Roeping. Jaargang 2

[p. 227]

Vreugde.

Neen, niet:
‘Uw vreugden zijn zoo zelden en zoo klein’
Uw vreugden, God, zijn altijd om ons heen
en waaien van den einder naar den einder.

In den voortdurenden bouw aan onze levenstaak
- telken dag opnieuw in Uw Naam -,
weten wij Uw Wet, die onze Vreugde is.
Een stralend licht over alle dagen,
een sterke hand in ons moedig bestaan.
Geduldig Adams zwakheid dragen:
één strakke lijn, waarlangs wij gaan
van iedren morgen tot den dooden avond
en door den nacht tot aan den nieuwen morgen:
Uw vreugde Heer, is ons nabij!

O, daarom willen wij voor alle menschen goed zijn:
dat Uw groote Vreugd niet ongemerkt voorbijgaat:
de moeden van dit zware leven,
de bittere lachers om Uw heerlijkheid
en doffe lijders van een doelloos streven.
Leer allen, Heer, Uw Vreugde kennen!
Hun blinde oogen staren leeg en ver
en zoo dichtbij gaat hun verlangen. -
Dat door hun leven ook Uw Vreugde ruische
en waaie van den einder naar den einder.
Alleluja!

JAN WAELRE