Westerman toen hij met zijn boek El Negro en ik in de prijzen viel. Hij gaf de voorkeur aan het woord ‘faction’ voor wat hij schreef.
Wat de redactie in dit dubbelnummer wil onderzoeken is de vraag in welk stadium we inmiddels zijn beland: is er nog een onderscheid tussen fictie en non-fictie, nu steeds vaker waar gebeurde levens in romanvorm worden gegoten en kritiek op oninteressante passages wordt weersproken met de woorden ‘maar zo is het echt gebeurd’.
De Revisor wil de verhoudingen in ere herstellen: we ontleden faction weer ‘gewoon’ tot fictie en non-fictie. De bijdragen van Arjen Fortuin, Bertram Mourits en Allard Schröder stellen nog maar eens: literatuur liegt de waarheid, non-fictie beschrijft de waarheid.
En wanneer dat uitgangspunt staat, kan dat bevestigd, betwijfeld, voor waar aangenomen of achteloos terzijde geschoven worden. Want er is wetenschappelijk en journalistiek-documentair schrijven voor de non-fictie, en literair schrijven voor de romans. Zo simpel is het. Nu ja, zo simpel was het. Maar literatuur wordt bezoedeld met ‘werkelijkheidselementen’ en als er een geschikt beeld is voor ‘literaire non-fictie’, dan is het wel: fotoshoppen met je materiaal. Waartoe dat kan leiden laat Atte Jongstra ondubbelzinnig zien in zijn bijdrage.
De hoeveelheid schrijvers die in dit nummer aan bod komen is groot, hun aard veelzijdig. Thomas Bernhard liegt de waarheid in Oostenrijk, aldus Kester Freriks. En hoe zit dat met de ‘broodnuchtere empirist’ V.S. Naipaul, vraagt Sjoerd de Jong zich af. David Halberstam loog helemaal niets, maar is desondanks een van de meeslependste auteurs die als journalist ‘de gereedschapskist van de romanschrijver’ ter hand heeft genomen, meent Bert Wagendorp. Rare term, volgens Arjen Fortuin.
De waarheid liegen is trouwens welbeschouwd óók een rare term, maar al even handzaam. Je kunt er velen van beschuldigen, maar niet Jonathan Coe, die uitlegt hoe de leugen eruitziet die literatuur is. Menno Lievers en Ilja Leonard Pfeijffer ondervroegen Frits van Oostrom naar zijn gereedschapskist om literair gelezen te worden. Fouad Laroui gaat in op de rol van non-fictie in Marokko.
André Klukhuhn analyseert de verschillende manieren om naar de werkelijkheid te kijken met behulp van ‘de gereedschapskist van de filo-