teugels van hun wil in handen heeft. Deze leidt de ridders op de goede weg en komt hen te hulp met raad, lessen en troost als zij in nood verkeren.
De ridders dragen het schild van lijdzaamheid altijd aan hun linkerzijde; alles wat hun overkomt, verdragen zij om Christus' wil. Hiermee verweren zij zich tegen hun vijand, zoals Gregorius zegt: ‘Men kan beter zwijgend woede verdragen dan deze met tegenspraak overwinnen.’ In hun hand dragen zij het zwaard van de Heilige Schrift waarmee zij zich beschermen tegen de duivel. Hun zwaard is altijd even scherp omdat zij dagelijks de heilige geschriften bestuderen en trachten te doorgronden, en zij leven in navolging van de heiligen.
Dit zijn dan de getrouwe edele ridders die het dichtst bij de koning rijden en de hoogste beloning krijgen als zij volharden tot het einde. Goede vriend, let wel dat ik zeg ‘volharden’ want het is zoals Beda zegt: ‘Alleen standvastigheid is de deugd die alle andere kroont.’ Men zegt dan ook: het begin kan wel behagen, maar de last moet men tot het einde dragen.
Goede vriend, dit schrijf ik omdat niemand op aarde zeker kan zijn. Ook al is zijn leven nog zo heilig, dan nog moet hij oppassen voor de eeuwige dood. Desgelijks kan niemand zo'n grote zondaar zijn of zo slecht leven, dat hij uiteindelijk niet toch in genade aangenomen kan worden. En daarom mag men niemand tijdens zijn leven veroordelen. Vele mensen hebben hun leven lang gezondigd maar ten slotte brak toch het uur van hun berouw aan en na de dood is hun het eeuwige leven ten deel gevallen - zoals de moordenaar die aan de rechterzijde van Christus gekruisigd werd. Andere mensen hebben dertig jaar of meer als kluizenaar in de woestijn doorgebracht, levend van hemels brood. Maar zij zondigden één maal zonder berouw en na hun dood gingen zij direct naar de afgrond van de hel.
Niemand kan vertrouwen op zijn deugden, maar evenmin hoeft iemand te wanhopen vanwege een gebrek aan deugd. Altijd moet men hopen op genade en tegelijk de eeuwige ver-