in Londen te gaan samenwonen met ‘loodgietend prijsdier M.’, en Reve kwam toen veel meer onder de mensen dan nu. Waarschijnlijk speelde ook een andere vriend van Reve, ‘kandidaat-katholiek A.’, een rol.
Uit Nader tot U: ‘Toen dat alles was uitgezocht, hoefden we alleen nog maar naar de crematie in Den Haag toe, op een vrijdag, Teigetje en ik, samen met kandidaat-katholiek A., die wel een jaar of zes lang met Thommy “had opgetrokken” en hem zelfs al gekend had in de tijd dat Thommy, omdat het “thuis niet meer ging”, in een of ander tehuis of jeugdhaven had gezeten, en die, van het doodsbericht af, aan een allerdiepste neerslachtigheid ten prooi was geraakt.’
Reve, toen 40, mijmert over Thommy's bezoeken, waarbij de jonge kunstenaar samen met Reve namen bedenkt bij zijn pentekeningen - Montyn had hem verschillende technieken geleerd. In zijn sarcastische stijl geeft Reve toch hoog op van Thommy, hoewel diens kunst hem niet veel zegt.
De schrijver dagdroomt van intiem verkeer met Thommy, maar het komt er nooit van. De charme die Thom volgens Montyn uitstraalde moet ook Reve hebben getroffen, want hij pikt meer van Thom dan van veel anderen: ‘[...] en had me al een paar keer tegen middernacht uit een of andere leuke kroeg opgebeld, “dat ze nog even wat zaten te praten”, maar dat hij “beslist vóór enen” nog bij me was [...]’. Thom nam dan ook nog vaak gasten mee en Reve liet het toe, terwijl hij in die tijd ‘meestal wel wat anders te doen had’, temeer daar de ongenode gasten niet zelden de ijskast plunderden (‘Thommy zelf, hij ruste onder Gods vleugels, was helemaal niet zo’).
En dan een groot verschil tussen Reve en Montyn. De zes bladzijden in Nader tot U behandelen voor een groot deel Thomas' crematie in Den Haag en de manier waarop die uitloopt in een dronken avond. Montyn beschrijft zijn tijd met Thom in tien pagina's en wijdt precies drie regels aan de crematie, met wel weer een opvallende overeenkomst: ‘Dan de crematie, die geheel in Thomas' geest historisch uit de hand zou lopen. Dan het grote zwarte gat. En daarna heel lang stilte...’
Reve maakt die crematie niet helemaal mee, hij houdt het niet uit en loopt ‘wild jankend naar buiten’.
Een ander verschil ligt in het feit dat Reve nog melding maakt van contact achteraf met Thommy's moeder. Ze is daar dankbaar voor en stuurt twee flessen champagne, die worden leeggedronken met de toen gebruikelijke toost: ‘Op de Dood’. In Montyn komt Thomas' moeder niet voor.
Blijft de vraag waarom beide kunstenaars elkaar in hun boek ongenoemd lieten. In Montyn zijn de namen der nog levenden veranderd, maar het boek