[2015/10]
Kort
De korte vorm is onze vorm. Het korte verhaal, het gedicht, het essay. Daarin kan een donkergroene agapornis grootse menselijkheid oproepen, het beeld van een bij in je mond je wereld veranderen, de vraag over wat goede poëziekritiek is je lezen verdiepen. Weinig volstaat.
Niettemin is dit nummer nog geconcentreerder dan de vorige twee nummers. De sprekers spreken afgebeten. ‘Zwijg,’ roept er een. ‘Los,’ schreeuwt een ander. ‘Bêh bêh,’ zegt een derde. Laat het proza van László Krasznahorkai (Man Booker International Prize 2015) de uitzondering zijn die de regel... Er zijn geen regels. ‘Schijt aan de Akropolis.’ De Hongaarse Nobelprijskandidaat mag de meest ervaren schrijver zijn in dit gezelschap, zijn lotgenoten in dit tiende nummer onder nieuwe redactie, het derde bij De Bij, maken elk hun eigen regels. ‘Ja. Ja, ja, ja.’ Opnieuw; Gustaaf Peek keert terug naar de poëzie. ‘Bij de navel, de rendieren rond het geslacht.’
Of voor het eerst: we presenteren debutanten: Cuijpers, Rozing. En bekenden: Rijneveld, Dera, Schmitz, Marie, Posthuma, Van den Broeck. Vertrouwde namen: Schaffer, Van Mersbergen, Lindner, Stoffelsen.
Proza, poëzie, essay, met dochters en mannen en de dood, vogeltjes, tapas in kleine barren, het falen van de poëziekritiek, en veel, veel meer. Lees maar. Lees meer.
(Bijvoorbeeld op Revisor.nl. Onze bladspiegeledities. Het volgende nummer. Abonneer u. Steun de korte vorm.)
De redactie