Roeping. Jaargang 2

[p. 408]

Vers

Alle mannen hebben rimpels
pijniging van nacht naar nacht:
in het donker het tournooi van het vleesch,
koel in de brand: wijwaterdrup op je voorhoofd.
Allen dragen het zwoele geheim
dat ons allen broeders maakt

de troosteloosheid van het vleesch
de lucht zuiver om Vader's huis
en altijd de kamp van nacht tot nacht.

Zag je de hooge huizen in de stad?
Daar woont een eindeloos geslacht,
menschen als wij.
Moeders, die door God gezegend zijn,
en angstig zien naar wat hun lichaam baarde
Vaders die St. Jozef benijden om zijn tevreden gezicht.

Gestadig leeft de Kerk als een blij mirakel
Gods hart is het onze nabij.

ALBERT KUYLE