Roeping. Jaargang 2(1923-1924)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Nacht vóór Maria-hemelvaart. O verre reine in de oneindigheid! Zie op de donkere aarde, verloren in stilte en duister, dit wereldkind alléén; - dat poogt zijn brandende oogen te heffen naar U - naar de sterren, waarop Uw witte voeten staan; - dat poogt een schreeuw van heimwee te schreeuwen naar U - òver de stilte van 't Universum! Zijn liefde 'n meteoorval door het duister in Uw schoot! O verre onnoembare in Uw onaanraakbaarheid - ster-nacht van reinheid op ons troebel bestaan! O neem ons op in Uw ongeschondenheid! Eén huivring van liefde - één verdieping-in-U en we zullen voorgoed onze oogen sluiten voor dingen der aarde - als reuzen onwrikbaar gaan staan in den donkeren stroom; maar onze mond zal gloeiende woorden werpen - sterr'ling van liefde naar U - die duizendvoudig breken in rijz'ling van stille, witte vlammetjes néér - ver over alle de donkere menschen! O Moeder! Vrouw! O zie onze naaktheid eens! de barheid onzer zonden, die hier niemand weet! de hartstocht roode gifplant in elk bloedwarm hart - ons kleed van kleurige leugens voor elkander - Voor U dekt het onze armoe niet. - Zie onze naaktheid Moeder! Vrouw! koèl ons verlangen tot een witte droom over U! Ster-koningin! een verre heugenis is met Uw naam nog onder dit donker volk, van wat Uw grootheid en Uw schoonheid is: ‘verre legende uit gouden tijd, toen alle menschen groote kinderen waren.’ [pagina 57] [p. 57] Maar bòven de sterren bloeit Uw Waarachtigheid - o deze banden om ons opstandig hart! Moeder! Astarte in lillende naaktheid koningin van den nacht der aarde - Moeder! onze lippen zijn droog en onze oogen branden - ons bloed is zoo wild! - Geef ons ergens een stille plaats in het groote leven: We willen palmboomen zijn aan het strand der wereldzee - in stille neiging gebogen over de golven, die rusteloos drijven voorbij naar de verten, waar wij nièt willen zijn - En daar droomen van U! Moeder! wij - onze aandacht - naar U gestadig, naar Uwe waarachtigheid! En ons lied een witte zuivere droom - een maannachtnevel in een veld van stilte: verrukking om U in ons sterk jong leven, waarin de stilte der wijsheid moet zijn! En ergens een verre, klare klaroen in een slapende stad, die van dit wonder wéét: om de menschen te roepen in 't reine mysterie: de sternacht der aarde, waarop Uw witte voeten staan; - en de stilte der wijsheid in òns jong leven - in strakke verrukking geheven naar U........ JOS. VERJANS. Vorige Volgende