De oplage-eis
Een literair tijdschrift is geen publiekstijdschrift, zoals een literaire roman geen Kluun of Khaled Hosseini is. Literaire tijdschriften fungeren in onze tijd als vaktijdschriften voor een sterk op de literaire en intellectuele cultuur gerichte lezersgroep. Daar hoorden vroeger nog krantenredacties bij, nu zijn geïnteresseerden nog wel te vinden bij redacties van weekbladen en andere media, maar ook bij uitgeverijen, scholen, bibliotheken, (buitenlandse) universiteiten, boekhandelaren, vertalers, en uiteraard geïnteresseerde lezers en schrijvers. Alles bij elkaar opgeteld zijn dat er ongeveer 1000. Inderdaad, vroeger waren dat er meer, maar dat ligt niet zozeer aan de tijdschriften als wel aan de tijdgeest: veel meer dan vroeger is literatuur amusement. Het mag juist zijn dat de oplage van literaire tijdschriften in de jaren tachtig aanmerkelijk hoger was, maar dat geldt ook voor Vrij Nederland en nrc Handelsblad. De hoogtijdagen van het abonnementenpubliek in die periode lijkt achteraf een tijdelijk cultuurverschijnsel. Dat is overigens een interessant verschijnsel, waarop duchtig gereflecteerd moet worden. In kranten en opinieweekbladen gebeurt dat weinig. Dat is geen reden om ze op te heffen. In cultuurhistorisch georiënteerde tijdschriften al een stuk meer. Dat is wél een reden om er zuinig op te zijn.
Voordien hadden literaire tijdschriften ook al bepaald geen massaal publiek. Het tijdschrift Forum had indertijd een oplage van grofweg 400 exemplaren. Dat was nog veel, in vergelijking met Barbarber, dertig jaar later, dat aanvankelijk een oplage had van 150. Was het een goed idee geweest om ermee op te houden voordat uitgeverij Querido Barbarber onder zijn hoede had genomen? Was het verstandig geweest als Du Perron en Ter Braak het essayeren hadden overgelaten aan het Algemeen Handelsblad?
Misschien voor wie de literatuur liefst onmiddellijk zou afschaffen, maar verder zal geen enkel weldenkend mens zich afvragen of deze bladen bestaansrecht hadden. Wie het belang van de huidige literaire tijdschriften uitsluitend kwantitatief meet, miskent de veranderde, maar nog steeds belangrijke rol die ze spelen in en voor de literatuur.
Anders dan men gelooft, is het aantal abonnementen van een krant of tijdschrift nooit gelijk aan de verkochte oplage. Dat literaire tijdschriften soms nog een behoorlijke losse verkoop halen is vaak te danken aan speciale nummers die goed verkopen, zeker gezien het feit dat het tijdschrift, anders dan een roman, een kortere levensduur heeft - na twee maanden ligt er een nieuw nummer in de schappen. Waarom maken redacties dan niet het hele jaar door speciale nummers? Omdat het ook de, misschien wel belangrijkste, taak van een literair tijdschrift is essays, korte verhalen, werk in uitvoering en poëzie te publiceren. Zonder dat zou-