Staats- en maatschappijleer
Rationeele Maatschappij- en Staatsleer door J.H. Niekel 1931, N.V. Paul Brand's uitg. bedrijf, Hilversum.
BIJ de beoordeling van dit werk zal men, wil men een minder rechtvaardige kritiek vermijden, voor ogen moeten houden, wat de schrijver wilde geven. Dat is n.l. eerstens een handboek als leiddraad bij lessen, waaruit volgt dat het gesproken woord de beknopte gegevens nader moet toelichten. Vervolgens is het boek vooral theties bedoeld, het wil de stellige leer geven naar de aristotelies-thomistiese beginselen. In het voorwoord wordt gedetailleerde bespreking der vele andere theorieën uitdrukkelik uitgesloten. Toch kan ik begrijpen, dat menigeen er verwonderd over zal staan, allerlei hedendaagse opvattingen zo geheel te zien doodgezwegen. Als tegenstelling komen toch vanzelf ook anderen aan het woord en dan spreken bij schijver altijd de oud-bekende handboekfiguren, op zich overigens niet zonder belang, zoals b.v. Jean Jacques. Men zou toch ook wel iets van deze eeuw willen horen, b.v. over opvattingen van Krabbe, Warmonds buurman, om één uit de tientallen te noemen.
Het schrijven van dit boek is een geweldig zware taak geweest, want de vragen over maatschappij, huisgezin en staat brengen talloze ingewikkelde problemen mee. In de 147 nummers wordt dan ook een onafzienbare reeks vraagstukken, die diep in het leven ingrijpen, te berde gebracht, het nationaliteiten-probleem zo goed als het koloniale vraagstuk, de gronden van strafrecht zowel als de wereldbond der volken, om slechts enkele voorbeelden aan te halen. Het is dus niet te verwonderen, dat iemand, die zijn aandacht richt op een detailvraag in het boek, dikwels onvoldaan zal blijven. Rijpheid van behandeling is nauweliks te vinden. Daarom meende ik boven er op te moeten wijzen, dat we te doen hebben met een leiddraad.
Bezien we het werk als geheel dan valt één goede kwaliteit biezonder op: de klare, eenvoudige, rustige betoog-