Roeping. Jaargang 1(1922-1923)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 394] [p. 394] Dante Verbittering is star geworden om uw mond, Maar uw slapen, gladgeschuurd door tijdstorm: een monument van eeuwen rust. Torser van drie werelden gingt gij, gebogen, eeuwenzware pijngang in andermans huis. Toch was uw ziel vol Fransiskaanse heerlikheid. Uw ogen dronken Gods genaden en, star gericht op alle mensenzielen, zijn ze licht geworden: in brons verpuurde sterren-van-bescherming, vuurbakens van Gods Vaderschap. Buigend over de donkere krochten der toekomst hadt gij de hellestank lief: uw hart bereidde bitterheid tot troost. Gij hebt een toorts naar den hemel gegooid: de sterren zongen het Hooglied der Liefde, die alles beweegt. De harmonie der sferen hebt gij ons gespeeld: eeuwigheidswind woei in de holten van ons hart. De passie van ons heimwee is door U bedaard, sterke beiaardier van Gods rust. De kracht uwer gerechte wreedheid is der geslachten een voedsel. Alle luchten zijn bewolkt van uwe bitterheid. Maar uw liefde leert ons: heilige diepten te lezen in d'ogen uwer Gelukzalige en met Sint Bernard tot de Moeder Gods te gaan. Doopsel van Goddelike schoonheid gaaft Gij ons: God zet Zijn poorten van genade open als gij spreekt. ANTON VAN DUINKERKEN. Vorige Volgende