leven kijkt, welke verbanden je legt en hoe je je hoofdpersonen kiest: dezelfde vragen die ook de fictieschrijver zich stelt.
Halberstam besloot non-fictie te gaan schrijven met de verhalende kracht van fictie, iets dat ook beter paste bij zijn beroep, journalist. Daarmee leverde hij een bijdrage aan de vorming van het genre dat zou worden omschreven als ‘literaire non-fictie’, ‘literaire journalistiek’, ‘New Journalism’ of, de meest recente, ‘creatieve non-fictie’. Zoals de non-fictieschrijver in de traditie van het New Journalism leentjebuur speelde bij de fictieschrijver, zo deed de laatste dat in zijn faction bij de non-fictiecollega.
De romancier Truman Capote schreef met In Cold Blood (1966) een volledig op de werkelijkheid gebaseerde roman die feitelijk het onderscheid tussen fictie en non-fictie al overbodig maakte. Hij was daarmee zijn tijd ver vooruit, al zou je ook kunnen stellen dat Tolstoj in Oorlog en vrede (1869) ook al sterk op de werkelijkheid gebaseerde literatuur bedreef. Wij vinden geen nieuwe dingen uit, wij overschrijden voetje voor voetje nieuwe grenzen.
In 1963 zag Halberstam in Saigon hoe de boeddhistische monnik Thich Quang Duc zichzelf op straat in brand stak, een dramatisch voorval uit het alledaagse leven dat fotografisch werd vastgelegd door Malcolm Browne, die er de World Press Photo mee won, en in woorden door David Halberstam, die er op zijn dertigste de Pulitzer Prize mee binnenhaalde en zijn naam vestigde.
De journalist als schrijver die de werkelijkheid van thema's voorziet en er zo dramatische structuur in aanbrengt, dat deed Halberstam. De hoogtijdagen van het New Journalism van Gay Talese, Truman Capote, Norman Mailer en Tom Wolfe moesten nog komen, maar in feite was Halberstam het genre in Vietnam al aan het ontdekken, voor zover zijn bazen bij de Times dat toestonden.
‘A writer should be like a playwright - putting people on stage, putting ideas on stage, making the reader become the audience,’ zei David Halberstam op 21 april 2007, tijdens een lezing voor journalisten en studenten journalistiek op de universiteit van Berkeley, twee dagen voor een auto-ongeluk in San Francisco een eind maakte aan zijn leven. Dat was precies wat hij had gedaan, gedurende ruim vier decennia, twintig boeken en talloze verhalen: mensen en ideeën op het toneel brengen en lezers veranderen in publiek.
Wie had er fictie nodig, als de werkelijkheid elke verbeelding tartte? Halberstam in elk geval niet. Zijn beroemdste boek is The Best and the Brightest uit 1972, waarin Halberstam onderzoekt hoe het kon gebeuren dat Amerika in Vietnam in een uitzichtloze oorlog verzeild raakte, onder aanvoering van het beste en intelligentste dat het land aan uit het bedrijfsleven en van de universiteiten gerekruteerd bestuurlijk talent had te bieden - de kring van ministers en adviseurs rond de presidenten John F. Kennedy en Lyndon B. Johnson.