenen ende Raidt der stede en lande van der Tholen, oirconden een ygelicken, certificeeren midts deze voer de gerechte waerheyt, dat op huyden datum van dese, voer ons gecomen ende in properen personen gecompareerd syn, de eersame ende bescheyden mannen Joris Jacobsz oud ontrent 80 j.; Cornelis Hermansz, landmeter, oudt ontrent 80 j.; Claes Pietersz, eertijds wethouder der voersz stede, oudt ontrent 71 j.; heer Pieter Hendriksz Block, canonick in de collegiale kercke binnen den voors. stede van der Tholen, oudt ontrent 67 j. ende Cornelis Lamsz, cleermaker, oudt ontrent 66 j., poorters ende inwoenders der voirnoemde stede van der Tholen ende aldair van joncx opgevoedet ende gefrequenteert, dewelcke rechterlick daertoe bij den gesworen stadtbode gedachvaert waeren om ghetuychenisse der waerheyt te geven, ende hebben respective bij heuren behoorlicken eede in handen van den Balluw den voirnoemder stede met opgeheven vingeren gedaen, geseyt, geaffirmeert ende verclaert waerachtigh te sijn, dat de riviyre van Eendrecht, lopende voorbij de stadt van der Thoelen, lancx deur de heerlickheyt van Vossemaer, die de heerschappen onlancx gecondicht hebben te willen stoppen, altijd soe langhe als hen luyden ende een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 459]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iegelycken van hen kan gedencken, geweest is eenen gemeenen deurvaert van eenen igelijcken ghebruyckt, ende dat sij oick deselve riviyre noyt anders hebben hoeren noemen dan Eendrecht, noch dat dezelfde rivieyre heuren cours andersins genomen ofte gehadt en heeft dan die alsnochter tijt, en doet affirmeerden ende verclaerden oeck respective de voerz. comparanten, dat sij heuren ouders anders noyt de voerss. rivieyre en hadden hoeren noemen dan voerss. Eendrecht. De voern. Joris Jacobs, daerbij seggende, dat hij sijnen ouders, vader en groetevader, sittende bij hen, kinderen, diversen heeft hoeren seggen: dat sij luyden altijts hen geneert hadden binnen der stede van der Tholen voornoempt mette navigatie op Hollandt, ende dat in heuren tijt binnen der stede van der Tholen seer veel schepen off uuijter haven op Hollandt frequenteerden, ende dat hij Joris zelffs in zijner tijden geweten ende gekent heeft ontrent de 26 heude schepen, zonder andere, dyer meer waren, van welcke ons de namen van de schippers noemde; de voorss. heer Pieter, seggende, dat hij in sijnen jongen dagen gesien ende merck daerop genoemen heeft, dat eenige oude priesters ende andere goede mannen, dagelicks heur wandelinge neffens de voerss. rivieyre maeckte, om de schepen, die daer deur quamen te sieyn passeeren, seggende oeck de voirnoemde comparanten, dat sij luyden noyt fame ofte eenich gewach gehoort hebben gehadt van joncx, dat hen gedenken kan, dat men de rivieyre stoppen ofte toedijcken wilde, hoewel sij luyden geweten hebben, dat die heerscappen van Vossemaer aldaer lancx de voirss. rivieyre ghedijckt hebben gehadt twee oft drye polders, anders dan dat omtrent 16 of 18 jaer herwaerts, toen een Anthonis van Wissekercke in 't regiment van Vossmaer quam van sulcx gehoort hebben. Twelck wy burgemeesters en wethouders voornoemd als des voerss. is, zoo lange ons gedencken kan ende voer staet, mede attesteren waerachtich te sijne, alle dingen sonder argelist, ende want men van allen waerachtigen saycken schuldich is ende behoirt getuygenisse der waerheyt te geven, bijsonder noot sijnde, soe hebben wij Burgemeesters, Schepenen en raidt voirn. ter oirconden van dese t zegel er saicke der voerss. stede op 't spacien van dese gedruckt. Ghedaen op ter Stedehuys binnen der voern. stede van Tholen op ten 6en dach van Septembris anno 1555. Mij present PIETER REZEN. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage IV.GORINCHEM - 1555 - OCTOBER - 5Ga naar eindnoot45)
‘Wij Sander van der Weteringe Liebertsz. en Alaert de Haen Mathijsz., scepenen der stede van Gorinchem doen condt ende certificeeren een yegelicken voer die gerechtighe waerheyt, dat op huyden dato voer ons gecomen ende gecompareert sijn in properen personen, Rutger Jansz., oudt omtrent 82 j., Jan Jacobsz., alias Jonchan, oudt ontrent 70 j., Leenaert Jansz., oudt ontrent 70 j. en Henrick Claes, oudt ontrent 75 j., allegaders schippers en inwonende poirters der voirss. stede. Ende hebben aldaer ter instantie ende rechtelijck versoeck van de Burgemeesters derselve stede met opgerechten vingheren volstaeffs eeds, lijfflick an den heylgen gesworen, ende bij den selven hoeren eede rechtelijck | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 460]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende solemnelick daertoe vermaent wesende, eendrachtelyck gedeposeert, getuycht ende verclaert, warachtich ende henlieden wel kenlich te sijn ende claerlicken voer te staen, dat geleden over de jaren 60, 70 off langer, immer soe langhe ende verre als henluyden memorie streckt ende als sij luyden gevaren hebben van de Gorcumsche haven op Antwerpen ende voirts op andere steden van Brabandt, de rivieyre gelegen ontrent St. Annalandt, streckende voirbij de stede van der Tholen genoemt het Vossemeer, altijt een ghemeyne vaert geweest is voer de schippers, die uijt Hollandt op Brabant vaeren, ende dat de voirss. rivieyre van Vossemeer altijt deselve canael, ghoote, loop en 't selve diep gehadt heeft, zulcx als die nu ter tijdt haeren cours ende loop heeft, ende dat deselve rivieyre is een gescheyt tusschen Brabant en Zeelandt, want 't lant aen d'eene zijde is Brabant ende aen d'ander zijde is Zeelandt; tuychen de voerss. depossanten noch soe veel meer, indien sij ende andere schippers die uyt Hollant op Brabant dagelicx vaeren, haer vaert deur de voirss. rivieyre van Vossemeer nyet hebben en mochten, ende buyten om souden moeten vaeren, dat sij dan dickwijls bij onbequamer wijnt wel ses, zeven offte acht dagen tusschen wegen op een reyse soude moeten blijven, 't welck sij anders, deur Vossemeer varende, wel in eenen dach afflegen en bereysen; oock mede indien sij 't selve Vossemeer nyet en mochten gebruycken, dat sij dan dikwils bij storm van wijnde ende ander onweder perikel sonde vinden van haer lijv en schepen en ghoeden, dewelcke sij bij sulcke tenpeesten, in 't Vossemeer berghen ende salveren, ende dat sij disposanten dit wel weten is bij dien dat hem sulcx als voerss. staet, dick ende menichmael wedervaren is. Al sonder arch of list, ende des 't oirconden hebben wij scepenen voorss. elcx onsen zeghel hier onder aengehanghen. Gedaen ende gegeven op ten vijften Octobri in 't jaer ons Heeren 1500 vijff ende vijftich.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage II.Ga naar voetnoot*)Beknopte weergave van de halfjaarlijksche rekening van den tol te Iersekeroord 1499 Juli 24 tot en met 1300 Januari 23. Weggelaten zijn de tolplichtige hoeveelheid en soort van lading, het bedrag dat gestort werd en in- of uitvoer, voor zoover dit laatste blijkt. De bedoeling was alleen een kijk te geven op het internationaal verkeer.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 461]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 462]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 463]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 464]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|