Roeping. Jaargang 10(1931-1932)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 260] [p. 260] Pinksteren VOOR ANTON VAN DUINKERKEN Ik ben als in een donkere cathedraal een waskaars die niet aangestoken werd, en elf apostelen bidden rondom mij totdat Sint Thomas binnenterdt. Sint Thomas, licht van het Oosten, die zonder te geloven de Heer heeft gezien, brengt mij vandaag voorniet het licht, dat ik anders toch niet verdien. Sterk, en zwijgzaam als boeren, rijzen dan alle apostelen, en allen beginnen te werken. Zij hebben maar één dag te leven, want voor het donker wordt zal ik sterven. Sint Petrus gaat buiten en spreekt tot de Parthen en Meden; zijn stem is stil en aangedaan. Elk gerucht werd voor hem het woord van de dienstmeid en het gekraai van de haan, Aan de Tafel met Brood en Wijn moet Johannes het Evangelie schrijven. Sint Lucas, die geen apostel kon zijn, brengt het goed en het kwaad bijeen, dat de anderen bedrijven. Door een scribent der phariseeën gegrepen, wordt Jacobus de Meerdere bij Herodes gebracht, maar aan de valbijl heeft hij de scribent, mét hem willende sterven, glimlachend afgewacht. Aan alle kanten worden de ramen rood, rood van het bloed der heiligen, die buiten de wacht optrekken en het licht voor de nacht beveiligen. Alleen Sint Thomas blijft mij bij, als een dubbele afgrond van glorie en lijden, [pagina 261] [p. 261] waarvan ik de randen beurteling verlicht, zonder dat één ervan mij kan verblijden. Andere dingen verheugen mij, terwijl ik intussen vroegtijdig verga aan het licht, waarvan zij leven. Maar welk beter deel zal mij weggelegd zijn, wanneer ik nà dit licht, als een die na de biecht op tijd niet kon communiceer en, terug in het donker zal staan? Ik roep alle heiligen aan, maar bizonder Sint Paulus, de sublieme tartaar, die alle wachten voorbij is gestormd en neerviel bij het hoogaltaar, Hij is de enige om wie ik het klokkenspel op de middag vergeten moet, en het lachen der dienstmeid, die voor de blijdschap der klanken haar ziel breed opendoet. Hij kan mij niet zachtmoedig laten sterven gelijk Sint Johannes te Ephese, en bliksemt mij neer, in glorie of smart, nog vóór Sint Thomas mij is ontrezen. L.C. DE ROOVER Vorige Volgende