hoofd duizelt, mijn benen tintelen, ik moet zitten, zo snel mogelijk. Ik keer me om. Op mijn bureau staat de doos. Ik loop ernaartoe, in mijn schoenen is te veel ruimte, mijn voeten glijden, alsof de zolen zompig zijn. In de doos liggen de kaarten op een hoop, er kleeft een nieuwe post-it op, ‘ordenen, aub’.
Ik laat me op mijn stoel vallen. Een rilling in mijn nek, mijn schouders. Ik wil naar huis, naar de poezen.
Martine mijdt mijn blik, ze lijkt te verzuipen in het tikwerk. Doet ze alsof? Ik kieper de doos om, de kaarten kletteren neer op het bureau, vormen een berg. Freddy en Lydia kijken naar me. Hij zegt iets. Ik draai mijn gezicht weg. Mijn handen trillen, ik krijg ze niet in bedwang.
Ademen, ik moet ademen. In de zak van mijn jas grijp ik naar mijn pillen. Ik neem er twee uit het flesje en duw ze mijn mond in, dan drink ik. De pillen blijven in mijn slokdarm steken. Ik drink nog eens, en nog eens, tot ik ze naar binnen voel glijden. Volhouden nu, tot het waas komt.
Freddy is klaar met Lydia, met een brede glimlach zegt hij: ‘Tot ziens, mevrouw.’ Lydia vertrekt en kijkt niet meer naar mij. Freddy keert terug naar zijn plaats. Hij knipoogt naar Martine, zij giechelt. Hij vraagt of ze koffie wilt. Ja, zegt ze. Hij loopt naar het koffiezetapparaat.
Had ik die kaarten verkeerd geordend? Alles in vierentwintig stapeltjes, geen familienamen die met X of Q beginnen. Ach, wat doet het ertoe? In die tien jaar heb ik nooit een identiteitskaart verpest. Morgen verzint hij weer iets nieuws. Het begon twee jaar geleden, toen ik hem vertelde over mijn depressie, over de ernst ervan. Sindsdien duwt hij me dieper en dieper. Na die maand in het ziekenhuis is het nog verergerd.
Ontsla me dan toch, man. Spuw je gal in het commentaar op het ontslagformulier. Je weet dat ik geen nieuwe job zal vinden, zonder diploma, met mijn ziekte. Laat Vicky maar panikeren, laat haar maar klagen en zagen tot mijn kop barst. Ze zegt het zo dikwijls, dat ik mijn job niet mag verliezen, dat we nu al amper de afbetaling van het huis aankunnen, laat staan met een werkloosheidsuitkering.