| |
| |
| |
Ruth Lasters Gedichten
Ruth Lasters (1979) is taalalchemist, ze brouwt en borrelt woorden in buisjes tot ze ontdaan zijn van hun poëtische conventies en ze kunnen worden hergebruikt. Lantaarnonderhoud is belangrijk, het is een ‘beladen zaak’, zoals ze schrijft. Lees maar in haar gedicht ‘Neon’ wat er mis kan gaan als het niet gebeurt. Ruth Lasters publiceerde de dichtbundel Vouwplannen en een aantal romans. Eerder schreef ze voor de Revisor over de rookpluimen die even in de lucht hangen nadat het vuurwerk is uitgewerkt, een uiterst betekenisvol beeld. De poëzie van Lasters is hard, modern, ze maakt surreële cartoons van tastbare zaken. We stellen haar eerder voor in een overall met een flesje smeerolie in de zak, dan in een voile met een lier. Zij heeft een eigenzinnig gebruik van grammatica, een idiosyncratische manier van beeldverwerking en -bewerking.Van Ruth Lasters heb je er maar een, zoveel is duidelijk, en daardoor zal haar werk blijven bestaan.
| |
| |
| |
Keien
Desnoods schil ik je een volledig
strand van krieltjes, glad en glazig
dat wat vergankelijk is steevast heeft een blijvende
variant: aardappels en keien. Glimmend plankton: van
Orion en van de Grote Beer de tijdelijke
verwant. En wij? Wij zullen morgen uitproberen of ricochet
ook met aardappels kan. Of durf je liever weten hoeveel
mensen net als wij gewoon als stenen sliepen nadat bekend-
gemaakt was de wiskundige zekerheid van het einde van
| |
| |
| |
Gemis
Het is de gloeilampen uitbroeden willen
tot nieuwe beelden van je uit hun lichturen-
tegoed gestolen. Het is de lampen losschroeven
en in een bruin dozijnkarton leggen voor een huis, onbewoond,
nog duister. Alleen de slaapkamerlamp stuk schudden naast oren
en aan ieder vragen honderduit wat er eerst was: de glazen huls
zijn, tot allen zeggen overtuigd:
| |
| |
| |
Orders
Voorproevers van zeegedachten
alleen wie denkend aan haar golven in een stille kamer
kan beschrijven eerst. Geweigerd tot de branding: wie haar
oproept, weergeeft al te vaag of net met duizend
bruisende details, volmaakt. Noch ‘perfect’ noch
aan haar zilte zelfomarming-
| |
| |
| |
Neon
Neonlicht, hoe het vaak knipperen gaat
als ik mijn nietigheid besef. Toeval weliswaar, maar
denkend aan mijn kosmische petieterigheid
zag (deed) ik pinken reeds: een spiegelkast-tl-buis, de T van Bar
Tamar, de hoed van Tío pepe-
lichtreclames. En dat het stukspringen van een lantaarnlamp voor een raam
al kan veroorzaken een minuscuul verschrikken, verliggen
tijdens de daad, waardoor een andere zaadcel dan die ene waaruit wij -
het had gehaald. Lantaarnonderhoud - geschiede het
met blinde willekeur steeds - is dus een ethisch zéér
| |
| |
| |
Doos
De zwarte doos van alle eensklaps neergestorte aardse
ambities wordt per ongeluk gevonden ooit,
na al het uitgestorven streven, doelgericht
gezoek. ‘WIJ hebben ze!’, roept oneerzuchtig dan
die ene vinder, kopt ze regelrecht de massa in, de black box
die vermoedelijk alleen geproest bevat om elkaars vroegere
gerace, ge-eerst, ge-beter-
dan en de fantoomijver om met de beving van dat buldergelach
te doen rimpelen het oppervlak van 's werelds witte
| |
| |
| |
Verte
Het laatste vaste antwoordapparaat dient (zo blijkt na
grootschalige peiling) in een verte geplaatst
zodat je mobiel, vanop afstand, erop in kan spreken
alle tegen je vertelde haast vernietigende zaken
die later in die weidsheid door je herbeluisterd
klinken zullen slechts als ruis - beloofd - volstrekt
onschadelijk. Soms luistert iemand er ginds naar,
uren, nachten als verslaafd. Soms trekt een slapeloze los
die tape vol vreselijkheden, graait hem samen,
zich toedekkend met niets dan dat zwart glimmend
|
|