Op het treinstation van Schiphol was enkele jaren geleden een man te zien die onder de douche stond. Je zag zijn hoofd en de waterstraal op zijn haar, geprojecteerd op een muur achter het spoor. Ochtendforenzen die kort daarvoor onder de douche hadden gestaan, keken ernaar of reden erlangs. Ze werden even teruggehaald in de tijd. Een andere video toont een witte hoed die boven een krater vliegt, langs de puntige randen van rotsen, het zou een vulkaan kunnen zijn. En weer een andere video waarin een kopje koffie in een vensterbank staat met erachter een sneeuwlandschap. In het kopje een lepeltje. Er verschijnt een hand in beeld die het lepeltje roert.
Deze en andere werken van Marijke van Warmerdam inspireren Tina van Baren, zelf actrice, theatermaker en dichter. Iemand zit in een kamer een gedicht te schrijven en plotseling stapt er een vrouw door het raam en vertelt haar levensverhaal. Een onderwijzer hamert erop dat alles klein gemaakt moet worden, zo klein dat het in een handpalm past. Tina van Baren is een fijnzinnig observator en hanteert een elegante taal. Ze debuteerde in Hollands Maandblad en schreef monologen voor theater. Zij speelde onder meer in de televisiefilm Three plays by Gertrude Stein.
[pagina 159]
[p. 159]
And this is how you can be walking
and falling at the same time.
Laurie Anderson
Om in beweging te komen breng je jezelf eerst uit balans
om iets te ontdekken begeef je je op onbekend terrein
om je verlangen te peilen kun je het beste je ogen sluiten
en dan de wereld wegzappen tot niets meer dan ruis
Nog sta je aan de rand nog ben je de gedachte vooruit
nog niet je vingers langs mijn huid nog geen woorden niet
ik vind je wil je ook niet kom: in mijn hoofd zingt een liedje
dat zegt dat lopen vallen is dat bewegen een vorm van verlangen is
dat daarmee alles begint
En als dan nu of niet meer later twijfel wankelt op een been
dan hel je voorover val je en vang je jezelf op met een stap
en weer een en weer een en weer tot je een spoor maakt voorbij
gaat en nog voor je je omdraait weet je ben je niets meer
dan een gerucht
[pagina 160]
[p. 160]
Waar een begin begint
Je vraagt naar een begin en zoekt het antwoord in beweging
volgt wind bij vlagen in een plastic zak, de val van een rok
langs de benen van een meisje dat op handen gaat staan
tegen de muur van een binnenplaats
de trilling van lucht rond de schaduw van bladeren
ritselend op het wit naast het bed
melk die uitwolkt in een glas water, een stuk zeep
dat wegschiet over een betegelde vloer
en ergens weet je ononderbroken
het golven van de zee.
[pagina 161]
[p. 161]
Wat je niet ziet
kijk: met losse handen
altijd met twee woorden en let op
iets wat je niet ziet kan maken
dat je valt iets breekt iemand gaat
kijk: een man met een jas over zijn arm
loopt met stevige passen
het pad af: je rent
de trap op pakt een stoel ziet hem gaan je roept
tikt tegen glas zijn naam hij kijkt
niet op niet om
en je weet wie je niet ziet waait weg
[pagina 162]
[p. 162]
Of het niets is
Je moet het kleiner maken zegt hij
grote dingen terugbrengen tot zak
formaat iets wat je vast kunt houden
passend in de palm van je hand zo
dat je het aan kunt raken met je vinger
toppen samenballen in een losse vuist
het kan begrijpen met een sierlijk boogje
op kunt gooien of het niets is: dat het zweeft.
[pagina 163]
[p. 163]
En dan dit nog:
wie houdt vandaag de horizon omhoog
blaast wolken langs het blauw, regelt de getijden
wie stuurt de vlucht van meeuwen aan, wijst rivieren slingerend de weg
duwt aan het einde van de dag met zachte hand de zon in zee, wie prikt
de sterren in het zwart, wie waakt als alles slaapt