Immers deze hebben niet te zijn brengers van de dood en grappenmakers met bloed, die afgeslagen koppen met uitpuilende ogen voorhouden aan een geil publiek! Want onder de gekozen naam zal het tijdschrift enkel en alleen gelezen worden door lieden, die er scheldproza verwachten, onverschillig of het vóór of tegen onze Kristus gaat.
Katolieke jongeren - want dit periodiek wordt uw orgaan genaamd - doet wat ge kunt om die plebs-vermakende, gruwel-hansworstige, alles te samen belachelike en voor onze talenten uiterst kompromitterende titel van het ding af te krijgen. Zo niet, dan zal het gelezen worden, alleen om de attraksie van zijn naam, die op het inferieure spekuleert, zo wel als ‘Blanke Slavinnen’, ‘De geschaakte Schone’, en dergelike onwaardige draken. Edeldenkenden, die zich niet getrokken voelen door zó'n melodramatiese titel zullen - en terecht - ‘De Valbijl’ beschouwen als het orgaan van het opstandige geestesproletendom. Immers die naam is een toegave aan lage populariteits-zucht door de attraksie van het vuil. De echte valbijl - (de eventuele peet-oom) is een masjien geweest, waarmee het geïnkarneerde vuil een Marie-Antoinette en een Madame Elisabeth en zo veel andere edelen van geest en natuur op beestachtige manier vermoord hebben.
Nog eens: men begrijpe me goed: er is niets tegen dat het werkelik-lelike, het intens-lage wordt bestreden. Maar dit geschiede op edele wijze; er is al modder genoeg! En dus niet onder den titel van het masjien der trivialiteit. Wij, katolieke jongeren zijn gaarne bereid, waar dat nodig is, onze prinsiepen te verdedigen, maar als men spreekt van een valbijl, dan zeggen we: neen, niet met zulke hulp en niet met zulke bondgenoten!
Niets van wat dit artikel behelst, is bedoeld om iemand, wie dan ook, te krenken of te beledigen, maar wij zijn aan onze naam van katolieke jongeren verplicht, te waarschuwen tegen het lage en het onbezonnene.
ANTON VAN DUINKERKEN