| |
| |
| |
Harm Hendrik ten Napel Nu ik jou, oké
In de derde persoon een verhaal vertellen betekent: afstand. Maar ook weer niet. Soms betekent afstand in schrijven: toenadering. Juist door in een verhaal afstand te nemen van de karakters, van de tijd die geweest is en die nog moet komen, van de sociale context, komt bij de lezer heel geleidelijk het gevoel binnen dat de schrijver over wil brengen. Harm Hendrik ten Napel beheerst dat, zo laat hij zien in dit korte verhaal over een man die worstelt met intimiteit en seks. Al op het station is hij eigenlijk al thuis, bij zijn vriendin, in het straks. Hij projecteert zijn verlangens op een van de meisjes die bij het station mensen ondervragen, maar eigenlijk wil hij thuis zijn, bij haar. Iets doen, met haar. Ten Napel speelt met die gedachten en verlangens. Heeft hij zich dit allemaal al voorgenomen? Dat is de vraag die bij de lezer opkomt, en daarna de vraag: Is het werkelijk zijn verlangen, en welke rol speelt zijn vriendin Anna? Is het niet eigenlijk haar verlangen?
Harm Hendrik ten Napel (1991) groeide op in Friesland, volgde een bachelor wijsbegeerte in Groningen en rondt over een klein jaar in Nijmegen zijn master in dezelfde richting af. In 2013 publiceerde Lemniscaat zijn zeer korte verhalen als Ze vraagt: is dit je kamer. Harm werkt nu aan langer werk, en blogt over filosofie, literatuur en religie op harmhendriktennapel.nl.
Hij steekt de stationshal over. Om zijn chipkaart weer in dezelfde zak op te bergen en omdat zijn ene arm een laptop vastklemt, reikt Karl om zijn lichaam heen alsof hij een zwaard trekt. Hij probeert het pasje weer tussen zijn portemonnee en zijn dij te duwen, langs zijn lies. Een hand en een groot deel van zijn bovenarm verdwijnen onder een jashelft. De schuifdeuren naar het stationsplein schuiven open als hij warm leer en been eindelijk scheidt.
In het midden van het plein draait een meisje zich, tussen iedereen die voorbijloopt, naar hem om. Verpakt in een bodywarmer glimlacht ze zijn kant op: een meisje voor het goede doel. Karl trekt zijn hand onder zijn jas vandaan, de pas plakt op zijn plaats. Hij kan niet zomaar wegkijken - ze volgt zijn blik, ze strekt haar hals uit. Meneer! roept ze, Heeft u misschien tijd voor een paar vragen? Ze roept ‘een paar’ met een lange ‘aa’, die omhoog rolt, Toe?
| |
| |
Karl loopt haar bijna tegen het lijf nu. Ze ziet er een beetje mollig uit, maar dat komt misschien ook door die synthetische wolk om haar lichaam. Haar gezicht is rond, zacht. Met een golf haar mee stapt ze recht voor zijn neus. Ze speelt met hem, Meneer? Misschien heeft ze gezien dat hij haar bekeek, vast wel. Een paar? vraagt ze nog eens. Karl stopt, Oké, maar kort.
Hij kan het bekende script met een half oor volgen, maar het is nog best moeilijk om ondertussen te fantaseren. Het meisje heeft ogen met een beetje ijs erin, maar ook groen, en ze maken hem onrustig. Er trilt iets in zijn buik; belletjes in een pan zo goed als kokend water.
Het meisje legt uit met hoeveel hij minimaal zou moeten steunen. Oké, maar hij wil ook weten of hij zich gemakkelijk weer los kan maken, of moet hij erg op tijd aangeven dat hij zijn donateurschap wil beëindigen? Het antwoord kan hem weinig schelen, en terwijl het meisje uitlegt hoe makkelijk dat gaat bedenkt Karl hoe de heuveltjes van haar schouderbladen zacht over haar bovenrug zouden reizen. Die zeven euro per maand kan er wel af. Het is goed, ik doe het, zegt Karl, en tekent.
Hun huis is niet ver van het station, maar ver genoeg om dat hete borrelen vrij te laten gaan. Het lichaam dat hij bij het meisje heeft gespeculeerd, verdampt. Er kolkt iets hemelblauws door zijn hoofd: een bikini. Hij ziet Anne uit het water omhoog komen. Ze trekt zich aan zo'n trappetje omhoog uit het zwembad. Er plonst en roept een zomer aan mensen om haar heen als ze nat de tegels op stapt. De zon schijnt haar in de fronsende ogen, ze sluit ze, en woelt met twee handen haar donkerblonde vastgeplakte helm-haar los. Wanneer deed ze dat voor het laatst, denkt Karl.
De blauwe slip hangt met een veterstrik aan weerszijden van haar heupen. Hij ziet het weer. Een lus is door het zwemmen omlaag gezakt. Hij staat dicht bij haar en pakt hem met twee vingers. Ze bekijken allebei hoe hij hem weer omhoog glijdt en vastplakt.
| |
| |
Een paar avonden voor die derde date hadden ze lang staan zoenen bij haar voordeur, de sleutel zat al in het slot. Ze sloten hun lippen, die gleden langs de andere dicht naar een kus en toen vrij, en Karl voelde hoe hij een stap terug zette. Hij liet Anne los. Ze gaf hem, zonder handen, een afscheidskus en zei, Tot de volgende keer.
Het zwembad leek Karl een manier om nog iets intiemer te worden, met de warmte en het water als vergrootglas en excuus. Hij voelde aan dat Anne zoiets nodig had, om te doen alsof wat broeide bijzaak was. Dat moest, door haar bikini, onzeker aanwezig zijn.
Toen hij haar aan de hand mee wilde nemen naar de duikplank hield Anne stil en trok hun armen lang. Ze keek hem met grote ogen aan, Ik ben nog nooit van de hoge geweest. Daar schoot Karl van in de lach, die serieuze blik, dus rolde Anne er meteen al haar scenario's achteraan. Ze zag zichzelf al uitglijden en haar gezicht openhalen aan de ruwe plak. Wat nou als ze dubbelklapte? Karl sloeg zijn armen om haar middel en trok hun buiken tegen elkaar aan, Je klapt niet dubbel, zei hij, en tilde haar op. Anne deed alsof ze niet wilde - al was dat waarschijnlijk maar half geacteerd - en Karl deed alsof hij niet naar haar luisterde en zette haar op de eerste tree weer neer. Hij liet haar, met zijn handen aan de leuningen, niet ontsnappen. Je loopt naar het uiteinde, en dan spring je als een kaars naar beneden, zei hij, Het is leuk. Je valt een paar seconden en dan ben je opeens onder water met je hart in je keel.
Karl heeft hun huis in zicht nu, maar hij ziet ook Anne tussen de kleedhokjes voor hem uit lopen. Ze heeft haar grote badhanddoek over haar schouders en rug geslagen, en over het haar dat daar hing. Eén bil beweegt in en uit de stof van haar bikinislip, het blauw beschrijft de iets trillende ronding van de andere. Ze lopen steeds voorbij een volgend gesloten hokje. Hij herinnert zich niet meer of ze nog omkeek voor ze stilstond.
| |
| |
Het was een ruimer kleedhok, bedoeld voor een moeder die haar kind nog niet alleen wilde laten, maar ook weer niet zo groot dat Karl en Anne niet voor elkaar moesten uitkijken. Omdat hij zelf vergeten was een handdoek in te pakken droogde hij zich met die van haar af, die was groot genoeg voor beiden. Daarna probeerde hij te doen alsof hij vooral bezig was met omkleden. Excuus en vergrootglas in balans. Ze moest het idee houden dat het initiatief bij haar lag.
Hij trok zijn riem vast toen ze de laatste strikjes, beneden, lostrok en zich naar hem omdraaide alsof er een camera op hen gericht was. Ze pakte zijn handen bij zijn gesp vandaan en trok ze voorbij haar heupen. Voel maar een beetje, zei ze. Ze zal hem ook gevoeld hebben, ze stond met haar blote, zwemfrisse lichaam helemaal tegen hem aan. Het liep niet uit op seks. Ze bracht haar handen zonder te strelen terug naar zijn borst en vroeg, Gevoeld?
Karl hangt zijn jas op, haakt de ene hak onder de andere, trekt zijn voeten uit zijn schoenen en pakt zijn laptop van het tafeltje bij de deur. De opwinding van de beelden uit het zwembad zakt alweer wat weg - misschien maar beter ook, Anne heeft waarschijnlijk nog steeds haar pyjama aan.
Anne? roept hij het huis in. Er rolt een onverstaanbare reactie van de trap.
Karl gaat naar boven. Als hij straks op de overloop komt, roept hij weer en roept zij terug. Ze zit rechtop. Heeft ze een boek van de stapel gepakt? Ze heeft waarschijnlijk haar laptop op schoot. Op haar nachtkastje staat de afwas van haar dag, kopjes en borden. Hij stelt zich voor dat ze met de mouw van de grote pyjama zwaait als hij binnenkomt, Lekker gewerkt? Hij gaat aan zijn kant van het bed staan, handen in de zij, Het ging goed, daarom ben ik wat vroeger. Ze zegt dat ze het ziet, inderdaad, kijkend in de rechter benedenhoek van haar scherm. Zijn bloed is teruggezakt, zijn broek weer vlak, de laatste op- | |
| |
winding onzichtbaar. Misschien pakt hij de laptop gewoon van haar benen. Misschien springt hij naast haar onder de dekens. Misschien zeg hij iets over het meisje. Anne wrijft in haar ogen, langs de groeven naar beneden. Hij zegt misschien, Ik kwam nog een jong ding met een klembord tegen. Laat maar. Hij zal naast haar gaan zitten, boven op alles, de dekens, sprei, en vragen hoe haar dag was zodat ze kan vertellen dat ze vandaag ook niet veel meer kon dan slapen.
Hij is bijna boven aan de trap.
Hij kijkt omhoog en ziet door de deuropening van hun slaapkamer het roze van Annes badjas, waar haar schouders net in verdwijnen. Ze slaat de helften om zich heen en hangt die vast met een enkele knoop aan haar heup. Dan kijkt ze om, Wat ben jij op tijd. Hij staat al achter haar en reikt om haar middel. Ze kijkt zijn hand na, tot hij met zijn gezicht bij dat van haar is en ze over haar schouder zoenen. Karl vraagt wat ze van plan is. Hij ziet wat huid, de scherpe driehoek vanaf haar nek, en houdt zijn hand aan de ceintuur. Ze draait zich naar hem om en raakt hem aan. Ik zou onder de douche, zegt ze alsof het nieuws is. Ze wisselen tastend een blik uit. Een lange zoen en ze zegt, We kunnen wel samen? Ze zegt het met een melodietje dat er ook een grapje van maakt.
Hun badkamer bestaat uit twee even grote delen, gescheiden door klapdeuren. De cabine is even ruim als de andere helft. De eerste keer dat ze in dit huis vreeën was onder de douche, de ochtend na de verhuisdag. Om twee uur 's nachts waren ze hondsmoe nog net uitgekleed boven op de dekens in slaap gevallen. 's Ochtends zei Karl iets als, Zullen we die grote douche proberen? Er komt kort een beeld in hem naar boven: Zij boven op hem, steunend op zijn schouders; hij als een L op de vloer tegen de muur.
Vandaag draaide ze zich weer om, maar een halfjaar geleden douchten ze de meeste ochtenden nog samen. Als Anne dan ook met zin opstond, maakten ze elkaar vlug klaar onder de straal en zat hij in de trein met dat gevoel daar.
| |
| |
Anne laat alle deuren open, van de slaapkamer, van de badkamer, van de douche. Karl zoekt vlug nog schoon ondergoed, kleedt zich tot op zijn boxer uit en volgt haar.
Hand voor hand kamt ze haar haar nat, met het hoofd in de nek en de ogen dicht, alsof ze iets ruikt. Ze blaast water weg als ze hem hoort, Doe de deuren dicht, dan kan het lekker volstomen. Haar donkerblonde haar plakt bij elkaar, hij ziet even die halfnaakte actrice, in een zwembad. Ze roept naar de kant, You wanna come in? Anne gaat opzij en draait de douchekop met zich mee om hem erbij te laten.
Hij sluit net de cabinedeur als Anne de kop kantelt en de straal op zijn gezicht zet. Hij hapt vlug naar lucht buiten de stroom en draait zich dan met open armen naar het water. Anne maakt de slang daar los en gaat Karls lichaam langs, zijn borst, zijn rug, grondig, de straal is hard, dan zijn kont, zijn benen achter, zijn benen voor en iets hoger, Kijk uit daar! Er schiet een lach uit Anne. Nu jij mij, ze reikt hem de kop aan, met het handvat als dat van een schaar naar hem toe. Nu ik jou, oké, zegt Karl, Maar dan wel op een andere manier.
Hij bevestigt de douchekop weer boven hen, in het midden. Kom eens, zegt hij. Met zijn handen duwt hij haar tegen haar onderrug in zijn armen. Het water valt op hun hoofden en schouders en borst en sijpelt tussen hen door. Hij geeft haar iets meer van de straal en verspreidt warm water over haar rug, zij, billen. Hij masseert en zij verbergt haar gezicht tegen zijn borst. Karl probeert haar hoofd met zijn neus weer omhoog te duwen, Hé. Hij kust haar wang. Tussen zijn been en haar been voelt hij zichzelf stijf worden.
Als ze opkijkt, zoent hij haar meteen. Ze zegt iets, te zacht. Het vallende water en het weerkaatsen van haar stem maken haar moeilijk verstaanbaar. Hij brengt zijn oor naar haar mond, ze zegt het nog eens, net zo geknepen, een meisjesstem: Je wilt me bliepen? Geen ‘doen’. Geen ‘nemen’ of ‘neuken’ - ‘bliepen’, alsof ze zichzelf censureert.
| |
| |
Ja? zegt hij, maar laat haar los. Geen reactie. Hier moeten zo weinig mogelijk woorden aan te pas komen. Hij begrijpt het, precies zoals ze van hem verwacht. Er gaat niets gebeuren. Weggepiept. Jij wilde nog met shampoo en zeep en zo? vraagt hij. Niet zo klein en stil doen, denkt hij, Kom op. Maar ze blijft stil en klein, en knikt. Tot zo dan, zegt hij en kust haar voorhoofd, opent en sluit de cabine.
Hij komt de badkamer uit met die bijna-stijve tussen het elastiek van zijn boxer. Hij snapt het. Als hij nu niet zo thuis was gekomen... ze voelt zich nu niet zo... et cetera, et cetera. Maar van rationaliseren komt hij niet klaar. Hij wrijft wat door de stof heen. Het is niet afgezwakt, dat warm-kokende, trillende gevoel in zijn lichaam. Dat meisje heeft hem opengedraaid. Hij doet de andere deur, naast de badkamer, open, naar het toilet. Daar hoort hij de douche nog steeds. Hij bedenkt een strakke buik, hij denkt aan heel stevig vasthouden, aan het zacht bijten, maar hij denkt vooral aan dat gevoel van in haar, iemand, zijn.
Hij komt, en daarna is alles wat broeide verdampt. Met twee lagen toiletpapier om zijn hand maakt hij alles schoon. Nu leeft hij weer in de wereld waarin ze straks gaan eten.
Beneden hoort Karl dat de douche wordt dichtgedraaid, zet het vuur lager en komt de keuken uit. Hij heeft zijn pyjamabroek aangedaan. Op de overloop, boven zijn hoofd, hoort hij haar zachte stappen. Karl? roept Anne het huis in. Ze hoeft zijn naam niet te gebruiken. Ze zijn alleen, ze zou wat-dan-ook kunnen roepen. Hij strekt zich over de leuning, Ja? Anne zet een stap naar de eerste tree. Ze kijken elkaar door het trapgat aan.
|
|