Roeping. Jaargang 2
(1923-1924)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
Voor het allerheiligste.Ga naar voetnoot*)Fijne belofte van dat groot gemoed,
Jezus: Vleesch en Bloed;
In den avond van Uw lijden, testament,
Wonder van liefde door de tijden,
O Heilig Sacrament!
O God, o God, die mij verstaat:
Zachtmoedig Lam, dat niet meer blaat,
Geduldige Tarwe, die U malen laat
Door onze tanden;
Witte Bloemen in zóó vuile handen!
Licht, dat in duisternis ondergaat,
Kracht, die in zwakheid verborgen staat -
God, God, die mijn zonden haat;
Onverteerbre Vreugde van Gods kinderen!
O Gij, die een krank hart dulden leert,
Die Judas' kus niet weert -
Die zegenend, niet gezegend wordt,
Die, Blijdschap, niet geboodschapt wordt,
Die wacht en niet geantwoord wordt,
O Hart, dat niet beluisterd wordt....
Jezus, zoete Memorie!
Schoonheid in eenvoud, allerhoogste,
In ootmoed: glorie!
Witheid van leliën in alle dalen
Zaad van kathedralen!
O Toorts van Thomas,
Vlam van Vader Vondel, - zijn zoet genadebrood!
Fijnheid van Thijm en wierook na zijn dood
Uit alle ramen van zijn huis.
Brood, maak ons sterk en kuisch;
Voedsel der Leeuwen en der Adelaars,
Geef onze harten 't bloed van Uwe martelaars,
En breng dit oud geslacht van tollenaars
Een nieuwe lente!
JAC. SCHREURS, M.S.C. |
|