meer moeten verantwoorden op de jongste dag.
Laat het daarom niet zo ver komen als de zogenaamd fatsoenlijke priester aan wie ik enige tijd geleden uit naastenliefde een boek uitgeleend had. Deze begreep dat hij zijn leven moest aanpassen aan dat wat hij van Gods goedheid hooide, en dat hij zich voor God zou moeten verantwoorden indien hij dit naliet. Daarop zei hij: ‘Dan spijt het mij dat ik het vernomen heb.’ En vervolgens gaf hij mij het boek terug. Hij zei: ‘Wat zou het mij baten er veel in te lezen, als ik er niet naar leef? Ik zou mij slechts meer ellende op de hals halen.’
Och, wat onzalig antwoord! Hij vreesde reeds de pijn en ellende die Christus met Zijn heilig bloed heeft weggenomen voor degenen die gehoor geven aan de deugd. Maar helaas, dat wilde hij niet, zoals bleek uit zijn woorden: ‘Het spijt mij, dat ik het gehoord heb.’
Och uitverkoren vriend, wat een onredelijk antwoord was dit! Ik zette hem uiteen wat noodzakelijk was voor zijn zieleheil. Ik wees hem op zijn dwalingen. Ik wilde hem naar de juiste weg leiden. Ik gaf hem een wegwijzer zodat hij niet zou verdwalen, en in zijn grote blinde onwetendheid zei hij: ‘Het spijt mij, dat u mij de weg gewezen hebt.’ Hij gaf mij het boek terug! Deed hij dit niet omdat hij nog wilde dwalen, omdat hij de weg van zonden nog niet achter zich wilde laten?
Helaas, als het met een priester zo gesteld is, hoe moet het dan gaan met de gewone mensen in de wereld? Daarom bid ik u om Christus' wil, dat u zich niet laat bedriegen door zulke redeloze duivelse blindheid. Zelfs indien u nog niet uw leven wilt veranderen, moet u daar verdriet van hebben en God bidden dat Hij uw wil ten goede keert tot uw eer en zaligheid. Twijfel er niet aan dat God uw gebed zal verhoren als u Hem oprecht uw nood klaagt. En wat u eerst zwaar viel, zal Hij licht maken. Maar laat het niet zo ver komen dat u door de bedrieglijkheid van de duivel geen goed wilt doen, noch gehoor wilt geven aan de deugd. Voorwaar, dan zal God u laten dolen tot in