De Revisor. Jaargang 35(2008)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Peter Theunynck Twee gedichten Primitieven het is alsof alleen de stem ontbreekt alleen de trilling van twee stellen plooien in het strottenhoofd, dat nasale of dat gutturale, dat vloeiende verhaal en soms dat stokkende staccato in adoratie voor de veel te onbevlekte moederborst van de maagd prevelen heren al wat op hun ziel ligt onder een haarsnit die het uitproest in oogverblindende gewaden van bladzilver dat twinkelt uit het allerdiepste met het heft van een dolk nauwelijks zichtbaar het gevaar bezwerend dat achter hen schuilgaat ergens in een hoek onder poorters, tussen hengsten vergrijsd van de landweg in het ruim van een sloep ver voor zijn uithuizigste haven achter de gewijde binnenkamers sabelt een ijswind wolken uit elkaar, kerft de zee in de schoot van een duin, legt de rivier zijn strop om de verte, blaft een hond naar zijn nepgans vinden schurk en oproerkraaier vrede hoog aan houten palen [pagina 54] [p. 54] Niet zonder reden niet zonder reden daalden bossen uit de hemel neer soms schroeit het binnenskamers slaan de pannen van het hoofd soms hongert ook een hond naar brood snakt het raam naar rozen mensen hebben bossen nodig niet zonder reden daalden bossen uit de hemel neer soms is het al metaal dat ons betintelt en magnetiseert steden zijn gulzige motoren kleppen en cilinders ratelen maar door steden hebben bossen nodig niet zonder reden daalden bossen uit de hemel neer soms vreet het miltvuur van de eindigheid het vijverslijk het knarsetanden van de overweg een kolf een fles aan ons mensen hebben bossen nodig niet zonder reden daalden bossen uit de hemel neer in beuken zwelt het verlangen naar kathedralen op eik rijpen gedachten, linde giet er slaap op taxus ent volharding steden hebben bossen nodig Vorige Volgende