Jet H.H. Crielaard (1975) studeerde in 1999 af aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Sindsdien is ze werkzaam als beeldend kunstenaar en docent, gericht op het ontdekken van overeenkomsten, tegenstellingen en combinatiemogelijkheden van beeld en woord. Ze exposeerde onder meer in Galerie Joghem, Pand Paulus en De Haagse Kunstkring en publiceerde poëzie in onder andere De Brakke Grond en Passionate Magazine. |
|
Herman Franke (1948) begon als stadsverslaggever bij het Nieuwsblad van het Noorden. Die carrière brak hij af om sociologie te gaan studeren, eerst aan de Rijksuniversiteit Groningen, daarna aan de Universiteit van Amsterdam. In 1995 werd zijn proefschrift Twee eeuwen gevangen door de American Society of Criminology bekroond als beste buitenlandse studie. Halverwege de jaren negentig besloot Franke zich alleen nog te wijden aan de literatuur. Voor zijn roman De verbeelding kreeg hij in 1998 de Generale Bank Literatuurprijs (ako Literatuurprijs). Later volgden nog Wolfstonen en Notulen. Jarenlang was Franke vaste columnist voor de Volkskrant. |
|
Piet Gerbrandy (1958) is classicus, dichter, poëziecriticus. Zijn meest recente boeken zijn Omroepers van oproer. Breekijzers in taal (essays, 2006), Krang en zing (gedichten, 2006) en Het feest van Saturnus. De literatuur van het heidense Rome (Latijnse literatuurgeschiedenis, 2007). |
|
Kees 't Hart (1944) publiceert gedichten, romans en verhalen, ook schrijft hij reportages en beschouwingen in onder meer De Groene Amsterdammer en Yang. Met zijn werk Ter navolging werd hij genomineerd voor de ako Literatuurprijs. In 2006 verscheen zijn roman De krokodil van Manhattan, en in 2007 De kunst van het schrijven, met beschouwingen en interviews over schrijven en schrijvers. |
A.F.Th. van der Heijden (1951) debuteerde in 1978 onder het pseudoniem Patrizio Canaponi. Tussen 1983 en 1996 publiceerde hij de beroemdste cyclus uit de Nederlandse literatuur: De tandeloze tijd. In februari 2003 verscheen het eerste boek uit de nieuwe cyclus, Homo duplex: De Movo Tapes. Daarna volgde Engelenplaque, een verzameling dagboekaantekeningen van 1966 tot 2003. Begin maart 2006 verscheen Drijfzand koloniseren. Eind vorig jaar verscheen zijn nieuwe roman, Het schervengericht, een transatlantische tragedie, waarmee hij de ako Literatuurprijs 2007 won. |
|
Hans Hoenselaars (1956) studeerde Nederlands, Engels en muziek. Hij geeft lezingen en cursussen over klassieke muziek en is daarnaast werkzaam in de gezondheidszorg. Eerder publiceerde hij gedichten en proza in onder andere De Gids, Dietsche Warande en Belfort, De Tweede Ronde en De Revisor. |
|
Antjie Krog (Zuid-Afrika 1952) is dichter en journalist. Van haar poëzie verschenen in Nederlandse vertaling onder meer: Om te kan asemhaal (1999), Kleur komt nooit alleen (2002) en Wat de sterren zeggen (2004). In 2006 publiceerde zij haar nieuwe bundel Lijfkreet. Voor haar non-fictiewerk ontving zij de Alan Paton Award en in 2001 werd haar door de Hiroshima-stichting de Prijs voor Vrede en Cultuur toegekend. |
|
Astrid Lampe (1955) is dichter. Van haar kwamen onder meer de dichtbundels De sok weer aan (2000) en De memen van Lara (2002), beide genomineerd voor de vsb Poëzieprijs. Voor haar laatste bundel Spuit je ralkleur (2005) ontving ze de Ida Gerhardt Poëzie Prijs en de Schrijversprijs der Brabantse Letteren. Onlangs verscheen in de Slibreeks (Slib 119) Mosselman Hallo met tekeningen van Roland Sohier. |