Kroniek
Een onbillijkheid
(Ingezonden)
In het laatste nummer van ‘Roeping’ begaat pater Molenaar een onbillijkheid jegens den trappist Hyronimus Rongen.
Rongen heeft daar zelf schuld aan om den niet gelukkigen titel van zijn boekje ‘Gesprekken met Christus.’
Vanzelfsprekend twijfelt niemand er aan - ook niet pater Molenaar - dat Rongen de bedoeling had gesprekken van of met Christus te publiceeren want hij heeft niet de pretentie, hoe zal ik dat nu niet-profaneerend zeggen: Christus ooit gesproken te hebben.
Het is onvriendelijk en onbillijk den ongelukkigen titel letterlijk op te vatten en dan te gaan fulmineeren.
Ik zie de ‘aangelegenheid’ zóó:
Behalve de zeer zeldzame gevallen, dat Christus zich metterdaad verwaardigt tot een mensch te spreken als persoon, spreekt Hij toch, veelvuldig zelfs, tot ons, van binnen door onze eigen tale. En dit is het aan Rongen zoowel als Molenaar welbekende verschil tusschen den letterlijken titel en de...... werkelijkheid.
In de zeldzame gevallen, dat Christus als persoon spreekt is Zijn eigen woord van goddelijke klaarheid.
Maar, als de Christus in ons spreekt is dat gansch iets anders. Dan is Zijn taal, Zijn mededeeling, afhankelijk van ons-zelf, van ons begripsvermogen, van onze eigen zegwijze, Hij schikt zich dan naar het bekje van ieder vogeltje apart. Ik neem dit aan op grond van mijn eigen ervaring.
Ik ben geen theoloog, nog minder een mystieker en daarom zal elk woord wat ik hier zeg den toets der kritiek wel niet kunnen doorstaan; het ‘woord’ doch het feit is inderdaad zooals ik het op burgerlijke manier zeg. Misschien verstaat een theoloog mij niet, maar tal van eenvoudige christenen zullen mij wél verstaan, want ik ben in deze ‘ervaring’ geen eenling, ofschoon deze zielsbekeeringen ook onder christenen slechts zelden onderwerp van gesprekken zijn; ze zijn inderdaad teer en zoo zeer persoonlijk, dat men niet vaak verstaan wordt. Ik ben een rijk gezegend vader van tien kinderen. Ik zeg dat, opdat de lezer begrijpe, dat ik aan O.L. Heer méér en vaker wat te vragen heb dan lieden die niet zoo ouderwetsch dom zijn dan mijn vrouw en ik. Ik heb ononderbroken wat te vragen; voor mijzelf niet het minst.
En de ervaringszekerheid is deze, dat bijvoorbeeld bij een H. Communie of bij een avondmeditatie, als een verslondenheid optreedt, duidelijke antwoorden op mijn vragen vallen...... in mijn eigen taal. En de