tunnel komt het licht van de lampen en de metro stoomt het station binnen. De trein remt, de deuren gaan open, ‘mind the gap’, honderden mensen stappen uit. Blinde tast met zijn wit-rood-witte stok de grond af, richting coupé, en stapt probleemloos in. Hij gaat niet eens zitten op het stoeltje voor zielige mensen.
‘Ik had je kunnen redden, blinde klootzak,’ fluister ik zo zachtjes dat het mijn hoofd niet uit komt.
Maar hij is al weg, de metro is alweer weg.
Als ik helemaal alleen in de hoek van het perron sta dan wil ik de mensen graag neuken. Ik wil ze redden of neuken en als dat niet kan, wil ik ze doden. Ik doe het niet. Natuurlijk doe ik dat niet maar het zijn klotemensen met hun kutbanen en kuthuizen en kutklote-kutrelaties. Ik maak dan vuisten met mijn nagels in mijn handpalm. Ik druk heel hard en houd mijn ogen dicht. Het doet pijn en soms bloedt het en dan wordt het weer rustig in mijn hoofd.
Er komen altijd nieuwe mensen om te redden of te neuken. Wanneer ze instappen zijn ze even heel dichtbij. Ik ruik ze. Zweet, parfum, deodorant, alcohol, hond, kots, aftershave, shampoo, leer, frituur en natte grond. Iedereen ruikt wel naar één ervan. Soms botsen ze tegen me op, of raken onze jassen elkaar.
‘Hé, jij neemt ook elke dag deze metro, toch?’
‘Yep.’
‘Wat leuk je eens te spreken. Heb je de voetbalwedstrijd gisteren gezien?’
‘Ja, dat was spannend!’
‘Zeker. Hoe heet je eigenlijk?’
‘Barry.’
‘Barry, ik zie je zo vaak, heb je zin om vanavond bij mij thuis voetbal te komen kijken? Mijn vrouw maakt lam. Hou je van lam?’
Hmmm, lam.
's Avonds bel ik aan, met een grote fles wijn in mijn hand. In hun huiskamer staat een witte bank op een rood tapijt en een stereo waar pianomuziek uit klinkt. Tijdens het eten en de wedstrijd maak ik de juiste grapjes, niet over seks of over hoe gek het eten eruitziet, maar