Roeping. Jaargang 3
(1924-1925)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
Eigen kultuur, eigen taal.Studia CatholicaGa naar voetnoot*) heeft z'n eerste aflevering, en dat is 'n verheuging. Terecht zegt Prof. Jos. Schrijnen in de inleiding, dat deze samentrekking op godgeleerd en wijsgerig gebied 'n bewijs is van kracht, immers van sterker kultuur die zich in dit meer ompaald gebied sterker kan openbaren. De opstellen van deze eerste aflevering zijn dan ook uitstekend van diep wetenschappelik denken in scherpzinnig betogen en klare uiteenzetting. Dat is 'n blijheid voor onze Nederlandse katolieke en daardoor voor heel de Nederlandse kultuur. Toch is onze blijdschap heel niet onvermengd. Juist voor onze Nederlandse katolieke kultur geeft deze eerste aflevering reden tot grote bezorgdheid. Immers niet minder dan de helft van de aflevering is niet geschreven, in d'eigen Nederlandse taal, maar in vreemde talen, nu Frans en Duits. In schijn mag dit lijken breedheid van kultuur en sterke sinteze, die velerlei landen en volken samenbindt, in werkelikheid is 't innerlike zwakheid van eigen kultuur en eigen sintese. Dit is niet de juiste manier, om de algemene kristelike broederschap van de mensen in deze wereld te versterken. Eigenlandse, eigenvolkse kultuur, en dus, dat volgt noodzakelik, geuit in eigen taal, die eigen kultuur begrepen en bestreefd in de juiste menselike opvatting, zoals die door God gewild is, dat is de beste waarborg voor de algemene kristelike beschaving. Ieder volk volgens eigen aard, omdat alleen volgens eigen aard de volle menselike kracht van persoon en volk zich in alle rijkdom kan ontwikkelen. Doet men dat niet, dan wordt alles vermengd en verdoezeld. En dat gevaar van verlies van eigen aard en karakter is voor 'n volk, betrekkelik klein in mensental, zichtbaar veel groter dan bij 'n grotertallig volk. En de uitkomst zal op den duur zeer zeker wezen dat de Nederlandse kultuur, hier in 't biezonder de katolieke Nederlandse kultuur, verzwakt zal worden door 'n ongezond kosmopolitiese. Ongezond, omdat die d'eigen mensen en daardoor t'eigen volk geestelik ziek maakt en zwak, zodat et de mensheid niet meer kan geven, wat 't volgens eigen sterk karakter geven kan en geven moet. Geen chauvinisme, dat is, geen hovaardig onkristelik zich verheffen op eigen goed; of nog erger, geen neerhaling van't goed dat anderen doen voor de mensen. Geen van beide dingen deugen; want dat is van z'n wortel tot z'n uiterste takken onkristelik dus onmenselik; onnatuurlik, tegen de natuur door God ingesteld, en tegen de genade | |
[pagina 54]
| |
door God in de bovennatuurlike orde aan de mensen gegeven. Maar geen verlochening ook van eigen aard, geen wegduiking van eigen wezen, om schijnbaar algemeen te zijn, dat is evenzeer tegen Gods bestel in de natuur, en dus tegen Gods bestel in de bovennatuur, die altijd op en in et natuurlike moet uitgroeien. Schijnbaar algemeen. Immers met Frans, Duits, Engels en allerlei talen meer, toch niet algemeen, toch enkelzijdig. Laten zij die zich geroepen voelen in anderlandse talen mee te werken aan de verdieping en aan de beschaving van de mensheid, dat doen in de tijdschriften van die taal. En omgekeerd, zijn er buitenlanders die in onze tijdschriften willen schrijven en dat niet in't Nederlands kunnen, laat dan de redaktie 'n zorgvuldige vertaling geven in't Nederlands. Dan zullen ze trouwens ook heel wat meer mensen bereiken. Hoeveel mensen die geen Nederlands verstaan, zullen 'n Nederlands tijdschrift gaan lezen, omdat daar, in alle afleveringen zelfs, iets in et Duits, iets in et Frans, enz. te lezen staat. Of is misschien de bedoeling de overdrukjes te kunnen sturen naar et buitenland? De prijs, de verkwijning van de Nederlandse katolieke kultuur, is daarvoor toch veel te duur.
H. MOLLER. |
|