Roeping. Jaargang 10(1931-1932)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 288] [p. 288] Maria Maria, hoe dikwels zien we u staan als gij uw handen naar onze ogen beurt, een vlammend wit sneeuwkleed hebt ge aan, en de muur achter u is rose gekleurd. Een rode bloem brandt reeds enkele dagen voor u tussen 't goud van de kandelaars, en sinds vanmiddag vlamt er gedu- rig een zich pijnlik vermoeiende liefdekaars. Maria, hoe dikwels hebben we u zien staan en zijn toch maar gewoon, koud voorbijgegaan. rob delsing. Vorige Volgende