| |
| |
| |
De groote drijver.
(Drama in acht tafereelen en negen perspectieven)
Personen.
GIEL VAN HOLSET, de Groote Drijver. |
DARKHINE, een Russisch dichter. |
KOLZOF, een speculant. |
KAHN, een joodsch student. |
Kapelaan LEBON. |
ZEROMSKI BERZSENYI, Poolsch salon-communist. |
TEMESVAR, Hongaarsch geleerde. |
LOTTE DIELEN, secretaresse. |
KÄTHE. |
DORA. |
VROUW NITTELSBACH. |
PRINSES WARJA RACHMATOF, cabaretzangeres. |
GEZANTEN van Spanje, Italië, Duitschland, Frankrijk, Engeland, Nederland, Zwitserland en Amerika. |
ROSENHAIN, zich noemende Trepof, volkscommissaris. |
ECONOMISCHE CHEF. |
MILITAIRE CHEF. |
EEN KARDINAAL. |
EEN GEESTELIJKE. |
AZIATISCHE VORSTEN. |
BEDIENDEN. |
EEN DWEPER. |
EEN BOER. |
EEN AMBTENAAR. |
Een krijgsraad van legerleiders. |
Aanhangers van den Grooten Drijver, zich profeten noemende. |
Verder: Mongolen, Turken, Kameeldrijvers, Russische studenten, Herbergbezoekers, Mannen en vrouwen, Wachters, Kinderen en voorname toeschouwers. |
| |
1e Perspectief.
Volksbuurt in groote West-Europeesche stad, met hooge grauwe arbeidershuizen. Een ononderbroken stoet van werkeloozen trekt voorbij. Af en toe klinkt de Internationale op, terwijl men tevens populaire modedeuntjes hoort fluiten.
Op den voorgrond staan drie mannen, waaronder Holset.
Honger! Weg met de kapitalisten!
Brood! Honger! Revolutie!
Konden er maar wat meer emigreeren.
We hebben toch allemaal recht van leven.
| |
| |
In het centrum kunnen de mijnen niet meer mee: ze zijn uitgeput. Binnen tien jaar wonen daar negentig duizend menschen te veel.
Een moeilijk probleem te meer.
Beweging onder de volksmassa, geschreeuw, gerinkel van glas.
Ze beginnen te plunderen.... Cavalerie....
Plots vallen schoten. Allen tierend en in groote verwarring af.
| |
1e Tafereel.
Ietwat kale en onpersoonlijk gemeubelde kamer. Aan den wand hangen enkele platen, waaronder men herkent afbeeldingen van den Christus van Limpias, van Dante, Dchengis-Khan en Stinnes.
| |
1e Tooneel.
(Holset - Kahn.)
Mag ik me voorstellen: Giel van Holset.... ik heet niet Dolf.... Overigens: van harte welkom.
Waarachtig niet, officieel, met prima papieren! Je snapt wel waarom.
Hoe ik nu je vluchthol ontdekt heb, zul je je wel afvragen. Zuiver toeval.... want met afgeschoren knevel en wat exentriek gekleed, kun je best voor een ander doorgaan. Daarom: praat nu ook niet hardop in je zelf op straat!
Zeker groot toeval; ik praat alleen maar in me zelf, wanneer ik erg zenuwachtig ben.... en dat ben ik nog een beetje.
Dat kan ik me voorstellen.
Laten we niet daarover redeneeren. Begin weer hevig te filosofeeren net als vroeger in Torenen. Ik werd altijd het meest, het best en het diepst Christen, wanneer ik met jou praatte....
| |
| |
(lachend):
Als ik, de jood, bij je was!
Je weet: ik hou van Torenen: een prachtige ouwe stad. Ik mag ook de Torenaars wel, au fond beste kerels, katholieken allemaal - zelfs de socialisten - met onbewuste en onderbewuste diepten, maar lichtelijk indolent. Daarom was ik blij als ik jou in de vacanties weer eens zag.
Dan werd intellectueel en wijsgeerig gefladderd.
Toegegeven, maar toch boven en onder afgronden, die ons dan bewust werden.
En je had iemand die je tegensprak, dat heb jij noodig om je-zelf te zijn als mensch en Christen.
Als dat zoo is ga ik denkelijk spoedig groot Christen worden.
(wantrouwend):
Wat wil je nu weer uitspoken? Ben je die twintig dooden al vergeten?
Gezien heb ik ze gelukkig niet; ik zal ze dus kunnen vergeten.
Het wordt tijd dat je weer wat gaat vlinderen.
Lang genoeg maakte me dat onschadelijk. Dat heeft afgedaan; ditmaal ben ik volkomen mezelf geworden, dus iemand anders dan indertijd.... toen een vroolijk, luchtig masker me vermomde.
Dus de strenge fanaticus die je in den grond meende te wezen, zal voortaan enkel meer bestaan. Wat wil je eigenlijk?
Precies weet ik dat nog niet, maar ik voel: er is iets in wording.
Waarom woon je hier in die star-protestantsche stad, waar ik het geen week zou uithouden?
| |
| |
Waarom hier? Om me zelf te dwingen me zelf te blijven, sterk en ongemoedelijk, en toch zonder egoisme, vol liefde zelfs, maar van strenger aard. Hier heb ik met nagenoeg niemand omgang, in Torenen liep ik met iedereen. De eenzaamheid begint me toch al hard te vallen, ik hoop dat je wat blijft. Wat kom je hier doen?
Primitieven bestudeeren in 't museum.... en, - bon gré, mal gré - een paar handelsgeschillen van m'n naaste familie uitpluizen. Een maand lang kunnen we elkaar nog wel wat doorzagen.
| |
2e Tooneel.
(Vorigen. Vrouw Nittelsbach.)
Meneer Holset, eenige dames voor U!
(triomfantelijk):
En je kende hier niemand.
Voor mij? Moet een vergissing zijn. Wat willen ze?
Begrijp het niet. Laat ze binnen.
(Vrouw Nittelsbach af.)
Zeg, ik kom later nog wel terug.
Waarachtig niet, speel nu maar eens m'n engelbewaarder en help me de egaliseerende invloeden der vrouw te braveeren.
| |
2e Tooneel.
(Vorigen. Käthe, Lotte, Dora.)
Wat verschaft me de eer, dames?
Er wordt een groot liefdadigheidsfeest gegeven voor de vrewaarloosde kinderen. U koopt toch zeker een kaart!
| |
| |
Spijt me zeer, dames, maar ik moet straks alweer de stad uit.
Dan komt U er toch zeker niet langs.
Eigenlijk vind ik verwaarloosde kinderen veel te aardig om te verbeteren.
Foei, meneer, als de verbetering ze minder maakt is dat geen compliment voor ons.
....dat wij geen verwaarloosde kinderen zijn?
Als U zoo praat verkoopen we U liever geen kaart!
Amende honorable; ik bedoelde enkel, die verwaarloosde kinderen zijn.... om te schilderen.
Gij zijt voorbestemd voor meer en beter: om te zoenen.
Laten we gaan, 't wordt hier benauwd.
Vier jaar wil ik wacht houden in de loopgraven der liefde, om èèn kus van U....
Laat me uitspreken: per seconde en per wang....
Neem je kaart, 't wordt tijd!
| |
| |
| |
4e Tooneel.
(Vorigen, zonder Holset.)
Ze moesten mij zoowat niet zeggen!
Als ze 't nog deden, tenminste.
Doe niet zoo preutsch, je hoort 't ook graag.
Hij heeft een mooien mond, zag je dat.
Daarom lacht ie ook aldoor en coquetteert ie met z'n glimlachjes, Is dat 'n man!
(plechtig)
Als een radio zonder antenne.
(zacht)
Die heeft 'n revolutietje met een paar dozijn dooden op zijn geweten!
(minachtend):
Die?! Daar heeft ie geen gezicht voor!
Toegegeven.... en toch is het zoo. Hij heeft misschien niet het gezicht ervoor, maar wel den geest.... van zijn hart zwijg ik maar weer.
Zijn er al veel afgeplukt?
Er schieten er nog wat over.
Ik kan niet gelooven, dat iemand die zoo spreekt tot beduidende dingen in staat is.
Dat revolutietje imponeert me overigens niet. Na den oorlog heeft ieder jongmensch zoo wat meegemaakt.
| |
| |
(ernstig):
Ik vrees, dat ie nog tot veel beduidender dingen capabel is dan menigeen lief zal wezen.... Maar stil.... Daar komt ie....
(snel):
Wat eet ie graag?
Asperges met lamsborst, geloof ik.
(hoonend):
De weg naar het hart gaat door den maag!
Droom je je al in de keuken, Lotte?
| |
5e Tooneel.
(Vorigen. Holset.)
Hier, heel m'n bezit bij elkaar geschraapt. Geef me daarvoor een plaats vanwaar ik jullie aanhoudend zien kan.... en van het tooneel niets.
Laatste rij. Tweede rang!
Tegenover jouw buffet natuurlijk.
Zeg, kort bij de restauratie.
Hoe kan ik nog aan eten denken, als ik jullie zie.
Nu wordt het toch tijd dat we gaan. Maak wat voort, Lotte!
(bij 't heengaan):
Weet je wat je bij mij ook kunt krijgen?
Een zusterlijke omhelzing?
(giechelend):
Asperges met lamsvleesch.
| |
| |
(naroepend):
Als 't lam graag in wolfsklauwen vallen zou kan 't meegaan naar den burgerlijken stand.
(snijdend):
Memento mori!
| |
6e Tooneel.
(Holset - Kahn.)
(wat ontstemd):
Hoorde je dat?
(ontwijkend):
Die chagrijnige wou zeggen: flirt niet te hard, denk aan je eindje.
Die kan ook gedacht hebben me toe te roepen: denk aan de dooden.... Ik ben bang dat je wat loslippig bent geweest.... En die asperges....
Die asperges geef ik toe....
't Kan me ook weinig schelen.
Die gelooven van jou toch niks groots meer. Je ziet er niet meer naar uit en je praat er niet naar.
Over belangrijke dingen praat ik niet: die poog ik te doen.
Je zei niet meer in 't moeras der liefde te willen raken, maar me dunkt dat je er alweer tot de enkels in loopt.
(overmoedig):
In die zaken ben ik te licht om te zinken.
Maar de giftige dampen van 't moersa.
Je hebt gelijk. Praten we van wat anders. Hoe gaat het met pater Deman?
Ik heb hem lang niet meer gezien.
| |
| |
Voor een eclecticus als jij bent, heb je 't toch lang volgehouden bij hem. Geloofde je zelf aan een bekeering?
Schoonheid en 't moet waarheid zijn! Je zoekt als een aestheticus, die vindt nooit! Zoek als een kind, of als een tramconducteur voor mijn part, en alleen naar de waarheid, ook al zie je niet dadelijk de schoonheid erin. Dan kom je tot rust!
Ben jij tot rust gekomen?
In de diepste lagen van mijn gevoels- en gedachtenleven was het altijd rustig, haast zei ik: te zeer. Doel van leven en lijden zijn voor mij geen probleem. Wanneer de menschen deugen kan er bijna complete harmonie heerschen. Mij kwelt de eeuwigheid ook niet, maar wel de tijd!
En van den weeromstuit kwel jij den tijd weer.... Zeg, neem me niet kwalijk, ik moet nu naar het museum. Ik loop straks nog wel even aan. Zoek je intusschen een andere kamer, ik vind ze ongezellig, onpersoonlijk.
Den duivel der gezelligheid bande ik met opzet. Geheel onpersoonlijk is ze overigens niet, kijk maar eens rond.
Waarachtig: de Christus van Limpias....
Aan de legende daaromtrent geloof ik niet!
Dante.... Stinnes.... en wie is die Mongool?
Dschengis-Khan!.... Wat anders dan Maurits Kahn.
Ben ik al vijftig, wie weet!,.... Waarom heb je hier weer zoo'n veroveraar hangen?
| |
| |
Weet ik het! Onderbewuste preferenties.
Ook als jood heb ik eerbied voor Christus.... en voor Dante.... zelfs voor Dschengis.... maar Stinnes?
Voor de rest spreekt de kamer van m'n geregelde afwezigheid!
Die ik completeer.... Tot ziens....
Discretie.... en ik heet Giel van Holset.
| |
7e Tooneel.
(Holset alleen, later Nittelsbach.)
Verdomd.... ik begin weer te flirten....
(scheurt toegangskaart stuk)
Weg ermee.... de gemoedelijkheid uit mijn verleden wil ik vergeten, in de toekomst bestaat ze voor mij niet meer....
(geklop op de deur)
Binnen.
Een geestelijke voor u, meneer.
Een katholieke, geloof ik.
(verwonderd):
Hé.... ik dacht, hier woonden geen katholieken. Laat maar binnen.
| |
8e Tooneel.
(Holset - kapelaan Lebon)
(zich voorstellend):
Kapelaan Lebon.
Holset.... Aangenaam.... Ik ben een beetje verbaasd.... ik dacht dat hier alleen maar protestanten woonden!
| |
| |
Diaspora!.... veel grondwerkers.... Bovendien heeft het nieuwe filiaal van de Weensche bank nogal wat Katholieken hier gebracht.... en de ijzergieterij Vulcaan ook....
Ik begrijp 't, U komt eens poolshoogte nemen. Nu, ik kwam altijd trouw mijn kerkelijke verplichtingen na en nu dit hier mogelijk blijkt, zal ik 't hier zeker niet laten.
Voor mij de eenige manier om tenminste één vrouw gelukkig te maken.... door ze niet te trouwen.
Dat meent U zelf niet. Zeg, U is nog jong.
Wind en weer dienende.... en met wat gezichtsbedrog.... Allo.... 't kan nog zoo'n beetje.
We hebben een katholieke dansclub opgericht.
In modernigheid hebben we de socialisten al geklopt.... maar wat bedoelen we daarmee?
Mondainigheden volgens principe?.... Neen, fokcentrale!.... Ik was er zoo gauw niet; ik kom immers uit een geheel katholieke streek. 't Spijt me wel.... ik dans gelukkig niet.
Ik liet dansen, ik laat dansen, ik zal laten dansen. Mooi vervoegd.
(opstaande):
Ik geloof dat ik aan 't verkeerde adres ben.
Voor de dansclub, zeker! Maar blijf zitten, daar zijn nog wel andere dingen van belang dan.... vergeef me de uitdrukking.... zoo'n fokcentrale met jazzband-accompagnement.
Werkelijk, ik geloof, dat we eer een wereldcampagne - of tenminste een campagne in West-Europa - kunnen gaan ondernemen voor het celibaat. Er zijn huwelijken genoeg, aan grooter kinderproductie zie ik op zichzelf geen behoefte, maar wel aan kloosterlingen - niet in goed betaald onderwijs - voor de missies bijvoorbeeld en aan roepingen in Frankrijk en Zuid-Amerika.
| |
| |
Met het laatste ben ik het wel eens, met de rest niet.... allerminst.... kinderbeperking is een zware zonde.
Accoord, 'k wil ook geen huwelijken onvruchtbaar maken. In constateer enkel: wij lijden in Europa aan overbevolking, in de laatste eeuw verdubbelde het aantal inwoners. Op sommige deelen van Azië, Indië, Java, Japan, China is het evenzoo gesteld. Waar gaan we naar toe met die menschen?
Onze Lieve Heer die de musschen spijzigt zal ook de menschen niet vergeten.
Ik voel mijn medeverantwoordelijkheid voor de toekomst.
Toch niet: ik heb te veel te weinig liefgehad en te weinig te veel.
Ik begrijp er niet te veel van maar wel te weinig.
Ook niet erg.... Zeg.... we raakten daar zooeven een probleem aan, waarover ik dikwijls pieker. Ik beweer, dat de emigratie door een volkenbond moet worden geregeld.... anders gaan we elkaar weer vermoorden als in '14.
In de weinig bevolkte werelddeelen woedt de oorlog ook.
Daar kan die, levend volgens beter beginsel, vermeden worden, hier haast niet meer. In elk geval, met of zonder oorlog, er moeten millioenen weg uit Europa; er is in Amerika, Afrika en Australië trouwens nog plaats voor onbeperkte tijden. Ik verzamel nu statistieken en ga er dan een boek over schrijven. Ik probeer het in alle moderne talen vertaald te krijgen, misschien geeft dat wel een stoot in de goede richting.
| |
| |
Idealen!.... sommige noodgedwongen.... Al ben ik in den grond misschien een oorlogszuchtige natuur - of juister: gekweld door een aangeboren gave voor oorlogvoeren - toch blijf ik Christen genoeg om voor een ideaal van eeuwigen wereldvrede.... te strijden.
Dat is een maçonniek ideaal!
(hoonend):
U moet eens op retraite gaan, eerwaarde.
(geërgerd opstaande):
Er staat ook geschreven: geen vrede kom ik brengen, maar het zwaard! Adieu.
(naroepend):
Maar ook: wie het zwaard bemint, zal door het zwaard vergaan. En in de tien geboden: gij zult niet doodslaan.
| |
9e Tooneel.
(Holset - Nittelsbach.)
(alleen):
't Zijn me wel theologen en moralisten.... En toch heeft Christus inderdaad gezegd: geen vrede kom ik brengen, maar het zwaard!
Een prentbriefkaart voor U, meneer Holset.
Laat zien!.... O jé.... een lief paartje met hevig verliefde kopjes, glad als geschoren eitjes.... groeten van Lotte Dielen en van de asperges.
Waarom verscheurt U die kaart?
Gooi ze gauw in het vuur....
(heengaande):
Wat 'n vrouwenhater.
(in gedachten heen en weer loopend):
Geen vrede kom ik brengen, maar het zwaard! Wat een geweldig woord.... 't is of ik daarop wachtte.... maar nog niet rijp er voor ben.... Vrouw Nittelsbach.... kom eens even terug met de stukken van de kaart.
| |
| |
Hebben ze jou ook zoo'n kaart opgeplakt voor dat liefdadigheidsconcert?
Ik heb er geen tijd voor.
Goed, ik koop ze.... Hoe laat begint dat?
Best, leg ze maar gereed.
(Nittelsbach af)
Geen vrede kom ik brengen, maar het zwaard.... Ik begrijp het nog niet goed.... ik voel me nog niet rijp ervoor.... Ik ga voorloopig nog maar eens naar dat concert.... Laatste rij, tweede rang.... bij het buffet....
|
|