Roeping. Jaargang 2(1923-1924)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] Jubelstadje Voor m'n vader. Jubelstadje, waar ik werd geboren, jouw uitgelatenheid hangt aan de gevels als guirlanden. Boven jouw straten wapperen de wolken: festoenen van luchtruchtigheid. En van de herbergtafels davert jouw lied van mensenverbroedering. De harten van jouw burgers zijn zo feestelik als lampions op koninginnedag. Jouw poorten staan open voor zeewind, die binnenholt als dolle jonge meisjes: - op alle gezichten komt frisse gulheid -. En jouw massieve toren heeft een vertrouwelike stem, zijn lach is als van oude burgers aan de bittertafel. Vredefeesten zijn jouw avenden met fakkel-taptoe van soldaten: - een statig lied van aller mensen goedheid klinkt tegen de muren van den hemel. Uit alle ramen licht gezelligheid als van moeders verjaardag. Onder de sterren heb jij grote rust: Maria waakt op alle hoeken en engelbewaarders zweven boven al jouw straten. Halfduister geeft jou vertrouwelikheid en over jouw huizen hangt de meigeur van een middeleeuwse voornacht. ANTON VAN DUINKERKEN Vorige Volgende