De Revisor. Jaargang 36(2009)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Sjoerd de Jong Gedichten Niks te laat Niks te laat gestopt Zijn longen, ankers in verschroeide aarde Gas op de plank Nergens vrienden louter houtskooldromen halfvergane literaire levens Op gepaste afstand Ja, mag weer alles eten zelfs een tosti af en toe Eruit halen wat er nog in zit Dan krimpt de wereld daarbuiten bizons breken door het ijs kraakwacht bloed, in slierten heipalen Zo begon het met afgeplakte ogen Uit as van Staatsliedenbuurt opgefokt door cocaïne midscheeps getroffen [pagina 74] [p. 74] door hoge cultuur in de eighties gemangeld herrezen met hondenogen en wrede kaken Kortom zo'n kerel met hart voor vrouwen die gelouterd schatje zegt Nu sprenkelt de profeet der voldongen feiten spraakwater door de studio Calvijn was een toffe goser Volendam een heerlijke stad Spuit elf het gouden kalf Stemmen die geen daglicht meer verdragen Het brein zucht onder zoveel afwezigheid [pagina 75] [p. 75] Matala Een glijvlucht van gitzwarte staarten rinkelt in de bedstee rollen hippies uit de grot geen Spartanen klaplopers op luchthavens geen machinemensen ook en zeker geen kasplantjes die het hoofd buigen in de kantoortuin op het strand druilen zwarte kiezels gewenteld in organische regen modder heelt alle heilige haren kosmische dweilen Moeder Ganges sleurt mee de rotste lijken Glorieus, dit koningsplein schittert in de druivenzon archaïsche landingsbaan hoog de olijven wat doen die naakte meisjes glad van ziel en glas hier meegezogen in de orkaan [pagina 76] [p. 76] om die god recht in zijn babyface te staren stinkende sixties sjokken op vierkwartsmaat kan ons het schelen of de huidige Franse koning ook nog kaal is het begrip paard zelf een begrip is en water overal en altijd H2O is het ontologisch godsbewijs ligt voor het oprapen bij de helikopterkomst van Floortje Dessing rotsen kaal de mastgebonden zoeker maakt nu haast om hier weg te komen rol dat snolletje uit die jurk sla die drummer met een taart die stinkt takel het kruis op ontruim het graf betaal die vent en hoop op regen [pagina 77] [p. 77] Zeven kegels Wie zei er halverwege de rit dat er niets te beleven viel in Groot-IJsselmonde zeker omdat de middenstand er ligt te janken als een hond en de jeugd er in je kuiten hangt maar toen het hoofd bekneld raakte in een rode deur ja, te laat gezien door vroege drinkers hoorde je er niemand over toen het hoofd op graan gestookte wijsheid dreunde van steelgitaar en banjo en een pak slaag kreeg vonden ze alles best toen een flets zonnetje het laaghangend fruit van zijn brood liet eten in de galerijflat keken ze de andere kant op [pagina 78] [p. 78] toen mos langs de weg de kraters markeerde waar dode vrienden insloegen op de parkeerplaats was het zeker wel gezellig toen zij zich liet pakken door een ander helemaal ruggelings tegen de betaalautomaat hadden ze het al zien aankomen en nu woont hij weer bij zijn ouders die nog leven in zijn voetbalkamer waar hij leerde bowlen hij op zichzelf die alleen ging wonen zie je die dode kuikens op het balkon heeft hij net met zo'n bal geslacht het is fijn om thuis te zijn maar het is er te klein voor zeven kegels Vorige Volgende