Roeping. Jaargang 4(1925-1926)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Gerechtigheid Als vale hongerwolven in besneeuwde steppen op weerloos aas, Zoo stort gij allen op 'n mensch die viel, Rechtvaardigen in zelfgenoegzaamheid, Als waart gij allen heilig, één voor één. Waar God vergeeft, Daar spreekt de kleine mensch zijn oordeel hard en koud, En dekt zijn eigen zonden met een anders leed, Zooals de grauwe nacht in wereldstad De vele zonden veilig bergt In haren mantel. Maar Christus met zijn puur gelaat Staat hoog te stralen boven uw gedoe En dekt met zijne gloriehanden De zwakheid toe Die reeds met rente van veel lijden is terugbetaald Door uwen broeder, even zwak als gij, Doch minder listig dan de kinderen der nacht. GERARD VAN IMBEECK Vorige Volgende