Roeping. Jaargang 2(1923-1924)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 358] [p. 358] [Jozef Hollandt] Voor P.v.W. Uw weenende glimlach is als 'n arme maneschijn aan overdagschen hemel. Waarom? Heb 'k niet Uw ziel zien dolen Door 't herfstbosch? Als de Zon gedaald is Zijn de gouden dwarrelblaadjes zwart. Waarom, waarom Uw glimlach? Wie lacht er, als de Zon gestorven is? Ik ken toch wel uw droeve glimlach En weet toch immers, Dat ge 'n traan bedoelt. JOZEF HOLLANDT Vorige Volgende