Roeping. Jaargang 3(1924-1925)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 353] [p. 353] [Jer. Vermin] Uw genade over ons: sneeuwstorm rijk en met aandrift. We zijn ondergestoven, zonder het te weten: de verrassing van 'n eerste kijk uit het raam na een volle sneeuwnacht; en 't sneeuwt nòg, 't sneeuwt nòg! Maar de mensenvoeten drukken zo zwaar en onze ziel is een te veel begane straat. Sneeuwpracht in de morgen, in de middagstilte, des te meer slijk. O God en dan.... de hele, hele klamme kille namiddag die stilverwijtende aldoor dezelfde - als niet te keren - jammer, van vallende, langzaam uitstervende sneeuwvlokken in het slijk van de straat. JER. VERMIN M.S.C. Vorige Volgende