Feber's treurspelen
2. (Slot)
David verscheen in Van Onzen Tijd 15e jaargang.
David, et noodlot der Grieken vergoddelikt: Gods zwaar wrekende hand die in z'n geslacht David tuchtigt om z'n zonde.
De koel-verhalende woorden uit et boek der Koningen zijn tot stormig dramaties leven gewekt in dit treurspel.
Door wereldwijde geest wordt et bewogen, neen, door méér dan dat: hel en hemel en aarde vlagen door dit drama, en 'n storm van gedachten en gevoelens ligt saamgeperst in de machtige dramatiek der vier bedrijven.
De trotse koning der Joden wordt door God getuchtigd, en de razende storm grijpt heel et volk aan, schudt gans et volk tot razernij, scheurt et in twee partijen: vóór David, vóór Absalom, legt 'n vloek op Davids geslacht; - en al deze gruwelen moesten om David gestormd hebben, moesten hem zijn ziel in tragiese vertwijfeldheid verscheurd hebben, voor God Zijn wrekende hand terugtrok.
Formidabel is dit treurspel door z'n macht van konsentratie. David, heet et, en deze figuur is hèt middelpunt, om wie en naar wie toe alles gebeurt; geen ogenblik ook verdwijnt zijn beeld uit onze geest.
Eerste bedrijf. David wacht in spanning de boden van zijn veldheer Joab, wie hij opdracht gaf de Hethiter Urias op de gevaarvolste plaatsen bij de bestorming van Rabba te plaatsen; Urias zal moeten sterven om niet tot de ontdekking te moeten komen, dat David zijn vrouw Bethsabee onteerde. Davids onkoninklike daad zal na zich slepen in eerste instantie alreeds: onkoninklike list, moord en leugen, Bethsabee's smart. - Absalom, naijverig op 's konings macht, roem en heerlikheid, naijverig op de eerstgeborene Ammon, tracht zijn zuster Thamar te winnen voor zijn wraakplannen. 'n Gunstig middel hiertoe is zijn vermoeden over et gebeurde tussen David en Bethsabee, dat eensklaps versterkt wordt door Bethsabee's bevalling. Om die schande op et koningshuis te wreken, eist ook Thamar wraak. - Na 'n mislukt vreugdefeest over Rabba's val, waar Urias inderdaad sneuvelde, maar wiens geest de koning verontrust, bekent David, na 'n uiterste verzet, de priester Nathan zijn zonde; om z'n berouw vergeeft hem Jehova, maar tegelijk voorspelt Nathan, dat rampen hem zullen treffen ter uitboeting zijner misdaad.
Twede bedrijf. Absalom stookt onder de paleiswachters. In de nacht luistert hij een gesprek af tussen David en Bethsabee, die na de dood van Urias Davids echtgenote werd. In z'n angstvizioenen,