| |
| |
| |
medewerkers in dit nummer
Peter Adriaansz (1966) studeerde compositie aan de conservatoria van Den Haag en Rotterdam, waar hij o.m. les had van Louis Andriessen, Brian Ferneyhough en Peter-Jan Wagemans. Adriaansz' werken worden wereldwijd uitgevoerd, van het Holland Festival tot Huddersfield, Tasjkent en Toronto. Hij werkte o.a. met het Ives Ensemble, ensemble mae en Slagwerkgroep Den Haag. Adriaansz' muziek kenmerkt zich door een systematische, op onderzoek gebaseerde inslag waarin klank, vorm en hoorbare wiskunde tot de voornaamste ingrediënten behoren. In recente jaren valt ook een toenemende interesse in flexibiliteit, variabele vormen en microtonale reflectie in zijn werk waar te nemen. Deze interesse leidde o.a. tot composities voor versterkte ensembles, zoals Prana en Music for Sines, Percussion, eBows & variable Ensemble, orkest en stemmen (Anekabahudaravaktranetram), twee series over ruimtelijke harmonie (Structures i-xvi) en micro-acustica (Waves 1-13) en vele (elektro)akoestische werken. Peter Adriaansz is artistiek leider van Slagwerkgroep Den Haag. |
Willem Breuker (1944) neemt al veertig jaar een unieke plaats in het Nederlandse en internationale muziekleven in. Zijn neus voor vernieuwing en voorkeur voor het onvoorspelbare werden kenmerken voor zijn muziek. Met het Willem Breuker Kollektief treedt hij al dertig jaar op in binnen- en buitenland, waarbij zijn muzikale stijl varieert van theater tot vaudeville. Als componist en musicus ontving hij talloze prijzen (o.a. de vpro Boy Edgar Prijs). In 1974 richtte hij zijn eigen label BV Haast op, en sinds 1977 organiseert hij de jaarlijkse Klap op de Vuurpijl, een vijfdaags festival met hedendaagse geïmproviseerde en gecomponeerde muziek. Willem Breukers oeuvre bestaat uit meer dan vijfhonderd werken voor solisten, ensembles, symfonieorkest, fanfare, film en theater. Hij componeerde o.m. de opera Jona en nieuwe muziek voor F.W. Murnaus stomme film Faust uit 1926. Willem Breuker werkte samen met o.a. Lodewijk de Boer, de Theaterunie, Dimitri Frenkel Frank, Ischa Meijer en cellist Yo-Yo Ma. Hij schreef filmmuziek voor Freek de Jonge, George Sluizer en Johan van der Keuken. Willem Breuker werd in 1998 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1992 verscheen het boek Willem Breuker van J. en F. Buzelin en in 1999 Willem Breuker Kollektief: Celebrating 25 Years on the Road. |
Loek Dikker (1944) speelde met sterren als Julian Cannonball Adderley en Don Byas, en toerde samen met Pierre Courbois en Gunter Hampel door Duitsland. In 1980 maakte hij furore tijdens een tournee naar de VS en Canada, met als hoogtepunt een optreden in The Public Theater in New York. Loek Dikker schreef symfonische filmmuziek in Nederland, Duitsland en de VS. In 1990 ontving hij een Gouden Kalf voor zijn oeuvre, dat meer dan vijftig speelfilms omvat. Een jaar later ontving hij in Hollywood de Saturn Award. Hij schreef daar o.m. de muziek voor Slow Burn, de debuutfilm van Johnny Depp. In 2004 werd in aanwezigheid van H.M. de Koningin zijn avondvullende werk voor de nieuwe zwijgende film Diva Dolorosa in Rome opgevoerd. In Italië ontving hij in hetzelfde jaar de prijs voor de beste Europese filmmuziek bij de film Rosenstrasse van Margarethe von Trotta. Dit jaar gaat hij op tournee met zijn eigen Waterland Sextet. |
Ensemble Klang wordt sinds de oprichting in 2003 gezien als een van de spannendste jonge ensembles in de Nederlandse hedendaagse muziekpraktijk. Met hun optredens bouwt het ensemble een repertoire op van speciaal voor hen gecreëerde werken, geschreven door opvallende en onconventionele componisten, niet zelden van dezelfde generatie als de leden van Klang, zoals Oscar Bettisson, Kate Moore, Fabian Svensson en Roi Nachshon. Daarnaast kunnen componisten als Heiner
|
| |
| |
Goebbels, Martijn Padding, Jacob ter Veldhuis, Jan-Bas Bollen en Peter Adriaansz tot de componistenkring rond Ensemble Klang worden gerekend. Het ensemble speelt met een bezetting van saxofoons, trombone, percussie, piano en gitaar. Zonder dirigent maar met een stuwende ‘drive’ speelt Klang complexe muziek die virtuoze precisie vereist, resulterend in ‘an impressive aural assault’ (Scottish Herald). Ensemble Klang trad op in Nederland, Engeland, Schotland, België, Tsjechië en de Verenigde Staten. |
Herman Franke (1948) begon, als zoveel schrijvers, zijn schrijverscarrière als langharige hoofdredacteur van de schoolkrant. In de jaren zeventig was Franke enkele jaren stadsverslaggever bij het Nieuwsblad van het Noorden. Die carrière brak hij af om sociologie te gaan studeren. In het begin van de jaren tachtig schreef hij De dood in het leven van alledag, zijn eerste non-fictieboek. In 1995 werd de Engelse vertaling (The Emancipation of Prisoners) van zijn proefschrift Twee eeuwen gevangen door de American Society of Criminology bekroond als beste buitenlandse studie. Van dit boek verscheen tevens een verkorte versie in het Nederlands (De macht van het lijden).
Halverwege de jaren negentig besloot Franke zich geheel aan de literatuur te wijden en zegde hij zijn vaste baan aan de universiteit op. Er waren al twee romans verschenen (Weg van loze dromen en Nieuws van de nacht), maar met De verbeelding, zijn derde roman, brak hij in 1998 door. Hij ontving voor deze roman de ako Literatuurprijs. In 2003 publiceerde hij de roman Wolfstonen en in 2004 de bundel Notulen met ultrakorte verhalen. In dat jaar verscheen ook een compilatie van zijn columns in de Volkskrant onder de titel Waarom vrouwen betere lezers zijn. In 2007 verscheen Uit het niets, het eerste deel van zijn ‘doorlopende roman’ Voorbij ik en waargebeurd, gevolgd door inmiddels het tweede deel, Zoek op Liefde. |
Piet Gerbrandy (1938) is classicus, dichter, essayist en poëziecriticus. Hij was ruim twintig jaar docent klassieke talen aan diverse scholen in de Achterhoek; werkte mee aan een viertal schoolboeken voor het eindexamen Grieks; vertaalde uit het Latijn De opleiding tot redenaar van Quintilianus (2001); stelde een bloemlezing samen van filosofische teksten uit de klassieke oudheid (De mens is een dier dat kan denken, 2001); publiceerde het standaardwerk Het feest van Saturnus. De literatuur van het heidense Rome (2007); doceert Latijn aan de Universiteit van Amsterdam. Gerbrandy is sinds 1996 de poëziecriticus van de Volkskrant en hij schrijft regelmatig in De Groene Amsterdammer, vooral over Griekse en Romeinse klassieken. Verder draagt hij geregeld bij aan diverse literaire tijdschriften, zoals De Revisor, Raster, De Gids en Hollands Maandblad.
Poëzie: Weloverwogen en onopgemerkt (1996, bekroond met de Van der Hoogt-prijs, genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs), Nors en zonder haten (1999, genomineerd voor de vsb Poëzieprijs), De zwijgende man is niet bitter (2001, bekroond met de Herman Gorter-prijs, genomineerd voor de vsb Poëzieprijs), Drievuldig feilloos vals (2005, waaruit een gedicht ter gelegenheid van Gedichtendag 2006 werd bekroond als een van de drie mooiste gedichten van 2005), Krang en zing (2006), Scheiden wij (2007, met foto's van Gijs Haak), Vriendinnen (2008). Zijn essays over literatuur, klassieken en retorica werden gebundeld in: Boeken die ertoe doen (2000), Een steeneik op de rotsen (2003), Omroepers van oproer (2006). Voor zijn gehele oeuvre is Gerbrandy in 2005 de Frans Kellendonk-prijs toegekend. |
Micha Hamel (1970) is dirigent, componist, en dichter. Zijn concertmuziek werd uitgevoerd door het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch (o.l.v. Valery Gergiev), het Radio Kamer Orkest, het Radio Filharmonisch Orkest, het Schönberg Ensemble, het Ives Ensemble en Slagwerk
|
| |
| |
Den Haag. Ook componeerde hij muziek voor dans en theater voor o.a. het Nationale Ballet, het Nationale Toneel en Orkater. In 2008 toerde zijn eerste opera, de tragische operette Snow White, met veel succes door het land. Als dirigent is hij een graag geziene gast bij de orkesten van de Nederlandse Radio, het Nieuw Ensemble en het Schoenberg Ensemble. In 1999 dirigeerde Hamel het Ensemble Modern uit Frankfurt. Voorts dirigeerde hij het Orchestra di Friuli Venezia Giulia, het Orchestra Donizetti Bergamo, het Orchestra Regionale di Toscane, alsook het orkest van de rai Torino. In 2006 debuteerde hij bij het Hallé Orchestra in Manchester en in 2008 bij het Mozarteum Orchester in Salzburg. Zijn eerste dichtbundel, Alle enen opgeteld (2004), werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs en bekroond met de Lucy B. van der Hoogtprijs. In 2006 verscheen zijn tweede bundel, Luchtwortels. Momenteel werkt hij aan een dichtbundel en een compositie voor het Holland Festival. |
Pete Harden (1979), componist en gitarist, studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Louis Andriessen, Gilius van Bergeijk en Richard Ayres. Hij won de Pro-Arte Guitar Trio Composition Competition en de Apeldoorn Young Composers Meeting. Pete Harden componeerde een aantal omvangrijke muziektheaterproducties, waaronder Carnation, een compositie voor ensemble en vier auto's. In 2006 werkte hij mee aan het ‘Worte ohne Lieder’-project, waarbij zijn werk Cascade in de Volkskrant als ‘felle, flitsende muziek’ werd gekenmerkt. Tijdens de Week van het Jong Talent in 2008 beleefde Pete Harden zijn dertig minuten in het programma Componist van de Week op Radio 4. Verder is hij gitarist en artistiek leider van het Haagse Ensemble Klang. In 2007-2008 arrangeerde Pete het avondvullende orkestwerk Walden van Heiner Goebbels voor Ensemble Klang, uitgebreid met strijkkwintet en verteller. Walden werd verschillende keren in Nederland uitgevoerd, en reist vanaf seizoen 2009/2010 naar diverse internationale festivals. |
Toef Jaeger (1971) schrijft en werkt voor nrc Handelsblad en nrc.next. Recensies schrijft ze ook voor het maandblad Onze Wereld, en voor Passionate Magazine. Ze is redacteur van De Revisor. Momenteel werkt ze aan een boek over de schrijver/schilder Henk van Woerden. |
Saskia de Jong (1973) debuteerde in 2004 met de bundel zoekt vaas, die haar prompt een nominatie voor de C. Buddingh'-prijs 2004 opleverde. Uit het juryrapport: ‘Als er een trend is in de richting van toegankelijker poëzie, dan is de bundel zoekt vaas van Saskia de Jong daar zeker geen voorbeeld van. Zij schrijft raadselachtige gedichten waaruit woorden en soms zelfs hele zinsdelen lijken te zijn weggevallen. Daardoor breekt ze op een heel eigen manier de taal open, een taal die soms bitter klinkt en die gepreoccupeerd lijkt met het gewelddadige van het christelijk offer. Een weerbarstige taal, die je niet vaak hoort en die je niet met rust laat.’ In 2005 verscheen bibliofiel de opvolger poëzie, waarin De Jong speelt met het genre van de fotoroman. Een jaar later volgde de dichtbundel resistent. Dit jaar verscheen De deugende cirkel, een dichtbundel voor kinderen. |
Astrid Lampe (1955) is dichter. Woont en werkt in Utrecht. In die plaats wordt in 1989 haar toneeldialoog Strikken opgevoerd. Zelf speelt ze een van de twee rollen. Spelen en regisseren doet ze dan al een aantal jaren. Strikken is de eerste geschreven tekst van haar die naar buiten komt. Het poëtisch taalgebruik is evident aanwezig. Er zijn plannen voor een roman. Al werkend dringt de keuze voor poëzie zich steeds nadrukkelijker op. De Revisor is een van de eerste literaire tijdschriften die haar werk plaatsen. In 1997 verschijnt de gedichtenbundel Rib, haar debuut, genomineerd voor de C. Bud- |
| |
| |
dingh'-prijs. Publicaties in diverse tijdschriften volgen, optredens zijn er voornamelijk in Nederland en Vlaanderen en incidenteel ook in Engeland, Duitsland, en Frankrijk. Ze wordt gevraagd voor museale projecten als De Verleiding in het Centraal Museum in Utrecht (2003) en Rijke Uren in Museum Het Valkhof in Nijmegen (2005). Daarnaast begeleidt Astrid Lampe studenten van de afdeling Beeld en Taal aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Na Rib volgden de bundels: De sok weer aan (2000), De memen van Lara (2002), beide genomineerd voor de vsb Poëzieprijs. Spuit je ralkleur (2005) werd in 2006 bekroond met de Ida Gerhardt Poëzie Prijs en in 2007 met de Schrijversprijs der Brabantse Letteren. Dit voorjaar verscheen haar bundel Park Slope. |
Mark Leenhouts (1969) vertaalt Chinese romans, recenseert voor de Volkskrant en publiceerde onlangs Chinese literatuur van nu - Aards maar bevlogen. |
Sander van Maas is sinds 1 oktober 2008 hoogleraar hedendaagse Nederlandse gecomponeerde muziek bij de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. Van hem verscheen Doorbraak en idolatrie. Olivier Messiaen en het geloof in muziek (2005), dat tevens in Engelse vertaling is verschenen. Hij werkt nu aan een onderzoeksproject ‘Na het Grote Luisteren’, dat de recente geschiedenis van het luisteren naar hedendaagse gecomponeerde muziek in kaart brengt. Dit onderzoek is een activiteit van de profileringsleerstoel hedendaagse Nederlandse gecomponeerde muziek aan de Universiteit Utrecht, mogelijk gemaakt door de Vereniging Buma. |
Florian Magnus Maier (1973) rondde zijn compositiestudie cum laude af bij Klaas de Vries aan het Rotterdams Conservatorium, waar hij ook flamencogitaar studeerde bij Paco Peña. Sindsdien werkt hij veelvuldig samen met Nederlandse en internationale topensembles, orkesten en solisten. Zijn oeuvre wordt wereldwijd uitgevoerd, en omvat symfonische muziek, ensemble- en kamermuziek, solostukken, elektronische muziek, en muziek voor dans, film, theater en bands. Zijn werk won o.m. de Gaudeamusprijs, Musica Nova, de Matthijs Vermeulen Aanmoedigingsprijs en de prijs voor compositie van het Rotterdams Conservatorium. Van het Tanglewood Music Center ontving hij twee beurzen en de Paul Jacobs Memorial Award. Naast het componeren treedt hij als solist op in zijn concerten voor gitaar en basgitaar, o.a. met het Metropole Orkest, Asko Ensemble en Orkest De Volharding. Als gitarist, componist en zanger is hij verbonden aan de extreme metalbands Noneuclid en Dark Fortress. Florian Maier is grondlegger van het internationale virtuozenensemble The Hungry Gods en lid van het multidisciplinaire kunstenaarscollectief Quantum Ether. |
Bertram Mourits (1969) is redacteur bij Uitgeverij Contact. Hij schrijft over poëzie en andere literatuur voor onder andere De Revisor en Poëziekrant. Een boek over de Nederlandse poëzie van de jaren zestig (Zestig. Een nieuwe datum in de poëzie) verscheen in 2001. |
Ramsey Nasr (1974) is dichter, schrijver, acteur en regisseur. In 2000 debuteerde hij als dichter met de bundel 27 Gedichten & Geen lied, die werd genomineerd voor zowel de C. Buddingh'-prijs als de Hugues C. Pernath-prijs. Een jaar later debuteerde hij als prozaschrijver met de novelle Kapitein Zeiksnor & De Twee Culturen, gevolgd door Twee libretto's (2002). In 2004 verscheen zijn tweede dichtbundel, onhandig bloesemend. Deze bundel werd bekroond met de Hugues C. Pernath-prijs. Nasr werd in 2005 benoemd tot Stadsdichter van Antwerpen en veroverde in snel tempo de harten van de Vlamingen. In de bundel onze-lieve-vrouwe-zeppelin (2006) werden alle stadsgedichten opgenomen.
|
| |
| |
Tegelijk met deze bundel verscheen Van de vijand en de muzikant, een verzameling artikelen over kunst en politiek.
Naast zijn literaire werk is Nasr actief als acteur en regisseur. Eind april 2007 ontving Nasr samen met Tom Lanoye en Bart Moeyaert een eredoctoraat wegens algemene verdiensten aan de Universiteit Antwerpen. Het triumviraat ontving de onderscheiding voor hun werk als Stadsdichters van Antwerpen. Momenteel werkt Nasr aan zijn eerste roman, Het mazensysteem. In januari 2009 werd Nasr verkozen tot Dichter des Vaderlands. |
Maarten Ornstein (1967), saxofonist en componist, schreef muziek voor jazz- en moderne ensembles, en werd bekend door zijn grensoverschrijdende spel op saxofoon en (bas)klarinet. Het werken met verschillende stijlen en disciplines vormt de rode draad in zijn carrière. Zijn muziek is geworteld in jazz, soul, Slavische en contemporaine muziektradities, elementen die samenkwamen in het W.A.R.P. Music Ensemble (vijf blazers, percussie en een zangeres). De cd-opname van dit ensemble vestigde Ornsteins naam als musicus op zoek naar vernieuwing. De cd leidde tot compositieopdrachten van het North Sea Jazz Festival, Orkater, Anouk van Dijk, het Calefax Rietkwintet en het Koor Nieuwe Muziek Amsterdam. Als solist op saxofoon en/of klarinet speelde Maarten Ornstein o.m. met het Schönberg Ensemble, het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, met David Liebman, Pat Metheny en Tony Overwater. Sinds 2005 is Maarten Ornstein leider van het muziekensemble dash!, dat inmiddels drie cd's maakte. |
Ilja Leonard Pfeijffer (1968) is dichter, romancier, essayist, criticus en polemist. Hij debuteerde in 1998 met de bundel Van de vierkante man, die werd bekroond met de C. Buddingh'-prijs 1999 en genomineerd voor de vsb Poëzieprijs 1999 en de vijfjaarlijkse Paul Snoekprijs 2000. In 2000 verscheen De Antieken, een korte literatuurgeschiedenis. Zijn tweede poëziebundel, Het glimpen van de welkwiek (2001), werd genomineerd voor de J.C. Bloem-prijs 2003 en de Hugues C. Pernath-prijs 2003. In 2002 verschenen de zijpanelen van zijn vierluik, de Steppoli-tetralogie: de roman Rupert, een bekentenis, en de dichtbundel Dolores, elegieën. Het romandebuut werd bekroond met de Anton Wachterprijs 2002. In 2002 kreeg hij in Düsseldorf de Literaturpreis Nordrhein-Westfalen voor zijn gehele poëtische oeuvre. In 2003 verscheen Het geheim van het vermoorde geneuzel, een collectie essays over poezie, waarin hij zijn poëtica uiteenzet. In 2004 verscheen zijn tweede roman, Het grote baggerboek, die werd genomineerd voor de ako Literatuurprijs 2004 en De Gouden Uil 2005. In 2003 verscheen zijn vierde dichtbundel, In de naam van de hond (de grote gedichten). Al zijn dichtwerk werd verzameld in De man van vele manieren (2008). Hij is poëziecriticus van nrc Handelsblad, columnist van nrc.next, redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor en mede-oprichter en redacteur van het poëzietijdschrift Awater. |
Allard Schröder (1946) Leeft nog. Eerste roman in 1989. Er zouden nog zeven volgen. Heeft in 1984 een korte tijd geprobeerd in Italië te werken. Beviel niet. Schreef stukken en recensies voor o.m. nrc Handelsblad, De Standaard, Vrij Nederland. Afgelopen jaren bij elkaar opgeteld één jaar in China verbleven, waar De econome (2008) is ontstaan. De laatste, ‘Chinese’ roman Amoy is weer in Nederland geschreven. Laatbloeier. Is tot volle tevredenheid getrouwd. Geen kinderen. De katten zijn allemaal dood.
Romans: De gave van Luxuria (roman, 1989); De muziek van zwarte toetsen (roman, 1991); Raaf (roman, 1993 Halewijnprijs 1995.); Grover (roman, 1999, nominatie ako Literatuurprijs 2000.); Het pak van Kleindienst (verhalen, 1996); De hydrograaf (roman, 2002, ako Literatuurprijs 2002, nominatie
|
| |
| |
Librisprijs 2003. Vertaald in het Frans, Italiaans en Noors); Terugkeer (verhalen, 2004); Favonius (roman, 2005); Nieuwe Tijden (essays, 2006); De econome (roman, 2008); Amoy (roman, 2009). |
Jan Vriend (1938) werd geboren in het Noord-Hollandse Benningbroek. Onder zijn vaders hoede begon hij piano te spelen toen hij vijf jaar was, algauw gevolgd door klarinet, viool en orgel. In 1960 ging hij naar het Amsterdams Conservatorium, waar hij piano, muziektheorie en compositie studeerde. Vanaf 1961 tot 1970 dirigeerde Jan Vriend koren, ensembles en orkesten in muziek van de vijftiende eeuw tot en met de twintigste-eeuwse avant-garde. Hij was oprichter en eerste dirigent van het asko dat zich van meet af aan specialiseerde in de nieuwste muziek, met een voorkeur voor componisten als Webern, Xenakis en Varèse. Tot 1971 was hij er dirigent en artistiek leider. Later maakte hij deel uit van de zgn. Werkplaats. In 1968-1969 was hij leraar muziektheorie en dirigent van ensembles voor hedendaagse muziek aan het Utrechts Conservatorium. Met componist Jos Kunst presenteerde hij in 1971 een radioserie over ‘verschillende manieren om naar muziek te luisteren’. Samen improviseerden zij ook muziek voor de ncrv-radio als achtergrond bij hoorspelen en literaire voordrachten. Tussen 1989 en 1994 was hij dirigent van het New Stroud Orchestra in Gloucestershire (Engeland), waar hij sinds 1984 leeft en werkt. Jan Vriend treedt alleen nog bij gelegenheid als pianist op. Enkele belangrijke werken zijn: Variaties voor piano (1961), Huantan voor orgel (1968), Heterostase voor fluit, basklarinet en piano (1981) en Hallelujah 1 voor basklarinet en orkest (1990). |
Bob Zimmerman (1948) studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Als componist, arrangeur en orkestrator is hij werkzaam voor theater, televisie, cd-producties en film. Hij componeerde o.a. voor de Toneelgroep Centrum, Publiekstheater, De Appel en De Haagse Comedie, voor Buffo Operamakers en voor Yo! Opera Festival. Op stapel staat een avondvullende opera die november 2009 in première zal gaan. Filmmuziek schreef hij o.a. voor An Bloem (bekroond met een Edison en nominatie Deutsche Preis der Schallplattenkritik), De Avonden en Snapshots met Burt Reynolds en Julie Christie. Hij is arrangeur voor het Metropole Orkest en huiscomponist van het tv-programma Una Voce Particolare. Recente projecten: Een Carmen bij het Zuidelijk Toneel en een strijkkwartet voor het Schönberg Kwartet. Bekend werden zijn arrangementen voor de cd's van prinses Christina en een Burt Bacharach-programma bij het Nederlands Kamerkoor onder zijn leiding. Zijn arrangement van Adiós Nonino, bij het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander met Máxima Zorreguieta, trok internationaal de aandacht. |
|
|