Roeping. Jaargang 10
(1931-1932)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 249]
| |
KroniekGroot-NederlandMr. Dr. L.J.G. van Gorkom bepleit, in het in dit nummer opgenomen artiekel naar aanleiding van het boek van Professor dr. P. Geyl, op de hem eigen suggestieve wijze een Groot-Nederland, over welks staatkundige formatie hij zich niet nader uitspreekt, maar dat - hoe ook staatkundig georganiseerd - mede te omvatten heeft Wallonië. Juist omdat, naar bekend is - met het groeien van België's onmacht als frans appendix - de gedachten van sommigen in deze richting gaan, leek het ons nuttig de bijdrage van dr. Van Gorkom op te nemen, zij het niet zonder de stille hoop, dat een onzer lezers zich zal aangorden dr. Van Gorkom's inzichten met kracht van argumenten te bestrijden.....
Men kent de stelling van Mr. Zaayer (in ‘Leiding’ neergeschreven), dat onze eerste wens moet zijn: een zelfstandig - d.w.z. niet aan Frankrijk verslaafd - België. De twede wens, daaraan gevolgelik, spreekt dr. Van Gorkom uit, dat in dit nieuwe België de nederlandse dynamiek de overheersende zal zijn. Welnu, het is juist op dit punt, dat naar onze mening sommiger wens vooral vroom moet blijven en nimmer verwerkelikt zal worden.
Het is niet toevallig, dat de wens naar een óók de waalse gewesten omvattend Groot-Nederland zich vooral bij sommige historici doet gelden. In de redenering van dr. Van Gorkom o.a. speelt het histories argument een grote rol. Ons inziens volkomen ten onrechte. Dat in het verleden diets-sprekende streken een hechte eenheid hebben gevormd met frans, resp. waals sprekende moge waar zijn (?), de vraag waar het om gaat is deze: of er heden ten dage nog een wezenseenheid tussen de bevolking van dit gebied is. Men kan ook veilig toegeven, dat b.v. het honderd jaar in één staat samen wonen onder een centraliserend bewind punten van overeenkomst geschapen heeft tussen Vlamingen en Walen, maar van enigerlei wezens-overeenkomst is daarom nog geen sprake. Integendeel: met de dag wordt onder Vlaming èn Waal bewuster het besef van hun wezensonderscheid; met de dag sterker stoten zij elkaar af als vijandelike machten.Ga naar voetnoot1) | |
[pagina 250]
| |
De mogelikheid dat één kultuurrhythme beide volken - zoals dit in de bloei der Middeleeuwen volgens sommigen het geval geweest is - gezamenlik opstuwt, en dat, vervolgens, de diepste drift van dit rhythme nederlands zou zijn, behoort daarmee voor onafzienbare tijd vrijwel tot de onmogelikheden. Het veronderstelt dat Vlaming en Waal zich als wezens gelijk of minstens verwant zouden voelen. Hiervan nu is geen sprake; zij kunnen zich niet verwant voelen, omdat zij het niet zijn.
Rest de mogelikheid, dat de Waal zich 'n gelijkwaardige, neen! ondergeschikte positie in het België-met-het-vernieuwd-aanschijn laat welgevallen. Gelove wie het wil! Met het toenemen van de vlaamse kracht in België, groeit ook de kracht van het waals separatisme. Een pariteitsverhouding met Vlaanderen roept bij de Walen alle schrikbeelden op, die zij zelf in de werkelikheid van ruim honderd jaren ten opzichte der Vlamingen hebben gerealiseerd. Wallonië, met name Luik, zal nimmer bewilligen in een gelijkwaardigheidsverhouding, laat staan in een ondergeschikte verhouding. En niets minder dan dàt, veronderstelt een overheersend nederlands rhythme. Tegen hun wil dus zou een Groter Nederland enige millioenen Walen binnen zijn grenzen moeten boeien! De grootnederlandse staat beleefde een nieuw, en dan definitief 1830, dat honderd jaar geleden nooit zou zijn voorgevallen, als geen Walen in het Verenigd Koninkrijk gezeteld hadden. Het histories argument van dr. Van Gorkom zegt naar mijn mening niets tegenover de aktuele werkelikheid.
Het andere argument pro, dat Groot-Nederland door Wallonië aan Frankrijk te laten vervallen, afstand zou doen van enorm rijke kolenmijnen en industriegebieden, geldt al niet meer: de mijnen zijn voor de betere soorten kolen zo goed als uitgeput, terwijl de industrie zich verplaatst naar de vlaams-brabantse Kempen (er valt hierover binnenkort wel het een en ander te publiceren).
Wallonië heeft, voor Nederland, geen waarde, het betekent, in Groot-Nederland, een uiterst dreigend gevaar. Maken wij Frankrijk groot door het Wallonië te schenken! Geven wij de Walen hun zielerust, door hen te laten terugkeren tot de vleespotten van hun één en enig vaderland Frankrijk! De rechtvaardigheid eist zó - en niet anders....
GERARD KNUVELDER, |
|