ander instrument wilde hebben, of omdat zijn moeder een beroemde violiste was en hij niet als zij wilde worden, of juist wel maar dat nooit zou kunnen evenaren.
‘Hoe loopt het verhaal af?’ vroeg de mevrouw toen ik stopte met praten.
‘Hij ruilt hem in voor een piano,’ zei ik.
Op het volgende plaatje stond een meisje dat op haar knieën voor een twijfelaar zat. Met haar hoofd op haar arm leunde ze op het dekbed. Haar lichaam was gekromd van het verdriet als een eikenhouten plank die door vocht krom was getrokken. Ze droeg een nachtjapon met een rafelige zoom.
‘Hoe loopt het verhaal af?’ vroeg de mevrouw weer.
‘Ze huilt, staat op en gaat weer verder,’ zei ik.
De mevrouw knikte tevreden, of ik dacht dat ze tevreden was, al wist ik dat ze niets van haar tevredenheid mocht laten merken, dat zou mij te veel bevestiging geven en juist dat moest uitgehold worden in het onderzoek. Toen pas viel het me op dat haar vingers aan de randen zwart zagen. Ze vroeg niet wat ik van haar plaatje vond: dat zij hier omhooghield. Ik dacht dat het olie was. Naast het oplichten van de motorkap van de mens en het kijken wat er ontbrak, sleutelde ze vast ook aan auto's. Hoe loopt het af, vroeg ik mezelf: ze opent zo de deur, wenst mij succes en zal denken: iemand moet haar handen warm houden. Even kijken, het volgende...
Na afloop van de onderzoeken stond ik met een meisje in het rokershok. Zij met haar sigaret en ik met mijn Liga. Ze vertelde dat ze gisteravond, toen ze zich leeg een eenzaam voelde, de overige vakjes van de kerstkalender aan de muur openmaakte, waarachter chocolaatjes zaten in de vorm van sneeuwpoppen en kerststerren. Nog zes dagen te gaan, maar ze dacht: stik aan kerst, waarom zou ik de dagen nog afwachten, als ik ze nu opeet is kerst al grotendeels voorbij.
Ze at ze allemaal in één keer op. De kinderlijke spanning die ze vroeger voelde bij het openen van een vakje, was er alleen