Reve Jaarboek 3
(1986)– [tijdschrift] Reve jaarboek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 117]
| |||||||
Page F. Grubb
| |||||||
[pagina 118]
| |||||||
‘top tien’ van de door hen gelezen boeken namen Lieve jongens, De taal der liefde en Nader tot U respectievelijk de eerste, tweede en vijfde plaats in. Aan de hand van deze drie titels zal ik proberen na te gaan welke ‘betekenis’ het fenomeen Reve had voor deze lezers.
Lezen als een bewuste poging om informatie te winnen over homoseksualiteit is uit mijn onderzoek naar voren gekomen als een activiteit die plaatsvindt nádat de lezer geconcludeerd heeft dat hij of zij homoseksueel is en ook begonnen is bekendheid te geven aan dit feit. De gemiddelde leeftijd voor deze bewustwording en het begin van bekendmaking was 18, 5 jaar. De boeken die de geënquêteerde lezers dan ter hand namen waren in eerste instantie een voorlichtingsboek (Jongen-jongen/meisje-meisje van de Amsterdamse Jongeren Aktie-groepen Homoseksualiteit, in 1971 verschenen bij de nvsh in Den Haag), De Verliezers en Eenzaam avontuur van Anna Blaman, Het jongensuur van Andreas Burnier, Wilde's Portret van Dorian Gray, Couperus' De Berg van Licht en Giovanni's kamer van James Baldwin. Pas op een gemiddelde leeftijd van 23 kwam men tot het lezen van Reve, maar dan werd hij de auteur die de meeste respondenten gelezen hadden (46-62%). De betekenis van de leeftijd zou ik als volgt willen omschrijven: vóór de bewustwording dat men zelfhomo is, is de informatie die men via boeken over homoseksualiteit inwint diffuus en niet-specifiek van aard. Ná die bewustwording treedt in veel gevallen een soort ‘filter’ in werking. Iemand filtreert als het ware wat hij te horen, lezen en zien krijgt over homoseksualiteit zodat in hoge mate slechts datgene tot het niveau van ‘informatie’ doordringt, dat hij bereid is te accepteren als informatie op grond van de persoonlijke (en door persoonlijke interactie gelegitimeerde) beleving van homoseksualiteit. Vaak blijft men homoseksualiteit over het hoofd lezen; ook kan men de behandeling van homoseksualiteit in een boek niet belangrijk vinden voor het plezier, de spanning of zelfs het ongemak dat men ondervindt bij het lezen ervan. En bepaalde visies op homoseksualiteit kunnen als het ware geredigeerd worden om zo het boek beter te kunnen opnemen in de eigen belevingssfeer - hierbij laat de ‘redactie’ die plaatsvindt het betreffende boek dus beter ‘stroken’ met de eigen waarneming van de realiteit (zie vooral: Straver 1977). Dit wil niet zeggen dat de lezer uitspraken over homoseksualiteit die tegen de draad ingaan gewoon negeert. In veel gevallen kunnen zulke uitspraken een bepaalde mate van afstandelijkheid en weerstand jegens een tekst teweegbrengen die uiteindelijk tot een hogere waardering van die tekst gaat leiden (zie vooral: De Koning 1967). Om een voorbeeld te noemen: Maarten 't Harts behandeling van transseksualiteit en sadisme in Ik had een wapenbroeder als wezenskenmerken van homosek- | |||||||
[pagina 119]
| |||||||
sualiteit werd, naar bleek, kritisch bekeken door de respondenten. De schijnkoppeling die 't Hart maakt, werd ontkoppeld. Door de afstand die de lezers hierdoor wonnen en door de mogelijkheid tot zelfreflectie over homoseksualiteit en de hang naar gedrag dat of gereserveerd wordt voor de ander of dat aangemerkt wordt als a-normaal, kon het boek door de eigen fantasie worden bezet. Het resultaat was een hoge waardering voor deze roman die gepaard ging met bewust inzicht in de materie die het boek over homoseksualiteit aanbood. Hierbij moet ik opmerken dat niet alleen identificatie doorslaggevend is voor het al of niet waarderen van een tekst. Weerstand tot die tekst (en het overwinnen daarvan) - een weerstand die opgeroepen wordt door uitspraken over homoseksualiteit die juist niet stroken met de eigen belevingswereld - en een gevoel van de gecompliceerdheid van die tekst zijn minstens zo belangrijk. Een belangrijke - zo niet de belangrijkste - factor met betrekking tot lezen en leeftijd is ‘waar men aan toe is’ (Straver 1977). Ofschoon deze factor te maken heeft met (vaak restrictieve) variabelen in de persoonlijke biografie, zoals kerkelijke invloed, opleidingsgraad, mate van betrokkenheid met (in dit geval) andere homo's, en dergelijke, kan men toch een paar algemene variabelen vaststellen die betrekking hebben op ‘waar men aan toe is’ op bepaalde leeftijden. Onderzoek heeft met name uitgewezen dat homo's betrekkelijk weinig gebruik maken van seksmedia tijdens de adolescentie om aan informatie over homoseksualiteit te komen, en om deze informatie aan bevindingen van leeftijdgenoten te toetsen en zonodig daarna te relativeren (Straver 1977). Als homo is men aan de ‘harde’ confrontatie met seksualiteit vaak pas toe in een wat later stadium van de socio-seksuologische ontwikkeling. Het resultaat van een confrontatie van deze aard is vaak óf de totale negatie óf de hoge mate van (emotionele) stimulatie en de lage waardering die kenmerkend zijn voor de omgang met pornografie. Wij zullen zien dat de omgang van de lezers met Reve vaak kenmerken toont van een dergelijke reactie.
De respondenten lazen de drie eerder genoemde Reve-teksten op een gemiddelde leeftijd van 23-23, 5. Wat vonden ze van die teksten? Om mee te beginnen: het antwoord op de vraag ‘wat vindje van een boek?’ is meestal een emotieve respons die twee componenten bevat: een (bewust) oordeel over de artistieke prestatie van een schrijver, en een weergave van de mate waarin het boek iemand heeft ‘geraakt’. Het antwoord bevat dus twee componenten die blijk geven van respectievelijk waardering en stimulans. De lezers kregen twee vragen voorgelegd die betrekking hadden op dit dubbelaspect van de reactie op een boek. Ik vroeg wat ze in het algemeen van een | |||||||
[pagina 120]
| |||||||
boek hadden gevonden (waardering), en ik vroeg ze naar het ‘beeld van homofilie’ in hetzelfde boek als een manier om erachter te komen hoe één aspect van dit boek - seksualiteit - misschien had bijgedragen tot de meer stimulatieve (emotionele, instinctmatige) beleving van dat boek. Ik wilde door het stellen van deze twee aparte vragen uiteindelijk komen tot een bepaling van de mate waarin lezers het lezen van een bepaald boek als ‘zinvol’ hadden ervaren. Het bepalen van de ‘zinvolheid’Ga naar eindnoot1 van de omgang met een tekst had wederom te maken met mijn poging uit te maken in hoeverre een boek had kunnen bijdragen aan de beeldvorming over homoseksualiteit, c.q. als informatief had kunnen werken in processen die verband houden met de waardering rond homoseksualiteit. Door middel van cluster-analyses van de twee scores die toebedeeld werden aan de boeken (dat wil zeggen: voor ‘algemeen oordeel’ en voor ‘beeld van homofilie’) kon ik tot de volgende conclusies komen over de manier waarop Reve gelezen werd door deze groep homoseksuele lezers. Hun leeservaringen bij De taal der liefde en Lieve jongens deden deze twee titels veel meer op elkaar lijken dan hun leeservaringen bij Nader tot U. Wat betreft ‘algemeen oordeel’ hadden de lezers de eerste twee titels beleefd op een manier die het mogelijk maakte deze titels te vergelijken (qua mate van zinvolheid) met de beleving van de Pasolini-film Salò. Ten aanzien van het ‘beeld van homofilie’ bleken deze boeken te vergelijken met de manier waarop lezers de films Salò en Satyricon en de roman De Berg van Licht hadden beleefd. Dat wil zeggen dat de ‘mate van zinvolheid’ in deze gevallen nagenoeg gelijk was. Verrassend genoeg scoorde Nader tot U voor de tweede vraag het dichtst in de buurt van Edouard Molinas' verfilming van La cage aux folles (deel 1).Ga naar eindnoot2 Nader tot U werd in het algemeen hoger gewaardeerd dan Lieve jongens of De taal der liefde. Dit was zeker het geval naarmate de lezer jonger was. In het eerstgenoemde boek ontbreekt de beroemde/beruchte Reviaanse verhaalsituatie van twee mannen in bed, waarbij de verteller probeert de ander met zijn verhalen op te winden of verder naar zijn hand te zetten - de situatie die door Alexander von Bormann zo treffend gekenmerkt werd als ‘der platonische Dialog, der entplatonisiert’ (Von Bormann 1983).Ga naar eindnoot3 De vergelijking qua ‘mate van zinvolheid’ met de boulevardkomedie La cage aux folles levert een situatie op waarbij men concluderen kan dat Nader tot U gelezen werd op zijn entertainment-waarde. Men liet het boek voor wat het was, zonder bij de beleving al te veel vraagtekens te zetten. Zeker: men vond het ‘beeld van homofilie’ in het boek (en ook bij de film) problematisch, maar vergeleken met de reactie op de andere twee Reve-teksten was de reactie meer schouderophalend, onverschilliger, alsof het boek misschien geslaagd was ‘voor wat het was’, maar ‘niet bepaald mijn pakkie-an’. | |||||||
[pagina 121]
| |||||||
De reactie op Lieve jongens en De taal der liefde ging nog meer in de richting van afwijzing. De vergelijking tussen de ervaringen met deze boeken en met Salò en de andere, reeds genoemde, titels, en een blik op de scores die deze titels haalden voor ‘algemeen oordeel’ en ‘beeld van homofilie’ leveren een situatie op waar lage waardering gepaard gaat met een relatief hoge graad van opwinding - de klassieke definitie van pornografie, en bovendien pornografie ‘waar men niet aan toe is’. De lezers vonden in Nader tot U homoseksualiteit positiever (want: minder ‘hard’) in beeld gebracht, en het algemene oordeel over het boek was (daarom, zou ik willen interpreteren) hoger dan voor de andere twee titels. De vergelijking van de ervaringen bij Nader tot U met die bij La cage aux folles onderstreept deze bevinding: naarmate Reve zijn boeken minder ‘beperkt’ tot de bedstee, zullen ze beter overkomen bij homolezers, zeker naarmate deze lezers jonger zijn.
Uit het bovenstaande kunnen verschillende conclusies getrokken worden die betrekking hebben op de rol die een schrijver als Reve speelt voor homolezers. Ten eerste: indien De taal der liefde en Lieve jongens quasi als porno gelezen werden, betekent dit dat men tijdens het lezen van deze boeken slechts bewust was van homoseksualiteit als een seksuele, en hier wil dat zeggen: slechts orgasmegerichte, mogelijkheid. Dit heeft weerstand gewekt bij de lezers. Maar aangezien Reve de lezers geen identificatie-mogelijkheden aanbood, en ze bovendien niet voldoende gecompliceerdheid in zijn boeken konden vinden, bleef de weerstand overeind. De literaire aspecten van zijn schrijven werden over het hoofd gezien: de vermaarde ironie, de persiflages, de vele mogelijkheden van (naar men wil) levensbeschouwelijke aard die in het ‘revisme’ schuilgaan. Ten tweede: wanneer De taal der liefde en Lieve jongens als porno werden gelezen, betekent dit dat men deze werken betrekkelijk weinig zinvol vond voor informatie over seksualiteit, waar men iets aan had - zeker naarmate de lezer jonger was. Het tegenovergestelde was eerder het geval: de ‘informatie’ die Reve aanbood was iets dat men niet aanzag voor iets dat geïntegreerd zou kunnen worden in het eigen (seksuo-sociologische) gedrag. Om Tielmans woorden te gebruiken: men verwierp de ‘belevingswereld’ die Reve klaarblijkelijk ‘zichtbaar maakte’ omdat men niet in staat was zijn ‘belevingswereld’ op een zin volle manier te koppelen aan de eigen beleving van homoseksualiteit - in de fantasie zowel als in de sociale werkelijkheid. Ten derde: als Reve's werken als porno werden gelezen, betekent dit dat Reve, zo hem een bijdrage aan de homo-emancipatie nagesproken kan worden, zijn bijdrage heeft geleverd als publieke figuur, als mediapersoonlijk- | |||||||
[pagina 122]
| |||||||
heid - en niet als schrijver, tenminste voor de geënquêteerde lezers. Sterker nog zou men misschien kunnen concluderen dat Reve's publiciteitscapriolen de leeservaring van de lezers van te voren sterk hebben beïnvloed en bepaald, met als resultaat dat beide - publieke figuur en boeken - worden afgewezen.
Wat nog onderzocht moet worden, is hoe Reve, en in het bijzonder het seksuele gehalte van zijn boeken, bij een niet-homopubliek overkomt. Wordt dan het seksuele gehalte over het hoofd gezien, met als gevolg dat zijn boeken, en zijn schrijverschap in het algemeen, hoger worden gewaardeerd? Ligt juist zijn bijdrage aan de homo-emancipatie bij niet-homoseksueel Nederland? Gerard Reve heeft zichzelf aan het publiek vaak gepresenteerd als onder meer ‘een homoseksueel’. Misschien ligt zijn bijdrage aan de bewustwordingsprocessen van de geënquêteerde lezers daarin, dat ze hun eigen weg tot bewustzijn meenden te moeten vinden door zichzelf te emanciperen van wat ze waargenomen hadden als ‘zijn’ seksualiteit. | |||||||
[pagina 123]
| |||||||
Literatuur
|
|