Roeping. Jaargang 1
(1922-1923)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |||||||
Over bouwkunst.I.
|
1e. | de richting, die zich bepaalt tot 't zoveel mogelik nabootsen van historiese stijlen: hetzij dit geschiedt bewust, of onbewust. |
2e. | de richting, die de beginselen, neergelegd in de oude bouwwerken aanvaardt, maar ze toepast naar de behoefte, strevingen en omstandigheden van de tegenwoordige tijd. |
3e. | de richting, die elk vooraf-gaand beginsel wegwerpt als waardeloos, in de overtuiging, dat alles anders moet zijn dan het geweest is. |
Gemakshalve willen we de eerste de konservatieve noemen, de twede de moderne, de derde de revolutionaire.
Deze laatste steunt op grenzeloze hoogmoed en overmoed: in zulk een geestelike toestand rijpt geen schoonheids-gedachte tot schoonheids-daad; ze draagt de kiem in zich van haar ondergang; ze is 'n vluchtig tijdelik verschijnsel.
De eerste of wel konservatieve heeft als modellen ter nabootsing vooral gekozen de romaanse en gotiese werken der middel-eeuwse bouwmeesters. Deze keuze is beslist gelukkig: want deze bouwmeesters zijn leermeesters; voor alle tijden. Maar hebben de konservatieven er wel voldoende over nagedacht, hoe die latere middeleeuwse bouwmeesters ook nog de moed gehad hebben: om 't romaanse stelsel prijs te geven en te ontwikkelen tot 't gotiese, omdat ze inzagen, dat 't gotiese zich het beste aanpaste bij de tijdstrevingen, en bij veel minder materiaal deze aanpassing aestheties verwezenlikte?
Zie: dit beginsel vooral aanvaarden de modernen: en in dit beginsel vinden ze de rechtvaardiging van hun eigen bouwkundige praktijk. Ze zeggen: waren sinds de dagen van de gotiek de tijdstrevingen en 't bouwmateriaal dezelfde gebleven, dan zou er niet de minste reden zijn om 'n kerk anders te bouwen dan ten tijde van de bloei der gotiek.
Nu echter is 't heel iets anders: wie herkent iets van de middeleeuwen terug in onze moderne tijd? En om ons te bepalen tot de kerkbouw, hoe bemerken we niet meer en meer 't streven, vooral in onze industriestreken om kleine kerken te bouwen om zodoende intenser parochieleven mogelik te maken: ten koste zelfs van de volledige afbouw der kerk verrijzen de zo noodzakelike patronaten en scholen: dank de liturgiese propaganda zijn wij ons het offer der H. Mis weer beter bewust geworden: en 't volk voelt zich terecht mede-offeraar en wil deze gemeenschap ook verwezenlikt zien door 'n onbelemmerd uitzicht op
de offertafel. Het moderne materiaal o.a. 't gewapend beton biedt bijna onbegrensde mogelikheden om deze tijdstrevingen door 'n praktiese en tevens aesthetiese bouw te verwezenliken.
Hoe verklaart men nu dat in deze eigenaardige tijd met z'n eigen aspiraties en eigen materiaal, er toch nog kerken kunnen gebouwd worden, niet enkel in gotiese stijl, maar zelfs in romaanse stijl: in stijlen dus, die geheel en al tegemoet kwamen aan 'tgeen in die vroegere tijd voorhanden was aan streving en bouwstof, maar die nu dit zelfde aestheties nut niet meer kunnen aanbieden.
Wat zien we gebeuren, als zogenaamd romaans wordt gebouwd?
In vele gevallen worden met baksteen bouwdelen nagebootst, die vroeger van natuursteen waren: - tegenwoordig kan men immers alles naar teekening, en liefst in alle stijlen en genres, laten bakken. - Voor zo'n kerk wordt nauwkeurig opgelet, dat, wat men bakt, ook romaans van vorm is: of zich 't materiaal daarvoor leent is bijzaak. Zo zien we romaanse kapitelen die in elkaar zijn gezet van baksteen. Zo'n kapiteel wordt van klei gevormd, in stukken (brikken) gesneden, en gebakken. Het spreekt van zelf dat er enige exemplaren meer worden gemaakt dan noodig is, om 't voldoend aantal daaruit te kunnen sorteren. Zo leveren de fabrieken basementen, lijsten (ook met waterhollen: voor binnenwerk!), enz. Is alles in elkaar gezet, dan spreekt men van baksteen-architectuur, en heeft men 't materiaal van deze tijd prachtig benut: zo meent men.Ga naar voetnoot*)
Ook zien we niet zelden: kerken in 't romaans of goties bouwstelsel: doch wat de ornamentasie betreft, wordt zorgvuldig vermeden, alles wat gotiek of romaans is: basementen, kapitelen, consoles, alles anders, waaronder zelfs vormen van lang vóór Christus. Men spreekt dan van: vrijer opgevat.
Ook is waar te nemen dat men aan het geheel gaat tornen. De pijlers worden dunner, worden iets verder van elkander gezet, de middenbeuk wordt iets breder, de zijbeuken smaller. Wat 'n tweeslachtigheid: men voelt onwillekeurig, dat er anders gebouwd moet worden, en toch houdt men zich vast aan verleden vormen, voor zover dit enigszins mogelik is. En zo kregen we om zo te zeggen: romaanse lijken en gotiese lijken; 't leven is eruit; vormen zonder bezieling; historie zonder beleving, karakterloze nabootsingen, opgesmukt met alle mogelike verglaasde en onverglaasde baksteen; volkomen weergave, niet van de enorme en delikate middeleeuwen, maar van de eenvoudloze onrustige tegenwoordige tijd, die liever de schijn vereert dan de waarheid.
De Karmelietenpater J.M. Keulers heeft eens zo mooi en zo juist gezegdGa naar voetnoot*): zonder dat hij door durfde te redeneren: ‘Bouwen is ruimte indeelen. Eene bouwkunst staat dus op lagen graad van ontwikkeling, als zij veel materiaal noodig heeft om ruimten af te deelen, als de afstanden der steunpunten gering zijn, als de ruimte-verdeeling niet goed overlegd en bezonnen is, als de constructie niet zelf tot sieraad strekt, en als de ontwikkeling langen tijd noodig heeft.’
Maar waarom b.v. dan de hedendaagsche beton-bouw niet aanvaard voor onze kerken, die veel beter zelfs dan het gotiese stelsel voldoet aan de eisen, door Pater J.M. Keulers zo even gesteld, aan de ontwikkelde bouwkunst. De heerschappij over de materie is bij gewapend-beton veel volmaakter. Lag 't vroeger vrijwel vast, waar de krachten bij bogen, balken, enz. werken, thans wordt dit willekeurig bepaald, terwijl minder materiaal nodig is, en de afstanden der steunpunten veel groter kunnen zijn.
Onderwezen door rationele, gevoelige en boven hun tijd staande mannen als Violet-le-Duc, Reichensperger en Dr. Cuypers in de grote beginselen der middel-eeuwse bouwkunst, doet de moderne richting, etgeen de middeleeuwse gotiese deed ten opzichte van 't romaans: ze houdt rekening met de veranderde tijdstrevingen en omdat deze zich niet meer kunnen uiten in hun passende bestaande vormen, doen ze op natuurlike wijze de nieuwe vormen groeien uit de nieuwe bouwstof, die de moderne techniek hun biedt, en de moderne bouwkunst benut die bouwstof, gaaf, zuiver en onverkracht, naar zijn eigen aard.
Dan, zo zegt de moderne, wordt de bouwkunst weer waar, staat ze in de tijd en voor de tijd, omdat ze komt uit de tijd. Waarheid bovenal, vooral in 't katolieke kunstleven, die moeten we overal aandurven, dan bereiken we 't hoogste wat te bereiken is; waarheid, ondanks alle vooroordelen, gelijk onze voorvaderen dat deden.
Laten we van het dierbaarste en heiligste gebouw, wat we bezitten: de kerk, toch niet maken een historiese herinnering aan 'n verdwenen tijdperk: met hier en daar 'n poging, in de vorm b.v. van 'n bakstenen kapiteel, om van zijn tijd te zijn. De kerk moet de weergave zijn van de Kerk, die zonder iets van de waarheid prijs te geven, zich zo heerlik aanpast aan de moderne tijd met zijn eigenaardige bedoelingen en verlangens, en die volstrekt niet afkeerig is van 'tgeen de hedendaagse techniek aan middelen voor de waarheids-propaganda haar aanbiedt.
Zie, dat stelt ineens zware eisen aan de bouwmeester; n' geestdriftig zich losrukken van sleur- en gewoonte-bouw, n' breed en diep beleven van zijn tijdgenoten, n' volledige kennis van al de nieuwe vondsten
op 't gebied der bouw-materie, n' moed om weerstand te bieden aan verouderde smaak en vals kunstinzicht, n' kalm geloof aan de waarachtigheid van z'n ideaal, bovenal n' overtuigde liefde tot Jezus Christus, Wiens werkelikheid, waarheidszin en schoonheid hij moet weergeven in de onverkrachte, ware en schone samenvoeging van bouwmateriaal.
(Wordt vervolgd)
JOZ. WIELDERS.
Op 't feest van O.L. Vrouw tot Vrijkoop der slaven, Sittard, 24 September 1922.
- voetnoot*)
- Als zo'n conservatief rationeel wilde zijn, dan zou hij eigenlik alleen moeten bouwen in 't gotiek, de laatste door hem goedgekeurde stijl: verder zou hij tevens alle moderne materialen moeten vermijden.
- voetnoot*)
- Katholiek Nov. 1919, bladz. 26.