sche, de hypochondrie, de verlichting, de misantropie, de depressie, de geluiden, de geuren, de opmerkelijke keuzes, het collectieve geheugen, de onbewuste keuzes, de plasticiteit en de massa. Ach, die goede oude tijd... Negenentwintig jaar oud: Een kunstenaar moest op alle belangrijke openingen zijn, een kunstenaar moest veel belangrijke mensen kennen, een kunstenaar moest belangrijke mensen weten aan te trekken zodat zijn
openingen druk bezocht werden, een kunstenaar moest argumenten weten aan te dragen waarin hij uiteen kon zetten waarom hij voor een bepaalde kunst koos, een kunstenaar moest transparante keuzes maken. Eenendertig jaar oud: Het Absolute, omdat objectiviteit nooit sluitend was. Ik hief plaatsbepalingen op, als een ervaring van belangeloos welbehagen. Drieëndertig jaar oud: In Den Helder stonden bunkers. Napoleon had ze in het landschap geplaatst. De betonnen muren waren drieënhalve meter dik. Het was gewapend beton. Dynamiet kon een handje helpen.
Floor heeft een mes in haar rechterhand. Ik vraag haar wat ze daarmee van plan is. Ze antwoordt niet. Ik schraap mijn keel en zeg: ‘Vandaag ben ik als herboren. Een schrijver en een schilder die ziek zijn, met dikke koortslippen. Tijdens het zweten fluit ik liedjes.’
‘Dat is geen lied, dat is meer een gedicht,’ zegt Floor. Ze gooit een paracetamoltablet op het bed. Ze haalt het mes langs haar tong en geniet zichtbaar van mijn verontwaardiging.
‘Floor, hou daarmee op.’
Ze bloedt als een rund. Nee, niet dat ze stopt... Ze kiest de pijn opnieuw door het mes dieper in het tongvlees te duwen. Ik lig op de matras met open mond naar haar te kijken. Het brengt oude herinneringen naar boven. Ze loopt al bloedend naar de matras toe. Wat wil ze?
‘Een bloedkus of het kussen dat naast mij ligt?’ vraag ik.
Ze pakt het kussen en haalt er de witte sloop van af, dept de bloedtong. Het wit van de sloop wordt roze, dan langzaam donkerrood. Een akelig gezicht.
‘Wist je dat sommige mensen niet in staat zijn te reflecteren of bespiegelen? Alles wat je ze vertelt moet minstens twee keer worden herhaald, in steeds weer andere woorden en verhalen die eenvoudig te begrijpen zijn. Ga je mond met zoutwater spoelen,’ zeg ik tegen haar.
Toen Floor nog bij haar ouders woonde was haar kamer een teringzooi... Haar borsten groot en rond... De deur stond open en haar handen vol... Ze wilde het niet bewaren... De vader van haar vader vond het ook heel mooi... Gedonder met de buren, dus ze had geluk... De stille storm... De kinderen van de buren sloegen stil alarm... De foto aan de muur en naast de telefoon... Haar sokken met borduursels