Ellen Deckwitz (1982) is een van de belangrijkste hedendaagse jonge dichters. Ze was Nederlands Kampioen Poetry Slam in 2009 en won met De steen vreest mij de C. Buddingh'-prijs voor het beste poëziedebuut. Ze is een geziene gast op festivals als Lowlands, de Nacht van de Poëzie en Saint Amour. In juni komt Olijven kun je leren lezen uit bij Uitgeverij Atlas Contact met daarin haar nrc-columns over het lezen van poëzie.
[pagina 62]
[p. 62]
We raapten het eerste kievitsei van het jaar
en wisten niet dat daar de laatste kievit aller tijden in zat. Hoe
konden we weten dat de populatie de afgelopen jaren steeds verder
was uitgedund door o.a. kwikvergiftigingen. Steeds meer broedplaatsen
door nieuwbouw en wildgroei aan roofvogels verdwenen en daardoor
de kieviten langzamerhand opraakten. Het laatste vrouwtje vluchtte weg
van haar nest door het lawaai van naburige mestinjecties en moet zijn gepakt
door een uitgehongerde sperwer. Wij hadden geen idee. We torsten trots
het al tot dodelijke temperaturen afgekoelde ei, om aan onze ouders te laten
zien dat de lente er eindelijk aankwam.
[pagina 63]
[p. 63]
Over de huid
Het heeft iets sinisters, de crèmes
die in haar zinken. Het zonlicht
dat er sproeten op batikt
en de rimpels laat uitbreken. Hoe
ze luchtjes bewaart die ik liever vergat,
zijn geur af en toe nog sluimert
tussen mijn spleten. Soms herinner ik me
de eerste keer, de handen
op mijn blote rug, hoe de vingertoppen
wel inductieplaten leken. Van elke porie
een mondje maakten, happend naar meer,
tot het verweerde. Ik trok weg van het bed,
van alle beloftes, de uren vergeefs.
Slechts gekleed in mijn huid wandelde ik
richting de tuin. Ik hoorde hem huilen
naar mij. Het vel zette de zon al om
in vitaminen. Maakte met iedere stap de botten
sterker, de tanden harder.
[pagina 64]
[p. 64]
Ontwaken
De stoel, de lift, dit tijdschrift: ze zijn niet levenloos
maar rusten gewoon even. De wijk doet haar dutje,
gerangschikt in huizenblokken, trottoirs en bruggen.
Het huis kraakt als het zich omdraait in haar slaap.
De pinautomaat is kunststof dat alleen maar geld gaf
om te kunnen doordromen, de mannen met baarden
zagen het al. Onze wereld is aan het sluimeren,
haar ontwaken zal zich openbaren in brokstukken,
puin, ijzeren staken. Niet uit de bewusteloze treden
van de brandtrap, de comateuze betonplaten. Banken,
ziekenhuizen, scholen, het bleken slechts cocons.
Wacht maar tot ze zijn ontdaan van slaap. Ons huis