Roeping. Jaargang 1(1922-1923)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 170] [p. 170] De gouden star. Mijn lichte ziel ontvloog haar schaduwdonkre tenten begeerig reikend naar uw nooit volprezen pracht, o Gouden Star aan roerloos-diepe firmamenten: één witte bloem in sombre nacht.... Lichtglans van God! o wonder vreemde winterwake, van puurste vreugde kostbaar fonklend starjuweel.... Aan duistre zee in stormgewoel o veilge baken: wit diamant op blauw fluweel.... Voor troostloos hart, o Gouden Star, uw trouwe zegen, voor schreiend kind uw glinstrend toovren, lief en zoet.... Gelukkig dien gij leidt langs hoogste hemelwegen naar Gods geheimen heilgenstoet.... Mijn glansbegeerge ziel ontvloog dees sombre boeien, en reikt - maar nooit verzaad - ook naar uw weeldepracht, o Gouden Star! aan roerloos firmament te bloeien: één witte Lichtbloem in den nacht.... HUBERT BUYLE. Vorige Volgende