alsof alles uw welvaart dient
maar zij kwellen uw onderdanen
die u getrouw moeten bijstaan
als u in de steek wordt gelaten
door degenen die nu leven van uw schapen
en met de wol het vel afscheren.
U wordt bedrogen, uw volk wordt arm, zij worden rijk; en dit alles is het gevolg van hun boosaardige raadgevingen. Voorwaar, deze huichelarij is tegenwoordig over de hele wereld de oorzaak van tweedracht tussen de landsheren en hun onderdanen. Zo is het geweest vanaf het Oude Testament; men leest al van Jerobeam, Salomo's zoon, dat hij de raad van de ouderen in de wind sloeg vanwege de gemene en domme adviezen die zijn jonge ridders hem hadden gegeven. Als gevolg daarvan verloor hij tien stammen van Israël, zoals in de boeken van de koningen geschreven staat.
Maar ook tegenwoordig is het te zien. Wee de heren wie dit aangaat; wee het volk dat met deze heren te maken heeft, want zij hebben zelden vrede. Hierom schrijft Salomo: wee het land met een kinderlijke vorst. Hij bedoelt niet de leeftijd van de heerser maar zijn bedoelingen, raad en regering. Menig landsheer laat zich adviseren door vreemdelingen en jonge lieden die noch zijn eer noch het heil van zijn land en volk op het oog hebben. Voortdurend proberen zij bij de vorst in het gevlij te komen en zij fluisteren hem in wat hun zelf het beste uitkomt en het meeste voordeel oplevert. Als de heren hier gehoor aan geven, gedragen zij zich zeer kinderlijk en onwijs!
En hieruit komt het garen waarmee men de netten knoopt: boosaardige en valse voorwendsels om have en goed van het volk te krijgen, meer voor eigen profijt dan voor de heer. Men ziet deze nettenknopers zelden verlies lijden. Maar hun heer merkt weinig van de goede vangst want pek kan niet door vele handen gaan zonder dat overal iets blijft kleven.