Roeping. Jaargang 10(1931-1932)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 307] [p. 307] Leekepreek Aan Anton van Duinkerken, wien men ‘afgunst op 't clericalisme’ verweet Eens zullen wij, als ketters, branden: Wij hebben de pastoors niet lief, die zich als leeken graag vermommen en die veel hooger zijn geklommen, dan wij, die dus van afgunst branden. Wij hebben de pastoors niet lief: collega's in- of uit de toog hoofdredacteurs en stadsreporters. Wij rooken Varinas of Poirters en zien met een afgunstig oog, - wij hebben de pastoors niet lief, - hun geurige Havannah's branden. De les van mijnen zang is deze: Wie priester is en leek wil wezen, heeft dan, als leek, zoogoed als deze, van leeken soms critiek te vreezen, FRANZ VON OLDENBURG - ERMKE Vorige Volgende