De Revisor. Jaargang 36(2009)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] antoine de kom zwaluw & bab al-makina het is misschien goed te beginnen een beetje te sterven. sterven als een boek dat in de zon en wind vergeelt en zich niet verplaatsen wil anders dan per bladzij ergens tussen de regels zal een hond die uit je slaap opstaat zijn kop ja louter die laten waken over beboste en met enige regelmaat beschoten hellingen. hoewel het lente is de nog koude droge tijd hier hoog in de bergen allengs is ingetreden en madhup mudgal zijn bhakti zingend lager laag en naast de bruine sofa dof en droog en door dit lege huis zichzelf verlaat zwermt de garde uit. nagalm van bijlslagen uit het dal. tijdens de afdaling struikelden wij (dit is niet 100% betrouwbaar) over de naakte maja. zij stond op en liep over de kale rode aarde huiverend voor ons uit wees iets aan - iets dat er vast niet was en op geen schilderij ooit te zien zal zijn iets waar zij vol van is vanaf dat moment rustte er een verbod op beeldspraak. met een lichte wreedheid in hun ogen traden de heksen (groene jurken hoog opgetrokken) met blote voeten elk gebod. ‘¡la pintura sobre todo!’ onder de bomen bij het pesthuis bad in zijn regenboog van veren een engel. toen grepen plots de honden in haar woud [pagina 22] [p. 22] een naakte van haar hart ontdane dame die een picknick wilde binnenrennen in deze tuin vol schepsels waar maria melk spuit uit haar tepel in de gulzige mond van een schilder met ruige haren die net de hoek om kijkt nu zijn nagels bestrijkt met telkens nieuwe klodders verf. in de medina kreeg ik een kleine kamer waarin een burgeroorlog kirt en kartelt. het duurde niet lang of ik liep door een lange schaduwrijke gang waarin een tijger langs zijn lange draad vanaf en weer naar het plafond afdaalde. zicht had ik op een binnenplaats orgie van oranje gordijnen en mijn spullen op het tweede met rode sprei bedekte onbeslapen bed. dit huis met dikker dikke muren van eiwit en vaster stilte ramen op de binnenplaats waar tussen de pilaren mijn kamelen en ezels zachtjes in mijn naam murmelend rusten. langs de muren voerden op de tegels labyrinten handen naar hun middelpunt en stonden bruidsstoelen klaar met daar achter hun sluiers scholieren luid geeuwend zouden zij liefst hun boeken naar elke beschikbare publieke oven willen schuiven. in de bibliotheek die ongezien een wereld is [pagina 23] [p. 23] schreven shabbir en ik blauwe en groene trappen op de witte muren met veel meer lichtval dan de felste bliksem (drievuldig in zout gesmoord op de torens) kon. we prevelden: ‘beschilder je stichter o schapen en laat hem kicken op zijn mint zijn henna saffraan o zijn kleuren zal hij verliezen aan de wind in de vleesgeur waarbij vakbond en werkvolk bedwelmd raakten nog voordat zij zichzelf mochten uitboeken en nooit meer sloven en slepen’ in luwte van dadelpalmen dommelen tot citroen en cipres als munt en vijg zichzelf overslaan in de smalle stegen waar bedelaars hun dag ontdenken vanavond liep ik zo caracalla door genaamde nauwe stegen en hoorde aan de poort: dat hij op de mozaïeken van volubilis de hare was dat zij bruut door hem teleurgesteld ergens in de zalen van het klooster of het lavatorium le thoronet genomen werd en alleen maar speelde dat zij monnik was heel buigzaam kruipend over de sobere kale vloeren liet zij zich zien het landschap en de glooiing van haar weelde waren tinten turner in de schaduwen van koel en nat volubilis. rond 22.00 namen bedelaars hun dag door ergens werd iemand die witte zijde droeg ruw van zijn lastdier getrokken in de stallen met de twaalfduizend paarden van onze vorst moulay ismael te meknes en die laat in de ochtend uit diep peinzen opveert: [pagina 24] [p. 24] dit is wat ik dacht dacht hij terwijl de toekan met een scherpe rechterbocht reagan national naderde dc de mail zich in alle nederige en lichtgrijze eenvoud bijna ontbloot van special ops aan ons voordeed: de volgende morgen lag er in de beeldentuin een groene heli open op zijn kant at de bemanning zwaar daartegen leunend broodjes ongezond vette worst. ik kan er niet omheen zei hij: het arabisch orkest kwam vanavond vrij traag op gang en stelde zwaluw & bab al-makina met h.k.h. de prinses bloot aan nogal wat volume. met haar diepgroene ogen op mijn handen gericht sprak zij aarzelend over deneb en zubenelgenubi. door de tuinen van het batha zwemen bhaktiliederen en zo vlak achter de voordeur is het vrij donker. er werd bijna niet gevlogen dezer dagen. tekens waren er des te meer. ze vielen bewegingloos uit de schaduwbomen achterover. je stelt je vragen bij hun identiteit je ziet ze terechtkomen in het zoveelste gedicht dat zienderogen opgewonden raakt en nu onrustig van verlangen langgerekte blotedijenkreten slaakt inmiddels in allerijl een late poging waagt terwijl het eigenlijk veel te bewolkt is in de huizen waarin toegangsnummers en naaktkalenders de wanden sieren. vermoeide karbouwen sliepen in de onophoudelijke regen. zo vlak achter de voordeur is het vrij donker. [pagina 25] [p. 25] de twintig jasmijnen geuren tot op het dak van dit huis en daar is te zien hoe de soefi zich in hun trances opschroevend wervelen naar verre twijgen bittere sinas. het is toch maar het beste de kunst van het veinzen te beheersen en je te laten aanzien voor arabier of op zijn minst twijfel te zaaien door zonder aarzelen de dwarsbalk contra ongelovigen tussen witte muren in de mond van de moskee te passeren en raam te worden met uitzicht op jezelf. oranje gordijnen. rode sprei. een binnenplaats die in jalabah betreden koel en betegeld vol water ligt waarin vele bruiden zijn neergestreken en in alle toonaarden ontkennen dat zij hiernamaals zijn voor gordeldragers met metaal te zwierig of wat dronken later wagen zich kinderen die explosieven dragen op de nachtelijke daken dansende hun kinderhoofdjes zij konden zo moeilijk slapen en wijken pas wanneer de vuilnismannen bij de eerste zonnestralen hun ezels tot ongekende prestaties opzwepen ze laten voelen hoe in alle eenvoud zeer succesvol falen tot vermoeiens toe het lot van menig mens en zijn natuur zijn mag. fes: juni 2008 Vorige Volgende